Advertenties
Tabel 1
Foutmeldingen van de controller
Nummer
Bericht
03
CRITICAL LOCK-UP DETECTED.
(Kritieke vergrendeling ontdekt.) CODE=<n>h
43
REDUNDANCY FAILED HARDWARE FAILURE
(Redundantie mislukt: hardwarestoring)
66
CACHE HARDWARE FAILED AND DISABLED
(Cachehardware is defect en is
uitgeschakeld)
204
ARRAY CONTROLLER DISABLED
(Arraycontroller uitgeschakeld)
305
ROM CLONING FAILED (ROM klonen mislukt)
308
FIRMWARE FLASH FAILED
(Firmware flashen mislukt)
317
ISCSI MODULE FLASH FAILED
(Flashen van iSCI-module mislukt)
501
PCI SUBSYSTEM HARDWARE FAILURE
(Hardware PCI-subsysteem defect)
502
PCI BRIDGE ASIC SELF TEST FAILURE
(Fout ASIC-zelftest PCI-bridge)
513
UNCORRECTED ECC MEMORY ERROR SEEN
(Niet-gecorrigeerde fout in ECC-geheugen
aangetroffen)
515
FIBRE DEVICE HARDWARE FAILURE (Hardware
van Fibre Channel-apparaat is defect)
524
ISCSI MODULE HARDWARE FAILURE (Hardware
van
iSCI-module is defect)
Toegang tot de controller stoppen
Configuraties met één controller
Onderhoud uitvoeren aan een defecte of functionele controller:
1.
Controleer of er een backup beschikbaar is waarvan u weet dat
deze werkt.
2.
Plan een onderhoudsvenster.
Stop alle toegang tot de MSA vanaf de servers.
3.
4.
Schakel de MSA uit en koppel het netsnoer los om nieuwe toegang
te voorkomen.
Configuraties met twee controllers
Als één van de twee controllers defect is, kunt u de defecte controller op
elk moment verwijderen voor onderhoud.
Als beide controllers functioneren maar er onderhoud moet worden
uitgevoerd aan één van de twee controllers, kunt u een
onderhoudsvenster plannen om het onderhoud uit te voeren. U kunt ook
als volgt te werk gaan om de standbycontroller uit te schakelen en
hieraan onderhoud uit te voeren terwijl u werkt in een niet-redundante
modus vanaf de actieve controller.
1.
Start het beheerprogramma voor de MSA:
Tabel 2
Beschikbare beheerprogramma's
MSA-model
Beschikbare beheerprogramma's
MSA1000
Command Line Interface
MSA1500 cs
Hulpprogramma Array Configuration Utility, Command
Line Interface
MSA1510i
Hulpprogramma Storage Management Utility, Command
Line Interface
BELANGRIJK:
Gedurende deze procedure werkt u tijdelijk
in een niet-redundante modus omdat u de te verwijderen controller
uitschakelt.
2.
Schakel de controller uit die moet worden verwijderd in het
beheerprogramma van uw keuze. Raadpleeg de online Help
of uw gebruikersdocumentatie voor meer informatie.
3.
Wacht tot het volgende LCD-bericht wordt weergegeven voordat u de
controller verwijdert.
204 ARRAY CONTROLLER DISABLED
(204 Arraycontroller uitgeschakeld)
BELANGRIJK:
Als een functionele controller wordt verwijderd uit
het chassis zonder dat de controller is uitgeschakeld, wordt de actieve
controller mogelijk uitgeschakeld. Schakel de MSA uit en weer in om dit
probleem te verhelpen.
De controller/onderdelen vervangen
Stap 1: verwijder de controller
1.
Druk op de vergrendeling van de controller en draai de
vergrendelingshendel naar buiten (1).
2.
Trek de controller recht uit het chassis(2).
2
Stap 2: verwijder de cachemodule
(indien van toepassing)
OPMERKING:
Als u de controllercachemodules niet vervangt, gaat
u door naar stap 3.
BELANGRIJK:
Vervangende controllers hebben een nieuwe
cachemodule. Verwijder deze nieuwe module van de vervangende
controller en vervang deze door de cachemodule van de defecte
controller. Als u de oude cachemodule blijft gebruiken, worden
schrijfbewerkingen van de schijf uit de cache voltooid.
BELANGRIJK:
Bij het vervangen van cachemodules in een
configuratie met twee controllers, moet de geheugencapaciteit van alle
cachemodules even groot zijn.
OPMERKING:
De controller in de volgende illustratie is gedraaid,
zodat de zij- en achterkant van de controller zichtbaar zijn.
Pagina 2
1
15181
Advertenties
