Als de richtingsinput op afstand actief is en de richting-inschakelkoppeling
wordt aangesloten, dan is de RICHTING-toets (SHIFT, 1) uitgeschakeld. Als
de toetsenbordvergrendeling is ingesteld, zijn alleen STOP en START (beschik-
baar als een uitgebreide toetsmogelijkheid om de toetsenbordvergrendeling in-
en uit te schakelen) actief.
De pomp toont één van de zes automatische bedieningsschermen afhankelijk
van de eerder geselecteerde auto-modus - 4-20mA, 1-5V of 0-10V met of zon-
der aanpassing van de slaglengte.
De automatische bedieningsschermen tonen vier soorten informatie: het
toerental waarmee de pomp zal draaien na ontvangst van een laag signaal op
Analoog 1 (4mA, 1V of 0V); het toerental waarmee de pomp zal draaien na
ontvangst van een hoog signaal op Analoog 1 (20mA, 5V of 10V); het
ingestelde toerental (d.w.z. het toerental waarmee de pomp momenteel draait
overeenkomstig het analoge signaal en het analoge scaling signaal (indien
afstelling van de slaglengte is ingesteld); en het debiet in de gekozen eenheid
(zie 18.8 Doorstroomeenheid). Het percentage waarmee de slaglengte is
aangepast wordt ook weergegeven, indien dit is ingesteld. Opm.: Het display
toont laag-signaaltoerental, hoog-signaaltoerental, cumulatief volume en run-
time indien deze optie werd gekozen gedurende set-up (zie 18.3 Display), of
werd gekozen door op ENTER of START te drukken. Het percentage waarmee
de slaglengte is aangepast wordt ook weergegeven, indien dit is ingesteld.
Als de functie voor handmatige slagverstelling is geactiveerd met behulp van
het Setup-menu (zie 18.2 Analoog), dan kan het percentage waarmee de sla-
glengte is aangepast worden aangepast tussen 0% en 100% met de UP- en
DOWN-toetsen.
De pomp reageert op externe digitale inputs. Als de run / stop-input de pomp
stopt, dan verschijnt op de onderste regel van het automatische bedieningss-
cherm "Remote stop (Externe stop)". Als de pomp weer start, zal deze melding
verdwijnen en de pomp keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Als de pomp wordt gestopt omdat een lek is gedetecteerd, verschijnt op het
scherm de melding "LEAK DETECTED. Controleren en terugstellen, vervolgens
op Stop" drukken. Zie 25.1 Foutmeldingen.
De statusoutputs op afstand zijn allemaal actief.
Hoe verlaat u de automatische bediening
Wanneer u automatische bediening bent ingegaan door op AUTO (SHIFT, 9)
te drukken en Analoog te kiezen, terugkeren naar handbediening door op
MAN (SHIFT, 6) te drukken.
Wanneer u automatische bediening bent ingegaan door de remote auto / man-
ual input hoog te maken, automatische bediening verlaten door de remote auto
/ manual input laag (0V) te maken.
De pomp keert terug naar handbediening en behoudt het ingestelde toerental
en bedrijfs status van haar vorige werking in de analoge modus.
Watson-Marlow 720DuN Handleiding
73