Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de veiligheidsinformatie
in deze handleiding te lezen voordat u het apparaat gebruikt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh FAX2210L

  • Pagina 1 Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de veiligheidsinformatie in deze handleiding te lezen voordat u het apparaat gebruikt.
  • Pagina 2 Over de bedieningsaanwijzingen Dit apparaat wordt geleverd met de volgende gebruiksaanwijzingen: Deze bedieningsaanwijzingen bevatten informatie die u nodig heeft om het apparaat in gebruik te nemen en de meegeleverde software te installeren. Voorts bevatten deze bedieningsaanwijzingen alle gedetailleerde informatie over het gebruik van het apparaat als printer, scanner en kopieerapparaat, evenals informatie over het onderhoud en de oplossing van problemen met het apparaat.
  • Pagina 3: Veiligheidsinformatie

    Veiligheidsinformatie Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd de volgende veiligheidsmaatregelen in acht. Veiligheid tijdens het gebruik In deze handleiding worden de volgende belangrijke symbolen gebruikt: WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen indien de aanwijzingen niet worden opgevolgd.
  • Pagina 4 OPGELET: • Bescherm het apparaat tegen vocht of nat weer, zoals regen en sneeuw. • Trek de netstekker uit het stopcontact voordat u het apparaat verplaatst. Tijdens het verplaatsen van het apparaat moet u erop letten dat het netsnoer niet wordt beschadigd onder het apparaat. •...
  • Pagina 5 In geval van problemen neemt u in eerste instantie contact op met uw servicevertegenwoordiger. FAX2210L/LF215m: De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op het internet op de volgende URL : http://www.ricoh.co.jp/fax/ce_doc IF3050: De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op het internet op de volgende URL : http://jboard.danka.de/jboard/produkte/index.htmlo, waar u het betreffende product dient te selecteren.
  • Pagina 6: Positie Van Labels Met De Tekst

    Positie van labels met de tekst WAARSCHUWING en OPGELET Dit apparaat is voorzien van labels met de tekst WAARSCHUWING en OPGELET op de hieronder afgebeelde plaatsen. In het belang van de veiligheid dient u de aanwijzingen te volgen en het apparaat te hanteren zoals aangegeven. *Dit label is aangebracht op delen die heet kunnen worden.
  • Pagina 7 MEDEDELING Mededeling voor gebruikers in de Verenigde Staten van Amerika Mededeling: Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse B conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie binnenshuis.
  • Pagina 8 Ondersteuning van Ricoh (in de VS te bereiken op het gratis nummer 1-800-FASTFIX). Als het apparaat schade aan het telefoonnet veroorzaakt, kan de telefoonmaatschappij u vragen om het apparaat los te koppelen tot het probleem verholpen is.
  • Pagina 9 WAARSCHUWING • Demonteer het apparaat niet, anders zou u een elektrische schok kunnen krijgen. • Als u een groot aantal exemplaren afdrukt, kan het oppervlak van de uitvoerlade heet worden. Wees dus voorzichtig, en let er vooral ook op dat kinderen het oppervlak niet aanraken.
  • Pagina 10: Inhoudsopgave

