7
Als u nog een faxnummer wilt invoeren, drukt u op 1 om
'Ja' te selecteren, en herhaalt u stap 4 en 5. U kunt
maximaal 10 nummers toevoegen.
U kunt als tweede nummer geen groepsnummer gebruiken.
8
Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u
op 2 om 'Nee
te selecteren wanneer de vraag Nog een
'
nummer verschijnt.
U wordt gevraagd om een naam in te voeren.
9
Als u een naam wilt toewijzen aan de verzending, voert u
de naam in. Anders slaat u deze stap over.
Zie pagina 1.29 voor informatie over het invoeren van een
naam met de cijfertoetsen.
10
Druk op Enter.
Het display geeft de huidige tijd weer en vraagt u om het
tijdstip in te voeren waarop de fax moet worden verzonden.
11
Voer de tijd in met de cijfertoetsen.
Om 'VM' of 'NM' te selecteren voor de 12-uursnotatie, drukt
u op
of
of een cijfertoets.
Als u een tijdstip instelt dat reeds verstreken is, wordt de
fax de volgende dag op de ingestelde tijd verzonden.
12
Druk op Enter als de starttijd juist wordt weergegeven.
Het document wordt ingescand in het geheugen voordat
het wordt verzonden. Op het display verschijnt de
geheugencapaciteit en het aantal pagina's dat is
opgeslagen in het geheugen.
Het apparaat keert terug naar de stand-by-modus. Het
display geeft aan dat het apparaat in de stand-by-modus
staat en dat een uitgestelde fax is ingesteld.
O
: Als u de uitgestelde verzending wilt annuleren, zie
PMERKING
"Een uitgestelde fax annuleren" op pagina 4.29.
4
F
4.25
AXEN