Watson-Marlow 720DuN Handleiding
Belangrijk: pompstatusoutputs
Outputs 1-4 zijn beschikbaar als enkelpolige wisselrelaiscontacten:
Relais 1, 2, 3 en 4. Sluit deze aan op de normaal gesproken geopende
of normaal gesproken gesloten contacten van het relais, zoals vereist,
en configureer overeenkomstig de software van de pomp. Zie 18.10
Outputs.
Opm.: Het maximumvermogen van de relaiscontacten van deze pomp
is 30VDC, met een maximumbelasting van 30W.
Opm.: Ook geschikt voor laag vermogen: d.w.z. 1mA bij 5VDC mini-
mum.
22.12 Outputs 1, 2, 3, 4
Opm.: Relais 1 (J14) is hier weergegeven. Relais 2, relais 3
en relais 4 (J15, J16 en J17) werken op dezelfde wijze.
Sluit uw outputapparaat aan op de c (gemeenschappelijke)
klem van de door u gekozen relaisconnector en de n/c-klem
of de n/o-klem (normaal gesproken gesloten of normaal
gesproken geopend), indien nodig. Configureer de software
van de pomp overeenkomstig. Zie 18.10 Outputs.
Standaard is Relais 1 geconfigureerd voor weergave van de
Run/Stop-status;
Relais
Draairichting-status; Relais 3 voor weergave van de
Auto/Man-status en Relais 4 voor weergave van de Algemene
alarmstatus. Zie 12 De pomp voor het eerst inschakelen.
22.13 Voedingsspanningen
2
voor
weergave
Een passende spanningstoevoer is beschikbaar, indien
nodig, op elke connector. Daarnaast kan spanning worden
afgenomen van de reservespannings-connector (J12).
In de onderstaande tabel is "Max load" de totale maximale
belasting voor elke spanningsbron, onafhankelijk van het
aantal aansluitingen.
van
de
70