Inhoudsopgave
Advertenties
4.1 Master-slave-principe
H
4.2 Transfermodus (RTU)
Dataformaat
De communicatie tussen een PC (master) en een instrument (slave) met MOD-
/J-bus vindt via het master-slave-principe in de vorm van data-aanvraag/op-
dracht - antwoord plaats.
Slave 1
De master stuurt de datatransfer, de slaves hebben alleen een antwoord-
functie. Deze worden met behulp van hun instrumentadres geïdentificeerd.
De beeldschermschrijver kan niet als master, maar alleen als slave
worden gebruikt.
Als transfermodus wordt de RTU-modus (Remote Terminal Unit) toegepast. De
transfer van data vindt plaats in binair formaat (hexadecimaal) met 8 Bit, 16 Bit
bij Integerwaarden en 32 bit bij Floatwaarden.
Met het dataformaat wordt de opbouw van een overgedragen Byte beschre-
ven. Mogelijkheden van dataformaten zijn:
Data
8 Bit
8 Bit
8 Bit
8 Bit
4 Protocolbeschrijving
Master
Slave 2
Pariteitsbit
Stopbit
—
—
recht
(even)
oneven
(odd)
Slave n
Aantal bits
1
9
2
10
1
10
1
10
9
Advertenties
Inhoudsopgave
