Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbindingselementen Van De Switchpilot - Esu SwitchPilot V2.0 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

direct ingesteld met behulp van externe schakelaars. Dit kan bijvoorbeeld een tuimelschakelaar zijn of het bekende
wisselsbedieningspaneel. De verbinding en functie zijn in hoofdstuk 13 nader uitgelegd.
6. Aansluiting aan het digitale systeem.
!! Wij raden u aan uw SwitchPilot eerst volledig in te stellen en dan alleen op de modelspoorbaan te plaatsen.
Afbeelding 1: SwitchPilot met aangesloten SwitchPilot Extension.

6.1. Verbindingselementen van de SwitchPilot

Afbeelding 1 rechts toont de SwitchPilot met de SwitchPilot Extension.
a) Aan de transistor-uitgangen 1- 4 sluit u wissels, signalen, ontkoppelrails en soortgelijke verbruikers aan. De
klemmen FB A en FB B worden gebruikt voor de terugmelding van de wisselstand aan de SwitchPilot.
b) Deze aansluitblok dient voor het aansluiten van twee RC-servomotoren (bijv., ESU, Graupner®, Futaba®) en vormt
de uitgangen 5 en 6 van de SwitchPilot.
c) Op de klemmen Pw A en Pw B wordt de voedingsspanning van de SwitchPilot aangesloten en de eraan verbonden
verbruikers. Daarvoor kunt u een gestabiliseerde voeding (bijv. ESU 50091) of direct de digitale stroom gebruiken.
d) Met de klemmen Trk A en Trk B wordt de SwitchPilot met de rijspanning van de digitale centrale (of de
boosteruitgang) verbonden, waarvan hij zijn commando's ontvangt.
e) Met de schuifschakelaar kiest u tussen de mogelijke bedrijfsmodi: k83, user-modus en k84. (zie
hoofdstuk 5.2.1).
f) De LED werkt samen met de
g) de programmeerknop om het digitale adres van de SwitchPilot in te stellen. Dit proces is in hoofdstuk 8 beschreven.
h) Verbindingsbus: hier worden de SwitchPilot en de SwitchPilot Extension met elkaar verbonden.
z) Decodermassa. (optioneel, indien aanwezig). Wordt voor het aansturen van wissels zonder digitale centrale
gebruikt.
6.2. Verbindingselementen van de SwitchPilot Extension.
Afbeelding 1 links toont de SwitchPilot Extension module.
i) De uitgangen 1- 4 hebben elk een relaisuitgang A en B, die samen geschakeld worden. Elke relaisuitgang
correspondeert met de overeenkomstige uitgang van de SwitchPilot : als uitgang Out A van de uitgang op de
SwitchPilot actief is, dan zijn de respectievelijke klemmen I en COM van de relaisuitgang geschakeld. Als uitgang Out B
op de SwitchPilot actief is, dan worden klemmen II en COM verbonden. De relaisuitgangen gedragen zich hier altijd als
continue uitgangen.
j) Aansluiting aan de grond en U + voeding (gelijkgerichte spanning) voor DC wisselmotoren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

518205180151822

Inhoudsopgave