Inhoudsopgave
Advertenties
3.4.3
Gebruikersspecifieke programma's: User 1, User 2, User 3, User 4
P14-P17 zijn gebruikersprogramma's. De gebruiker kan voor elk van de 10 trainingssegmenten de
weerstand vastleggen. Aansluitend kunnen nog duur, afstand, calorieën en hartfrequentie ingesteld
worden.
1.
Kies met de pijltoetsen een gebruikersprogramma P14-P17 uit en druk op ENTER ter bevestiging.
2.
Gebruik de pijltoetsen om de weerstand voor het eerste segment in te stellen en druk op ENTER
ter bevestiging.
3.
Herhaal stap 2 voor de resterende 9 trainingssegmenten.
4.
Nadat u de weerstand voor alle trainingssegmenten ingesteld heeft, gebruikt u de pijltoetsen
om een trainingsduur in te stellen en drukt u op de ENTER-toets ter bevestiging.
5.
Gebruik de pijltoetsen om een trainingsafstand in te stellen en druk op ENTER ter bevestiging.
6.
Gebruik de pijltoetsen om een hoeveelheid calorieën in te stellen en druk op ENTER ter
bevestiging.
7.
Gebruik de pijltoetsen om een trainingshartfrequentie in te stellen en druk op ENTER ter
bevestiging.
8.
Druk op START/STOP om met de training te beginnen.
Indien u voor tijd, afstand en calorieën een doelwaarde ingeeft, eindigt de training automatisch
wanneer één van deze doelwaarden bereikt werd. Indien u enkel naar één van deze waarden wilt
trainen, hoeft u enkel de gestreefde doelwaarde ingeven, alle andere waarden hoeft u niet meer
ingeven. Wanneer u een doelpolsslag ingeeft, hoort u een signaaltoon als u deze pols overschreden
heeft. De signaaltoon verstomt pas dan opnieuw, wanneer uw pols niet langer hoger is dan de
streefpols.
3.4.4
Hartfrequentie-gestuurde programma's: 55%, 65%, 75%, 85%,
doelhartfrequentie
P18-P22 zijn hartfrequentie-gestuurde programma's. De console past de weerstand volgens uw
actuele hartfrequentie aan. Wanneer uw hartfrequentie onder de doelhartfrequentie ligt, verhoogt de
console om de 20 seconden de weerstand. Wanneer uw hartfrequentie boven de doelhartfrequentie
ligt, zakt de console om de 20 seconden de weerstand.
P18: 55% van de maximale hartfrequentie. Doelhartfrequentie = (220-leeftijd) x 55%
P19: 65% van de maximale hartfrequentie. Doelhartfrequentie = (220-leeftijd) x 65%
P20: 75% van de maximale hartfrequentie. Doelhartfrequentie = (220-leeftijd) x 75%
P21: 85% van de maximale hartfrequentie. Doelhartfrequentie = (220-leeftijd) x 85%
P22: Gebruikersspecifieke doelhartfrequentie
22
BX40
Advertenties
Inhoudsopgave
