5.3
Elektrodelassen
5.3.1
Aansluiting elektrodehouder en werkstukleiding
Beknellings- en verbrandingsgevaar!
Bij de vervanging van de staafelektrode bestaat beknellings- en verbrandingsgevaar!
• Gebruik geschikte droge veiligheidshandschoenen.
• Gebruik een geïsoleerde tang om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste
werkstukken te verplaatsen.
Elektrische spanning bij inertgasaansluiting!
Bij elektrode lassen staat de inertgasaansluiting (aansluitnippel G¼") onder nullast-
spanning.
• De gele beschermkap op aansluitnippel G¼" plaatsen (bescherming tegen elektrische
spanning en vuil).
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
4
5
• Steek de kabelstekker van de elektrodehouder en aarde kabel in de toepassingsafhankelijke lasstro-
ombus en vergrendel deze door deze rechtsom te draaien. De betreffende polariteit is afhankelijk van
de opgave van de fabrikant van de elektroden; deze staat op de verpakking van de elektroden.
• Plaats de gele beschermkap op aansluitnippel G¼".
5.4
Afstandsbedieningen
De afstandsbedieningen worden via de 19-polige aansluitbus van de afstandsbediening (analoog)
bestuurd.
5.4.1
RT1 19POL
099-000235-EW505
27.3.2023
0
Elektrodehouder
Aansluitbus, lasstroom „-"
Aansluiting werkstukleiding of elektrodehouder
Werkstuk
Aansluitbus, lasstroom "+"
Aansluiting elektrodehouder resp. werkstukleiding
Aansluitschroefdraad - G¼"
Beschermgasaansluiting (ingang)
Functies
• Traploos instelbare lasstroom (0 % tot 100 %) afhankelijk van de vooraf geselec-
teerde hoofdstroom op het lasapparaat.
VOORZICHTIG
Afbeelding 5-12
Opbouw en functie
Elektrodelassen
25