8
Selecteer een ontvanger:
•
Als de ontvanger in het adresboek staat, drukt u op Adresboek en bladert u met de pijltoetsen
door de nummers in de snelkeuzelijst of groepssnelkeuzelijst.
•
Als de ontvanger niet in het adresboek staat, drukt u op
en geeft u het nummer van de ontvanger op.
9
Herhaal zo nodig stap 8 en druk op
tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
10
Druk op
om het document te scannen.
Opmerking: De faxnummers worden op het ingestelde tijdstip gekozen en de fax wordt verzonden naar
alle opgegeven faxnummers. Als een fax niet kan worden verzonden naar bepaalde nummers, wordt voor
die nummers een nieuwe poging gedaan.
Faxen ontvangen
Faxen automatisch ontvangen
1
Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2
Controleer of Automatisch beantwoorden is ingesteld.
U controleert als volgt of Automatisch beantwoorden is ingesteld:
a
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
b
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
c
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
d
Druk nogmaals op
.
Controleer of Automatisch beantwoorden is ingesteld op Aan.
e
Als Automatisch beantwoorden niet is ingeschakeld, drukt u op de pijltoetsen tot Aan wordt
weergegeven en drukt u op
om de instelling op te slaan.
3
Stel het aantal belsignalen in waarna faxen automatisch worden ontvangen op de printer:
a
Druk op de pijltoetsen tot Opnemen na wordt weergegeven en druk op
b
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste instelling wordt weergegeven en druk op
instelling op te slaan.
Als het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld is bereikt, wordt de fax automatisch ontvangen door
de printer.
Handmatig een fax ontvangen
1
Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2
Controleer of Automatisch beantwoorden is uitgeschakeld.
tot Faxen naar wordt weergegeven
.
.
.
.
om de
Fax gebruiken
3
Als u de fax wilt ontvangen, drukt u op
opgenomen en faxtonen hoort.
4
Leg de hoorn op de haak.
De printer ontvangt de fax.
Faxen ontvangen met een antwoordapparaat
1
Controleer of Automatisch beantwoorden is ingeschakeld.
2
Controleer of u hebt ingesteld hoe vaak de telefoon moet overgaan voor een fax automatisch wordt
ontvangen.
Als er wordt gebeld, wordt het gesprek aangenomen door het antwoordapparaat.
•
Als er een fax wordt vastgesteld, wordt deze door de printer ontvangen en wordt de verbinding
verbroken.
•
Als de printer geen fax herkent, ontvangt het antwoordapparaat het gesprek.
3
Stel het antwoordapparaat in om binnenkomende gesprekken te beantwoorden voordat de printer
dit doet.
Stelt u voor het antwoordapparaat bijvoorbeeld in dat gesprekken na drie belsignalen worden
beantwoord, dan moet u de printer instellen op vijf belsignalen.
Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in
de buurt van de printer bevindt. Er zijn drie waarden of instellingen beschikbaar voor het doorsturen van
faxen:
•
Uit: (standaardinstelling).
•
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
•
Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven
faxnummer.
1
Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2
Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op
3
Druk op de pijltoetsen tot Bellen en antwoorden wordt weergegeven en druk op
4
Druk op de pijltoetsen tot Fax doorsturen wordt weergegeven en druk op
5
Druk op de pijltoetsen tot Doorsturen of Afdrukken & doorsturen wordt weergegeven en
druk op
.
6
Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen en druk op
22
of kiest u * 9 * op de telefoon nadat u de hoorn hebt
.
.
.
.