    NHOUD AN DE SLAG Hoofdstuk 1: Het apparaat instellen Uitpakken ............1.2 Een geschikte plaats kiezen ......1.5 Plaats van de onderdelen ........1.6 Voorkant ............1.6 Achterkant ............. 1.6 Functies van het bedieningspaneel ....1.7 Accessoires bevestigen ......... 1.9 Documentuitvoersteun ........
  • Pagina 11 APIER Hoofdstuk 2: Afdrukmateriaal kiezen ......... 2.2 Formaat, invoer en capaciteit ......2.2 Richtlijnen voor papier en speciale materialen ..2.3 De uitvoerlocatie kiezen ........2.4 Afdrukken naar de uitvoerlade aan de voorkant (bedrukte zijde onder) ....2.5 Afdrukken naar de uitvoersleuf aan de achterkant (bedrukte zijde boven) ....
  • Pagina 12 Een fax ontvangen Informatie over ontvangstmodi ......4.10 Papier plaatsen voor het ontvangen van faxen ..4.11 Automatisch ontvangen in de Fax-modus ....4.11 Automatisch ontvangen in de Antw/Fax-modus ..4.12 Handmatig ontvangen in de Tel-modus ....4.12 Handmatig ontvangen via een code voor ontvangst op afstand ............
  • Pagina 13 FDRUKKEN Hoofdstuk 5: Een document afdrukken in Windows ..... 5.2 Een afdruktaak annuleren ........ 5.5 Een favoriete instelling gebruiken ..... 5.6 De Help-functie ..........5.6 Papiereigenschappen instellen ....... 5.7 Grafische eigenschappen instellen ......5.9 Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier ..5.11 Een document verkleind of vergroot afdrukken ..
  • Pagina 14 NDERHOUD Hoofdstuk 7: Het geheugen wissen ........... 7.2 Schaduw aanpassen ..........7.3 Uw apparaat reinigen ........... 7.3 De buitenkant reinigen ........7.4 De binnenkant reinigen ........7.4 De scanner reinigen ........7.5 De tonercassette onderhouden ......7.6 Toner herverdelen .......... 7.7 De tonercassette vervangen ......
  • Pagina 15 IJLAGE Hoofdstuk A: Een optionele lade installeren ........ A.2 Lade 2 instellen in de printereigenschappen ..A.4 Het papiertype en -formaat instellen voor lade 2 . A.4 Specificaties ............A.5 Algemene specificaties ........A.5 Specificaties van de scanner ......A.6 Specificaties van het kopieerapparaat ....
  • Pagina 16: Hoofdstuk 1: Aan De Slag

    AN DE SLAG Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele apparaat. Met dit apparaat kunt u afdrukken, kopiëren, scannen en faxen! In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
  • Pagina 17: Het Apparaat Instellen

    Het apparaat instellen Uitpakken Haal het apparaat en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende items aanwezig zijn. Als een item ontbreekt, neemt u contact op met de winkel waar u het apparaat heeft gekocht: Tonercassette Netsnoer Telefoonsnoer Cd-rom Beknopte installatiehandleiding Beknopte handleiding...
  • Pagina 18 Typeplaatje Sticker met de indeling (is in sommige regio's mogelijk al van de toetsen op het apparaat aangebracht ) (alleen voor Europa/is in sommige regio's mogelijk al op het apparaat aangebracht) * Mogelijk zien het netsnoer en het telefoonsnoer er anders uit dan op de afbeelding, afhankelijk van het land waar u het apparaat heeft gekocht.
  • Pagina 19 Verwijder de verpakkingstape van de voorkant, achterkant en zijkanten van het apparaat. Tape AN DE SLAG...
  • Pagina 20: Een Geschikte Plaats Kiezen

    Een geschikte plaats kiezen Kies een vlak, stabiel oppervlak met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Laat extra ruimte voor het openen van de kleppen en laden. Het apparaat moet in een goed geventileerde ruimte staan, weg van direct zonlicht en elke bron van warmte, koude en vocht. Plaats het apparaat niet te dicht bij de rand van een bureau of tafel.
  • Pagina 21: Plaats Van De Onderdelen

    Plaats van de onderdelen De belangrijkste onderdelen van het apparaat zijn: Voorkant Automatische documentinvoer (ADF) Documentinvoersteun Bedieningspaneel (zie pagina 1.7) Uitvoerlade vooraan Documentuitvoerlade (bedrukte zijde onder) Document- geleiders Papieruitvoersteun Voorklep Tonercassette Papierniveau-indicatie Optioneel magazijnMagazijn 2 Handmatige invoer (Magazijn 2) Papierlade(Magazijn 1) Geleiders van de handmatige invoer Achterkant Achterklep...
  • Pagina 22: Functies Van Het Bedieningspaneel

