Afdrukproblemen
Probleem
Het apparaat
drukt niet af.
Het apparaat
voert papier in
vanuit de
verkeerde lade.
8.12
P
ROBLEMEN OPLOSSEN
Mogelijke oorzaak
Het apparaat krijgt geen
stroom.
Het apparaat is niet
geselecteerd als de
standaardprinter.
Controleer het
volgende:
• De voorklep is niet
gesloten.
• Er is een
papierstoring.
• Er is geen papier
geplaatst.
• Er is geen
tonercassette
geplaatst.
De verbindingskabel
tussen de computer en
het apparaat is niet juist
aangesloten.
De verbindingskabel
tussen de computer en
het apparaat is defect.
De poortinstelling is
verkeerd.
Mogelijk is het apparaat
verkeerd
geconfigureerd.
Mogelijk is het
printerstuurprogramma
verkeerd geïnstalleerd.
Het apparaat werkt niet
goed.
Mogelijk is de verkeerde
lade geselecteerd in de
printereigenschappen.
Voorgestelde oplossingen
Controleer de netsnoeraansluitingen.
Controleer de aan-/uitschakelaar en de
stroombron.
Selecteer Printer Driver Type 2200 als uw
standaardprinter in Windows.
Spoor het probleem op en verhelp het.
• Sluit de klep.
• Verwijder het vastgelopen papier. Zie
pagina 8.3.
• Plaats papier. Zie pagina 1.12.
• Plaats een tonercassette. Zie
pagina 1.10.
Neem contact op met een
onderhoudstechnicus in geval van een
printersysteemfout.
Koppel de printerkabel los en sluit hem
opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een
andere computer die behoorlijk werkt, en
druk een document af. U kunt ook proberen
een andere printerkabel te gebruiken.
Controleer de printerinstelling in Windows
om te verifiëren of de afdruktaak naar de
juiste poort wordt verstuurd (bijvoorbeeld
LPT1). Als de computer meer dan één poort
heeft, controleert u of het apparaat
aangesloten is op de juiste poort.
Controleer de printereigenschappen om te
verifiëren of alle afdrukinstellingen juist zijn.
Herstel de printersoftware. Zie pagina 1.24.
Controleer het bericht op het display van het
bedieningspaneel om te zien of het apparaat
een systeemfout aangeeft.
In vele softwaretoepassingen kan de lade
worden geselecteerd op het tabblad Papier
in de printereigenschappen. Selecteer de
juiste papierlade. Zie pagina 5.8.