Nederlands
6.11. Aansluiten van de schakelingangen
De schakelingangen schakelen tegen de decodermassa en kunnen
daarom met alle (externe) schakelingen worden verbonden, die via een
massaverbinding worden ingesteld. Mogelijk zijn bv. het aansluiten van
reedcontacten of Hall sensoren, die een massaverbinding maken zodra
ze binnen het magnetisch veld komen van permanente magneten.
U kunt naast de beide aansluitpunten IN1 (X13) en IN2 (X14) ook
aansluitpunt IN3 (X15) als (3
dat IN3 in CV#167 en 168 als schakelingang is gedefinieerd (en niet als
servo uitgang).
Verbind reedcontacten met de schakelingangen (X13, X14 of X15) en
de massa aansluiting (X9). Reedcontacten hebben geen polarisatie,
waardoor ze naar wens kunnen worden aangesloten.
Let bij het aansluiten van Hall sensoren wel op de polariteit. Verbind de
massa aansluiting van de Hall sensor met X9, de aansluiting voor de
voedingsspanning met X12 uen de uitgang met een schakelingang
(X13, X14 of X15).
Wanneer u de massa aansluiting en de aansluiting voor de
!
voedingsspanning verwisselt, dan kan de Hall sensor beschadigd
worden.
Fig. 6:
Aansluiten van reedcontacten en
Hall-sensoren op de schakelingangen
Pagina 28
e
) schakelingang gebruiken. Vooropgezet
FD-R Extended