    Functies van het bedieningspaneel Hier kunt u veelgebruikte faxnummers opslaan, waarna u deze kunt kiezen door op de toetsen te drukken. Biedt u de mogelijkheid om de directkiestoetsen te verplaatsen naar de nummers 21 tot en met 40. Hiermee kunt u door de beschikbare opties van het geselecteerde menu-item bladeren.
  • Pagina 23 Hiermee kunt u de faxontvangstmodus selecteren. • Hiermee kunt u vaak gebruikte faxnummers opslaan onder een snelkiesnummer of groepsnummer bestaande uit 1 of 2 cijfers, zodat u deze faxnummers snel kunt kiezen. Hiermee kunt u ook de opgeslagen nummers bewerken. •...
  • Pagina 24: Accessoires Bevestigen

    Accessoires bevestigen Documentuitvoersteun Steek de uiteinden van de meegeleverde documentuitvoersteun in de sleuven aan weerszijden van de papieruitvoerlade. Klap indien nodig het verlengstuk open. : Als u de PMERKING documentuitvoerlade wilt losmaken, drukt u op het voorste gedeelte van deze lade zoals hiernaast afgebeeld. U hoort dan wel een dof geluid, maar er wordt op die manier niets beschadigd.
  • Pagina 25: De Tonercassette Plaatsen

    De tonercassette plaatsen Open de voorklep. Haal de meegeleverde tonercassette uit de verpakking. Kantel de cassette 5 of 6 keer voorzichtig van links naar rechts om de toner evenredig te verdelen in de cassette. Als u dit grondig doet, haalt u het maximale aantal afdrukken uit de cassette.
  • Pagina 26 Schuif de tonercassette in het apparaat tot hij volledig op zijn plaats klikt. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 1.11 AN DE SLAG...
  • Pagina 27: Papier Plaatsen

    Papier plaatsen U kunt ongeveer 250 vellen plaatsen. Om een stapel papier van Letter-formaat te plaatsen: Trek de papierlade open en verwijder ze uit het apparaat. Duw de aandrukplaat omlaag tot hij vastklikt. Waaier de stapel papier uit om vellen die aan elkaar zitten los te maken.
  • Pagina 28 Plaats de stapel papier in de papierlade met de te bedrukken zijde boven. : Als u een ander papierformaat wilt plaatsen, moet u de PMERKING papiergeleiders aanpassen. Hoe u dit doet, leest u op pagina 1.14. Controleer of het papier niet boven de papiergrensmarkering links in de lade uitkomt.
  • Pagina 29 Het papierformaat in de papierlade wijzigen Als u lang papier plaatst (bijv. papier van het formaat Legal), moet u de papiergeleiders aanpassen om de papierlade langer te maken. Druk op de vergrendeling van de geleider en schuif de papierlengtegeleider volledig uit zodat de volledige lengte van de papierlade kan worden gebruikt.
  • Pagina 30: Aansluitingen

    Knijp de papierbreedtegeleider samen zoals hieronder afgebeeld en schuif hem tegen de stapel papier aan. De geleider mag het papier maar nipt raken. PMERKINGEN • Zorg ervoor dat de papierbreedtegeleider niet te hard tegen het papier drukt, anders gaat dit bol staan. •...
  • Pagina 31 Als u het apparaat wilt gebruiken om zowel faxen als telefoongesprekken te ontvangen, moet u een telefoon en/ of een antwoordapparaat aansluiten. 1.16 AN DE SLAG...
  • Pagina 32: Aansluiten Op Uw Computer

    : As u in het Verenigd Koninkrijk een driedraadse PMERKING telefoon of een driedraads antwoordapparaat (shuntdraad, oudere apparatuur) aansluit op de EXT-aansluiting van het apparaat, zal de externe apparatuur niet rinkelen wanneer een oproep binnenkomt, omdat het apparaat is ontworpen om te werken met de nieuwste technologie.
  • Pagina 33: Het Apparaat Inschakelen

