6. WERKING
6.1 Compressor met
droge-luchtinstallatie
Korte beschrijving van de werking:
Het compressoraggregaat (10) zuigt
atmosferische lucht aan en comprimeert deze
lucht olievrij. Het transporteert de olievrije en
gecomprimeerde lucht naar de droge-
luchtinstallatie (2).
De droge-luchtinstallatie onttrekt vocht aan de
gecomprimeerde lucht.
De olievrije, schone en droge lucht wordt in de
druktank (8) beschikbaar gehouden voor de
verbruiksapparaten (bijv. turbine).
Uitvoerige beschrijving van de werking:
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
Via het aanzuigfilter (13) wordt er atmosferische
lucht aangezogen. Deze lucht wordt door de
zuiger (12) van het compressoraggregaat (10a)
gecomprimeerd. De in- c.q. uitlaatklep sluit één
stroomrichting af, zodat de samengeperste lucht
geforceerd naar de droge-luchtinstallatie (2)
wordt verplaatst.
• Droge-luchtinstallatie
• Droge-luchtinstallatie
• Droge-luchtinstallatie
• Droge-luchtinstallatie
• Droge-luchtinstallatie
De gecomprimeerde lucht wordt door de
windingen van de koelspiraal (3) om de cilinder
van de droge-luchtinstallatie (2) geleid.
In de koelspiraal koelt de gecomprimeerde,
verwarmde lucht weer af en wordt het merendeel
van het vocht dat in de lucht aanwezig is, als
condenswater afgescheiden.
De voorgedroogde lucht stroomt dan verder via
het droogmiddel (14), het sintermetaalfilter (4), het
fijn- of sterielfilter (1) en de terugslagklep (15a)
om uiteindelijk als droge en schone lucht in de
druktank (8) terecht te komen.
De terugslagklep (15) zorgt ervoor dat de
perslucht niet uit de druktank terug kan stromen.
Telkens nadat het compressoraggregaat is
uitgeschakeld, wordt het condenswater via de
droge-luchtinstallatie de wateropvangbak (5)
ingeblazen en worden de drukslangen van de
compressor ontlucht.
• Regeneratie van de droge-
• Regeneratie van de droge-
• Regeneratie van de droge-
• Regeneratie van de droge-
• Regeneratie van de droge-
luchtinstallatie
luchtinstallatie
luchtinstallatie
luchtinstallatie
luchtinstallatie
De polyamideband in de hygrostaat (16) wordt
afhankelijk van de relatieve luchtvochtigheid in de
druktank (8) uitgerekt. Als de maximaal
toelaatbare vochtigheid uiteindelijk wordt
overschreden, wordt de klep in de hygrostaat
geopend. De lucht uit de druktank stroomt dan in
tegengestelde richting en komt hoorbaar aan de
onderkant uit de droge-luchtinstallatie (2) naar
buiten. In deze fase regenereert de installatie;
hiertoe moet de compressor stilstaan. Het
regenereerproces wordt herhaald tot de
relatieve luchtvochtigheid weer is gedaald tot de
waarde waarop de hygrostaat is ingesteld.
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
Als er voor een verbruiksapparaat (bijv. een
turbine) perslucht uit de druktank wordt gehaald,
neemt de druk in de tank af. Zodra de druk is
gedaald tot de minimale waarde waarop de
drukschakelaar (11) is ingesteld, wordt het
compressoraggregaat via de drukschakelaar
weer in werking gesteld. Zodra de tankdruk de
maximale waarde bereikt waarop de
drukschakelaar is ingesteld (7,5 bar), wordt het
compressoraggregaat uitgeschakeld De
maximaal toelaatbare tankdruk van 10 bar is op
de manometer (7) aangegeven met een rode
markering.
De veiligheidsklep (6) zorgt ervoor dat de max.
toelaatbare tankdruk van 10 bar niet wordt
overschreden.
Door opening van de klep van de aftapkraan (9)
kan het condenswater uit de druktank worden
afgetapt
(zie ook paragraaf 12.3, „Condenswater
aftappen").
6.2 Compressor zonder
droge-luchtinstallatie
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
• Compressoraggregaat
Het compressoraggregaat (10b) zuigt via het
aanzuigfilter (13) omgevingslucht aan. Deze
lucht wordt door de zuiger in de cilinder van de
compressor olievrij gecomprimeerd.
De in- c.q. uitlaatklep sluit één stroomrichting af,
zodat de samengeperste lucht via de
terugslagklep (15b) geforceerd de druktank (8)
binnenstroomt.
• Drukschakelaar
• Drukschakelaar
• Drukschakelaar
• Drukschakelaar
• Drukschakelaar
Het compressoraggregaat (10b) blijft perslucht
transporteren tot de druk in de tank (8) de
maximale waarde heeft bereikt waarop de
drukschakelaar (11) is ingesteld. Zodra deze
waarde is bereikt, wordt het
compressoraggregaat uitgeschakeld.
Na uitschakeling van het compressoraggregaat
worden de drukslangen via de ontluchtingsklep
(17) ontlucht.
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
• Armaturenunit met drukschakelaar
Zie de vorige paragraaf, „Uitvoerige
beschrijving van de werking".
9