Geforceerd sluiten
De AKV (stappen) kleppen kunnen door een extern signaal wor-
den gesloten (Inject ON signaal). De functie moet in combinatie
met het beveiligingscircuit van de compressor worden gebruikt,
zodanig dat er geen vloeistofinspuiting in de verdamper is als de
compressor is uitgeschakeld door het beveiligingscircuit (niet lage
druk).
Het signaal kan ook via een DI ingang of de datacommunicatie
worden ontvangen.
Door middel van een instelling kan worden gedefinieerd of tijdens
geforceerd sluiten de ventilatoren aan of uit moeten zijn.
Tijdens deze periode kan ontdooien ook worden toegestaan of
overgeslagen.
Als er binnen 10 minuten na het einde van een geforceerde slui-
ting om ontdooien is gevraagd, start het ontdooien weer wanneer
de geforceerde sluiting eindigt.
Alarmrelais
Als tijdens een alarmsituatie een relais geschakeld moet worden,
moet dit relais gedefinieerd worden.
-Voor alarmen met 'hoge' prioriteit 'hoog' zullen dit relais schake-
len.
- Voor alarmen met 'lage' en 'medium' prioriteit
- Voor alarmen met 'lage' , 'medium' en 'hoge' prioriteit
De controller kan een signaal ontvangen van een lekzoeker. Dit
signaal zal het alarmrelais niet activeren; maar het alarm wordt
getoond op eventuele displays die zijn aangesloten.
Start/stop regeling (hoofdschakelaar)
Een software-instelling wordt gebruikt voor het starten en stop-
pen van de regeling.
ON = normale regeling
OFF = regeling is gestopt. Alle uitgangen worden uitgeschakeld
en de alarmering wordt gestopt. Een alarm wordt verstuurd over
het stoppen van de regeling.
Deze functie geldt voor alle secties.
Voor het starten en stoppen van de regeling kan ook een externe
schakelaar worden gedefinieerd.
Als een externe schakelaar is gedefinieerd zal de regeling pas
starten als beide schakelaars (intern en extern) AAN zijn.
84
RS8HP110 © Danfoss 2018-09
AK-CC 750A