Aansluitingen
In principe zijn er de volgende soorten aansluitingen:
Analoge ingangen 'AI'
Dit signaal wordt aangesloten op twee
klemmen.
Een analoog signaal kan worden ontvan-
gen van de volgende bronnen:
• Temperatuursignaal van een Pt 1000 ohm
temperatuursensor.
• Pulse signaal of reset-signaal
• Contactsignaal waarvan de ingang of
kortgesloten of doorverbonden is.
• Voltagesignaal 0-10 V
• Spanningssignaal van 0 tot 10 Volt.
• Signaal van een drukopnemer AKS 32,
AKS 32R, AKS 2050 of MBS 8250.
De voeding hiervoor wordt geleverd door
de module, waar zowel een 5 V voeding
en een 12 V voeding aanwezig zijn.
Op een later tijdstip, tijdens de configura-
tie, moet het drukbereik van de druko-
pnemer worden ingesteld.
AAN/UIT spanningsingang 'DI'
Dit signaal wordt op twee klemmen aan-
gesloten.
• Op deze ingang kan 0 V of spanning staan
Er zijn twee verschillende uitbreidings-
modules voor dit type ingang:
- laag voltage signalen , bijv. 24 V (max.
80 V)
- hoog voltage signalen, bijv. 230 V (max.
260 V)
Op een later tijdstip, tijdens de configuratie, moet ingesteld wor-
den wat de functie van deze ingang is:
• Actief als de ingang spanningsloos is
• Actief als er spanning aanwezig is op de ingang
Beperkingen
Omdat het systeem erg flexibel is met betrekking tot het aantal
aan te sluiten units, is het zaak dat de gemaakte selectie overeen
komt met de weinige beperkingen die er zijn.
De functionaliteit van de regelaar wordt bepaald door de soft-
ware, de grootte van de processor en de hoeveelheid geheugen.
De regelaar is niet geschikt voor gebruik op een platenwarmte-
wisselaar.
AK-CC 750A
RS8HP110 © Danfoss 2018-09
AAN/UIT uitgangssignaal 'DO'
Er zijn twee typen:
• Relais uitgang
Alle relaisuitgangen zijn wisselcontacten
zodat de gewenste functie ook bereikt
kan worden als de regelaar spannings-
loos is.
• Solid state uitgangen
Primair voor AKV kleppen die vaak scha-
kelen, maar deze uitgang kan een extern
relais in- en uitschakelen, net zoals een
relaisuitgang.
Deze uitgang is alleen op de regelaar zelf
te vinden.
Op een later tijdstip, tijdens de configuratie, moet ingesteld wor-
den wat de functie van deze uitgang is:
• Actief als de uitgang bekrachtigd is
• Actief als de uitgang niet bekrachtigd is
Analoog uitgangssignaal 'AO'
Dit signaal wordt gebruikt als een regelsig-
naal naar een externe klep of naar ventila-
toren met EC-motoren.
Tijdens de configuratie moet het bereik van
het signaal ingesteld worden: 0-5 V, 1-5 V,
0-10 V of 2-10V.
Pulssignaal voor de stappenmotoren.
Dit signaal wordt gebruikt door afsluiter-
motoren van het type ETS, KVS, CCMT en
CTR.
Het afsluitertype moet worden ingesteld
tijdens het programmeren.
✔ Het totaal aantal aansluitingen is 80
✔ Het aantal uitbreidingsmodules moet worden beperkt zodat de
totale opname niet meer is dan 32 VA (inclusief regelaar).
✔ Niet meer dan 5 drukopnemers mogen worden aangesloten op
één basismodule
✔ Niet meer dan 5 drukopnemers mogen worden aangesloten op
één uitbreidingsmodule
Algemene druktransmitter
Wanneer verschillende regelaars een signaal ontvangen van
dezelfde druktransmitter, dan moet de voeding naar de betref-
fende regelaars zo zijn bedraad dat het niet mogelijk is één van de
regelaars uit te schakelen, zonder ook de andere uit te schakelen.
(Wanneer één regelaar wordt uitgeschakeld, dan wordt het
signaal neergehaald en zullen alle andere regelaars een signaal
ontvangen dat te laag is)
31