Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vacuümcontrole - Nordson Encore HD Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Encore HD:
Inhoudsopgave

Advertenties

16 Encore
HD pomp
®
Probleem
11. Besturingsverdeelblok
is defect en moet
worden gerepareerd
(Onderdrukcontrole)
Vacuümcontrole

OPMERKING:
Procedure vereist onderdrukmeter met bereik
van 0-30 inHg. Zie Afbeelding 12 voor uitleesvoorbeelden.
1. Spoel de pomp en het spuitpistool. Laad geen nieuwe kleur.
2. Stel de kV-uitgang in op 0. Stel de poederflow in op 35 %.
3. Maak de poederslang los van de pomp. Een
onderdrukmeter aansluiten op de aanzuigaansluiting of
de aansluiting met uw vinger afdekken zoals getoond in
Afbeelding 11.
4. Trigger het spuitpistool en kijk naar de onderdrukmeter of
voel of er onderdruk ontstaat.
Afbeelding 11 Opties onderdrukcontrole
P/N 7580521_08
Mogelijke oorzaak
Verwijder en inspecteer de kleppen. Als deze vervuild zijn, blaas dan
het verdeelblok door en vervang de kleppen.
Kleppen 2 en 5 van
het pompverdeelblok

OPMERKING:
zijn verontreinigd met
moet de meegeleverde adapter worden gebruikt. Bij gebruik van een
poeder.
nieuwe bedrading met twee posities kan de meegeleverde adapter bij
het afval worden gedaan.
Verwijder en inspecteer het venturimondstuk van de
onderdrukgenerator. Als het venturimondstuk verstopt is, blaas het dan
door of vervang de onderdrukgenerator.
1. De vacuümgenerator uit het verdeelblok verwijderen. Op
Onderdrukgenerator is
geblokkeerd.
2. De beluchtingsslang van de vacuümgenerator op de bodem van
3. De juiste richting van de terugslagklep controleren.
Maatregelen
Bij gebruik van een oude bedrading met drie posities
onderdruk controleren met uw vinger.
de pompkast (binnenin) verwijderen. Het spuitpistool met de trigger
op AAN zetten. Op uitlaat controleren en de poederflow verhogen.
Voor juiste onderdrukwaarden (9-14 inHg) aan beide zijden
van de pomp (of wanneer minder onderdruk aan de ene
zijde van de pomp dan aan de andere wordt gevoeld)
doorgaan met de Afgiftecontroleprocedure.
Bij lage onderdrukwaarden (lager dan 8 inHg) aan één
zijde van de pomp (of wanneer minder onderdruk aan de
ene zijde van de pomp dan aan de andere wordt gevoeld)
doorgaan met de Onderdrukcontroleprocedure.
Bij lage onderdrukwaarden (lager dan 8 inHg) aan beide
zijden van de pomp (of wanneer zwakke of geen onderdruk
aan beide zijden van de pomp wordt gevoeld) doorgaan met
de Onderdrukcontroleprocedure.
OF
© 2022 Nordson Corporation

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave