WERKEN
Bedieningspaneel (figuur 16)
1
START/AAN
Houd 3 seconden lang ingedrukt om de grasmaaier in te schakelen. Druk hierop nadat u de
knop Auto Mow of Spot Mow hebt geselecteerd om te beginnen met maaien.
2
Batterij indicator
Batterij indicator
Groen, vast
Rood, stevig
Rood, knipperend
Knop Automatisch maaien
3
Houd 2 seconden lang ingedrukt om de willekeurige automatische maaimodus te selecteren
en vervolgens START/ON.
4
Storingsindicator
Batterij indicator
Off
Geel, vast
Rood, continu
5
Spot Mow-knop
Houd 2 seconden lang ingedrukt om de modus Spot Mowing te selecteren en vervolgens
START/ON. (begin te lopen).
6
Ultrasoon licht
Batterij indicator
Groen, stevig
Uitgestorven
Geel, knipperend
7
Ulschakelaar
Eén keer drukken om de ultrasone functie te activeren of te deactiveren.
Voldoende vermogen om te maaien/klaar om te maaien.
Opladen vereist.
De temperatuur van de accu is abnormaal, of het circuit
elektrisch is defect.
De maaier is in normaal bedrijf.
De liftdetector is geactiveerd. / De obstakeldetector is
geactiveerd. / De grasmaaier staat scheef. / De achterwielen
worden opgetild (schaatsend) door een obstakel. / De
grasmaaier grasveld omgevallen. / Druk op de STOP-toets. / De
grasmaaier detecteert geen gras
Detectorfout. / Motor fout. / Systeemfout operationeel.
De ultrasone functie is geactiveerd
De ultrasone functie is uitgeschakeld
De grasmaaier heeft een communicatieprobleem met de camera.
127
Staat
Staat
Staat
NL