Instellingen laden voor het maken van opnamen
U kunt opnamen maken met de instellingen die zijn toegewezen
aan het snelkeuzewiel. Als u het snelkeuzewiel gebruikt om
opnamen te maken, wordt prioriteit gegeven aan de instellingen
die zijn toegewezen aan het snelkeuzewiel.
1
Draai in de standbymodus
3
het snelkeuzewiel naar
positie 1 t/m 4.
2
Maak de opnamen.
3
Zet het snelkeuzewiel na het maken van
de opnamen terug naar positie 0.
De camera keert terug naar de originele instellingen.
uVoorzichtig
• U kunt de menu's voor het wijzigen van de instellingen niet
gebruiken als u opnamen maakt met het snelkeuzewiel.
Sla andere instellingen op als u de instellingen van de
snelkiezer wilt wijzigen.
62
Opnamen maken met Smart effect
1
Wijs [Smart effect] toe aan [Snelkeuze].
2
Draai in de standbymodus het snelkeuzewiel naar
positie 1 t/m 4.
3
Druk op B om de parameters te wijzigen.
Het scherm voor het instellen van de parameters verschijnt.
4
Gebruik CD om de
parameters te wijzigen.
5
Druk op E.
De camera keert terug naar de standbymodus.
uVoorzichtig
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie
met sommige andere functies. (p.88, 89)
Cross-processing
Cross-processing
Annul.
Annul.
OK
OK
MENU
OK