Kiesinstellingen aanpassen
Adresboek instellen
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk nogmaals op
.
4
U voegt als volgt een nieuw faxnummer toe aan het adresboek:
a
Druk op de pijltoetsen tot Toevoegen wordt weergegeven en druk op
b
Druk nogmaals op
.
c
Geef met het toetsenblok het faxnummer op in het veld Geef nummer op en druk op
d
Geef met het toetsenblok de naam van de persoon die bij het faxnummer hoort, op in het veld
Naam invoeren en druk op
om het item op te slaan.
e
Herhaal stap b tot en met d om extra items toe te voegen. U kunt maximaal 89 faxnummers opgeven.
5
U voegt als volgt een faxgroep toe:
a
Druk op
.
b
Geef met het toetsenblok een nummer op tussen 90 en 99 en druk op
c
Geef het faxnummer op in veld Geef nummer op en druk op
d
Druk op
.
e
Herhaal zo nodig stap c en d. U kunt maximaal 30 faxnummers opgeven voor de groep.
Als u geen faxnummers meer wilt opgeven, drukt u op de pijltoetsen tot Nee wordt weergegeven
en drukt u op
.
f
Geef de groepsnaam op in het veld Naam invoeren en druk op
Opmerkingen:
•
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
•
Een faxnummer kan maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen
bevatten: * # + - ( ).
Kiesvoorvoegsel instellen
U kunt een kiesvoorvoegsel toevoegen aan het begin van elk nummer dat u kiest. Het kiesvoorvoegsel
kan maximaal acht cijfers, komma's, punten en/of de volgende symbolen bevatten: * # + - ( ).
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
.
.
.
.
.
.
om het item op te slaan.
.
.
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Code handmatig overnemen wordt weergegeven en druk op
5
Geef met het toetsenblok het voorvoegsel op dat voorafgaand aan elk telefoonnummer moet worden
gekozen en druk op
om de instelling op te slaan.
Nummerweergave instellen
Nummerweergave is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd, waarmee het
telefoonnummer (en mogelijk de naam) van de beller wordt herkend. Als u op de dienst bent geabonneerd,
kunt u deze gebruiken met de printer. Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het
telefoonnummer van de persoon die u de fax heeft gestuurd.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk
van het land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk
overschakelen naar een ander patroon om nummerweergave te activeren.
Opmerking: nummerweergave is alleen beschikbaar in sommige landen.
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Patroon nummerweergave verschijnt en druk op
5
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste instelling wordt weergegeven en druk op
op te slaan.
Speciaal belsignaal instellen
Speciaal belsignaal is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd waarmee meerdere
telefoonnummers kunnen worden toegewezen aan één telefoonlijn. Als u geabonneerd bent op deze
dienst, kunt u de printer programmeren met een telefoonnummer en speciaal belsignaal voor
binnenkomende faxen.
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Belsignaal wordt weergegeven en druk op
5
Druk op de pijltoetsen totdat het gewenste belsignaal wordt weergegeven en druk op
Fax gebruiken
23
.
.
.
.
.
om de instelling
.
.
.
.
.
.