Verwerkt opnamen met digitale filters
1
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2
Selecteer T in het weergavepalet.
Het scherm voor selectie van een filter verschijnt.
3
Gebruik ABCD om een
filter te selecteren.
Gebruik
om een andere
V
opname te selecteren.
Aanpass. basisparam.
Speels
Sterk contrast
Schaduw aanbrengen
Tintuitbreiding
Kleur inverteren
Kleurextractie
Vet één kleur
Aquarel
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
4
Druk op J.
Het scherm voor het instellen van de parameters verschijnt.
100-0001
100-0001
100-0001
Aanpass. basisparam.
Aanpass. basisparam.
Aanp. parameter
Aanp. parameter
Stoppen
Stoppen
OK
OK
MENU
OK
Posterisatie
Vlak
Fisheye
Retro
Schetsfilter
Miniatuur
Soft
Sterren
5
Gebruik AB om een
parameter te selecteren,
en gebruik CD om de
waarde aan te passen.
Het hangt af van het
geselecteerde filter af welke
parameters kunnen worden ingesteld.
6
Druk op E.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] of [Opslaan als]
en druk op E.
Selecteer [Extra filter(s) toepassen] als u nog meer filters
wilt toepassen op dezelfde opname. Het scherm van stap 3
verschijnt opnieuw.
uVoorzichtig
• Alleen JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze
camera, kunnen worden bewerkt met de digitale filters.
tMemo
• U kan tot 20 filters toepassen op hetzelfde beeld, inclusief
een digitale filter, gebruikt tijdens het maken van de opname
(p.60).
Filtereffecten kopiëren
Neemt de filtereffecten over van een geselecteerd beeld en past
hetzelfde filtereffect toe op andere beelden.
1
Geef een met een filter bewerkte opname weer
in de enkelbeeldweergave.
2
Selecteer T in het weergavepalet.
Helderheid
Helderheid
Annul.
Annul.
OK
OK
MENU
OK
4
71