FD-R Extended
Nederlands
6.2. Aansluiten op de voedingsspanning
Let bij het aansluiten op de stroomafnemers van het voertuig op de
juiste aansluiting (links / rechts). Wanneer u de aansluitingen
verwisselt, worden de rijrichtingafhankelijk geschakelde uitgangen
m.b.t. de rijrichting verkeerd geschakeld.
6.3. Aansluiten van verbruikers op de functie-uitgangen
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen, daar de lampen anders niet oplichten. Sluit de lampen en
andere verbruikers aan op de functie-uitgangen van de decoder (AUX1
t/m AUX6).
Wanneer u de fabrieks- (default) instellingen van de decoder wilt
gebruiken, kijk dan goed naar de voorgaande tabel. Anders kunt u de
uitgangen door het instellen van de configuratievariabelen naar
believen instellen. Let daarbij op, dat de effecten "Dimmen" en
"MARslight" voor de uitgangen AUX5 en AUX6 niet kunnen worden
ingesteld.
Wanneer de retourleiding van de aan te sluiten lampen of de aan te
sluiten extra apparaten al met de locmassa is verbonden, is het
aansluiten daarmee gereed. Zo niet, dan sluit u de retourleidingen van
de lampen en de extra apparaten aan op de retourleiding voor alle
functies van de decoder (punt X12).
Fig. 1: Aansluiten van de voedingsspanning en verbruikers
Pagina 21