    Het apparaat inschakelen Steek het ene uiteinde van het meegeleverde netsnoer in de netstroomaansluiting van het apparaat, en steek het andere uiteinde in een geaard stopcontact. Druk op de aan-/uitschakelaar om het apparaat aan te zetten. ➜ Naar een stopcontact Op pagina 1.27 leest u hoe u de taal van de berichten op het display kunt wijzigen.
  • Pagina 34: Software Installeren

    Software installeren Informatie over de software Nadat u het apparaat heeft geïnstalleerd en op uw computer heeft aangesloten, moet u software installeren met behulp van de meegeleverde cd-rom. De cd-rom bevat: • Software • Bedieningsaanwijzingen • Adobe Acrobat Reader Voorts bevat de cd-rom de volgende software: Type 2200-stuurprogramma Om het apparaat onder Windows te kunnen gebruiken als printer of scanner, moet u het Type 2200-stuurprogramma...
  • Pagina 35: Eigenschappen Van Het Printerstuurprogramma

    Eigenschappen van het printerstuurprogramma Uw printerstuurprogramma's ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Selectie van de papierinvoer • Papierformaat, afdrukstand en type media • Aantal exemplaren De volgende tabel geeft een algemeen overzicht van de functies die worden ondersteund door uw printerstuurprogramma's. Printerstuurprogramma Functie Win9x/Me...
  • Pagina 36: Software Installeren Onder Windows

    Software installeren onder Windows Systeemvereisten Voordat u begint, moet u nagaan of uw computer de minimale vereisten vervult. Ondersteunde besturingssystemen • Windows 95 OSR2 • Windows 98/Windows 98 SE • Windows Me • Windows NT 4 Workstation of Server met Service Pack 3 •...
  • Pagina 37: Software Installeren Onder Windows

    Software installeren onder Windows PMERKINGEN • Sluit het venster Nieuwe hardware gevonden wanneer uw computer opstart. • Zet het apparaat aan en sluit het aan op de parallelle poort of USB-poort van de computer voordat u de software installeert. Windows 95 en Windows NT 4.0 bieden geen ondersteuning voor de USB-aansluiting.
  • Pagina 38 Kies het installatietype. •Standaard: Installeert de gebruikelijke software voor uw printer, zoals het printerstuurprogramma, het Twain- stuurprogramma en het externe bedieningspaneel. Dit is aanbevolen voor de meeste gebruikers. •Aangepast: Biedt u de mogelijkheid om de taal van de software te kiezen evenals de onderdelen die u wilt installeren.
  • Pagina 39: Software Herstellen

    Klik op Voltooien. PMERKINGEN • Als u het apparaat wilt gebruiken met de parallelle kabel, verwijdert u de USB-kabel en sluit u de parallelle kabel aan. Vervolgens installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. Selecteer Start ¡ Programma's ¡ Type 2200 ¡ Onderhoud ¡...
  • Pagina 40 : Als het apparaat niet op de computer PMERKINGEN aangesloten is, verschijnt het volgende venster. • Nadat u het apparaat heeft aangesloten, klikt u op Volgende. • Als u de status van de aansluiting wilt overslaan, klikt u op Volgende, waarna u in het volgende venster op Nee klikt. Vervolgens wordt de installatie gestart.
  • Pagina 41: De Installatie Van Software Ongedaan Maken

    De installatie van software ongedaan maken U moet de installatie van de software ongedaan maken als u een nieuwe versie wilt installeren of als de installatie mislukt is. Selecteer Start ¡ Programma's ¡ Type 2200 ¡ Onderhoud. Of plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-rom-station. De cd-rom wordt automatisch uitgevoerd en er verschijnt een venster.
  • Pagina 42: Het Apparaat Instellen

    Het apparaat instellen De taal van het display wijzigen Als u de taal van de berichten op het display wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk: Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'App. instellen' verschijnt. Druk op tot op de onderste regel van het display 'Taal' verschijnt.
  • Pagina 43: Apparaat-Id Instellen

