9 Belichtingscompensatieknop (J)
Indrukken om de waarden voor belichtingscompensatie
en diafragma in te stellen. (p.41)
In de weergavestand worden de JPEG-gegevens die
in het buffergeheugen aanwezig zijn, opgeslagen
in RAW-indeling. (p.37)
0 Snelinstelling/Wissen-knop (M/L)
Hiermee worden de waarden gereset die worden ingesteld.
U kunt ook een functie aan deze knop toewijzen. (p.77)
Druk hierop om tijdens weergave opnamen te wissen. (p.36)
a OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel
of een menu op deze knop om het geselecteerde
item te bevestigen.
b Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instellingenmenu van de Gevoeligheid/Witbalans/
Flitsinstelling/Transportstand. (p.13)
Als het bedieningspaneel of een menu wordt weergegeven,
verplaatst u de cursor of wijzigt u het in te stellen item
met de vierwegbesturing.
Druk op
tijdens weergave om het weergavepalet
B
op te roepen. (p.63)
c MENU-knop (F)
Toont een menu. Druk, terwijl het menu getoond wordt, op
deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.15)
d INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.9, p.11)
Monitorscherm
Opnamestand
Wanneer de camera in de opnamestand komt, worden
op de monitor het onderwerp en de huidige opnamefunctie-
instellingen weergegeven. Deze situatie wordt "standbymodus"
genoemd. Druk op G in de standbymodus om het
bedieningspaneel weer te geven en instellingen te wijzigen.
(p.14) Als u op G drukt terwijl het bedieningspaneel wordt
weergegeven, kunt u het soort informatie wijzigen dat wordt
weergegeven in de standbymodus. (p.11)
G
1/
1/
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
37 37
Standbymodus
(Standaard infoweergave)
Standaard infoweergave
Standaard infoweergave
1/
1/
2000 F2.8
2000
F2.8
Selectiescherm voor het
weergeven van informatie
tijdens maken van opnamen.
Aangepaste opname
Aangepaste opname
Helder
Helder
37
37
Bedieningspaneel
G
1600
1600
37 37
1
9