Code voor het handmatig beantwoorden van faxen opgeven
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Code handmatig overnemen wordt weergegeven.
5
Voer de code in die u wilt gebruiken.
Opmerking: de code kan maximaal zeven cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen
bevatten: * # + - ( ).
6
Druk op
om de instelling op te slaan.
Instellingen aanpassen om een fax te verzenden achter een
PBX
Als de printer wordt gebruikt in een bedrijfs- of kantooromgeving, is het apparaat wellicht aangesloten
op een PBX-telefoonsysteem (Private Branch Exchange). Bij het kiezen van faxnummers wacht de printer
doorgaans tot de kiestoon is herkend voordat het faxnummer wordt gekozen. Deze methode werkt
mogelijk niet voor een PBX-telefoonsysteem als dit systeem een kiestoon gebruikt die niet herkenbaar is
voor de meeste faxapparaten. De functie Achter PBX (kiestoondetectie uitgeschakeld) kunt u gebruiken
om de printer zo in te stellen dat niet wordt gewacht tot de kiestoon herkend is voordat het faxnummer
wordt gekozen.
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en verzenden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Kiesmethode wordt weergegeven en druk op
5
Druk op de pijltoetsen tot Achter PBX wordt weergegeven en druk op
slaan.
Faxen beheren
Voettekst voor faxen instellen
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Fax afdrukken wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Voettekst fax wordt weergegeven en druk op
.
.
.
.
.
.
.
om de instelling op te
.
.
.
.
5
Druk op de pijltoetsen tot Aan wordt weergegeven en druk op
6
Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd de datum en de tijd op te geven. Ga als volgt te
werk als u deze informatie nog niet hebt opgegeven:
a
Druk twee keer op
b
Druk op de pijltoetsen tot Apparaatinstelling verschijnt en druk op
c
Druk op de pijltoetsen tot Datum/tijd verschijnt en druk op
d
Voer de datum in met het toetsenblok en druk vervolgens op
e
Voer de tijd in met het toetsenblok en druk vervolgens op
f
Als u voor het uur 12 of een lagere waarde hebt ingevoerd, drukt u op de pijltoetsen tot AM, PM of
24-uurs wordt weergegeven en drukt u vervolgens op
Rapporten met faxgebeurtenissen afdrukken
U kunt rapporten van verzonden en/of ontvangen faxen afdrukken.
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op
4
Instellen wanneer een activiteitenrapport voor faxen moet worden afgedrukt:
a
Druk nogmaals op
b
Druk op de pijltoetsen om te selecteren of het activiteitenrapport voor faxen moet worden
afgedrukt na 40 faxen of alleen op verzoek.
5
Als u activiteitenrapporten voor faxen wilt afdrukken, drukt op de pijltoetsen tot Rapporten
afdrukken wordt weergegeven en drukt u op
•
Als u alleen een overzicht van verzonden faxen wilt afdrukken, drukt op de pijltoetsen tot
Verzendlog wordt weergegeven en drukt u op
•
Als u alleen een overzicht van de ontvangen faxen wilt afdrukken, drukt u op de pijltoetsen tot
Ontvangstlog is gemarkeerd en drukt u op
Lijst Faxinstellingen afdrukken
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op
Fax gebruiken
24
om de instelling op te slaan.
.
.
.
.
om de instelling op te slaan.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.