    Apparaat-id instellen In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op iedere uitgaande fax uw faxnummer te vermelden. De apparaat-id, die uw telefoonnummer en (bedrijfs) naam bevat, wordt afgedrukt bovenaan op elke pagina die u faxt. Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'App.
  • Pagina 44: Tekens Invoeren Met De Cijfertoetsen

    Tekens invoeren met de cijfertoetsen Het komt uiteraard nogal eens voor dat u namen en nummers wilt invoeren, bijvoorbeeld uw (bedrijfs) naam en faxnummer wanneer u het apparaat instelt. Als u snelkiesnummers of groepsnummers van 1 of 2 cijfers opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen invoeren.
  • Pagina 45 Letters en cijfers op de toetsen Toets Toegewezen cijfers, letters of tekens Spatie ’ & Cijfers of namen wijzigen Als u een verkeerd teken heeft ingevoerd in een nummer of een naam, drukt u op om het laatste teken te verwijderen. Voer vervolgens de juiste cijfers of letters in.
  • Pagina 46: De Datum En Tijd Instellen

    De datum en tijd instellen De huidige datum en tijd worden weergegeven op het display wanneer het apparaat stand-by staat. De datum en tijd worden afgedrukt op al uw faxberichten. : Als de stroomtoevoer naar het apparaat wordt PMERKING onderbroken, moet u de datum en tijd opnieuw instellen wanneer het apparaat weer stroom ontvangt.
  • Pagina 47: De Kloknotatie Instellen

    De kloknotatie instellen U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie. Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'App. instellen' verschijnt. Druk op tot op de onderste regel 'Klok instellen' verschijnt en druk op Enter.
  • Pagina 48: Geluid Instellen

    Geluid instellen U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen: • Belvolume: U kunt het belvolume aanpassen. • Toetstoon: Als deze optie ingesteld is op 'Aan', hoort u een toon telkens wanneer u op een toets drukt. • Alarmtoon: U kunt de waarschuwingstoon in- of uitschakelen. Als deze optie is ingesteld op 'Aan', hoort u een waarschuwingstoon wanneer een fout optreedt of wanneer een faxverbinding wordt beëindigd.
  • Pagina 49: Luidsprekervolume

    Luidsprekervolume U kunt het volume aanpassen met de toets Hand. Kiezen. Druk op Hand. Kiezen. U hoort een kiestoon uit de luidspreker. Druk op tot het gewenste volume is bereikt. Op het display wordt het huidige volume weergegeven. Druk op Wissen/Stop om de wijziging op te slaan en terug te keren naar de stand-by-modus.
  • Pagina 50: Hoofdstuk 2: Papier

    APIER In dit hoofdstuk vindt u basisinformatie over het kiezen van de afdrukmaterialen en leest u hoe u ze in het apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Afdrukmateriaal kiezen • De uitvoerlocatie kiezen • Papier in de papierlade plaatsen •...
  • Pagina 51: Afdrukmateriaal Kiezen

    Afdrukmateriaal kiezen U kunt afdrukken op verscheidene afdrukmaterialen, zoals gewoon papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die in overeenstemming zijn met de richtlijnen voor dit apparaat. Zie “Papierspecificaties” op pagina A.9. Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
  • Pagina 52: Richtlijnen Voor Papier En Speciale Materialen

    Richtlijnen voor papier en speciale materialen Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u papier, enveloppen of andere speciale materialen kiest of plaatst: • Gebruik altijd papier en andere materialen die voldoen aan de specificaties op “Papierspecificaties” op pagina A.9. •...
  • Pagina 53: De Uitvoerlocatie Kiezen

    - Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Als er stof of vuil op komt, kunnen de afdrukken vlekkerig worden. - Let op dat u geen vingerafdrukken maakt op transparanten en gecoat papier. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
  • Pagina 54: Afdrukken Naar De Uitvoerlade Aan De Voorkant (Bedrukte Zijde Onder)

    Afdrukken naar de uitvoerlade aan de voorkant (bedrukte zijde onder) De uitvoerlade aan de voorkant vangt het bedrukte papier op met de bedrukte zijde onder en in de juiste volgorde. U kunt deze lade gebruiken voor de meeste afdruktaken. Afdrukken naar de uitvoersleuf aan de achterkant (bedrukte zijde boven) Als u de uitvoersleuf aan de achterkant gebruikt, verlaat het papier...
  • Pagina 55 Om de uitvoersleuf aan de achterkant te gebruiken: Open de achterklep door deze omhoog te trekken. : Het fixeergedeelte achteraan in het apparaat AARSCHUWING wordt heet zodra u het apparaat inschakelt. Wees voorzichtig wanneer u met uw handen in dit gedeelte van het apparaat komt. Als u de uitvoersleuf aan de achterkant niet wilt gebruiken, sluit u de achterklep.
  • Pagina 56: Papier In De Papierlade Plaatsen

    Papier in de papierlade plaatsen De papierlade kan maximaal 250 vellen gewoon papier van 75 bevatten. Om te faxen en kopiëren kunt u alleen papier met het formaat A4, Letter of Legal gebruiken. Als u afdrukt vanuit de computer, kunt u vele verschillende papierformaten gebruiken.
  • Pagina 57: Gebruik Van De Handmatige Invoer

    Gebruik van de handmatige invoer Via de handmatige invoer kunt u afdrukken op transparanten, etiketten, enveloppen of briefkaarten, en kunt u snel afdrukken op een ander papiertype of -formaat dan het type of formaat dat zich in de papierlade bevindt. U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, (index) kaarten van 8,89 op 14,80 cm en andere materialen met afwijkende formaten.
  • Pagina 58 Stel de papiergeleider in op de breedte van het afdrukmateriaal. : Als u reeds bedrukt papier in de handinvoer PMERKING plaatst, moet de bedrukte zijde naar onder liggen en mag de rand die naar het apparaat wijst niet gekruld zijn. Als u problemen ondervindt met de invoer van papier, keert u het papier om.
  • Pagina 59: Het Papiertype En -Formaat Instellen Voor De Handmatige Invoer

    Het papiertype en -formaat instellen voor de handmatige invoer Nadat u papier in de handmatige invoer heeft geplaatst, moet u het juiste papiertype en -formaat instellen met de toetsen van het bedieningspaneel. Deze instellingen gelden voor de kopieermodus. Als u afdrukt vanuit een computer, moet u het papierformaat selecteren in het programma dat u gebruikt.
  • Pagina 60: Hoofdstuk 3: Kopiëren

    OPIËREN In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kunt kopiëren. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Papier plaatsen om te kopiëren • Een document voorbereiden • Een kopie maken • Kopieeropties instellen • De standaardinstellingen wijzigen •...
  • Pagina 61: Papier Plaatsen Om Te Kopiëren

    Papier plaatsen om te kopiëren De aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal zijn dezelfde, of het nu gaat om afdrukken, faxen of kopiëren. Om te kopiëren kunt u afdrukmateriaal met het formaat Letter, A4 en Legal gebruiken. Zie pagina 1.12 voor meer informatie over het plaatsen van papier in de papierlade, en zie pagina 2.8 voor meer informatie over het plaatsen van papier in de handmatige invoer.
  • Pagina 62: Een Kopie Maken

    Een kopie maken Trek de documentsteun volledig uit. Klap indien nodig het verlengstuk open. Plaats maximaal 50 originelen met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer. Pas de documentgeleiders aan aan het formaat van het (de) origine(e)l(en). Pas met de toetsen van het bedieningspaneel de kopieerinstellingen aan, zoals het aantal exemplaren, het kopieerformaat, de helderheid en het type origineel.
  • Pagina 63: Kopieeropties Instellen

    Kopieeropties instellen Met de toetsen van het bedieningspaneel kunt u alle belangrijke kopieeropties instellen: de helderheid, het type origineel, het kopieerformaat en het aantal exemplaren. Stel de volgende opties voor de huidige kopieertaak in voordat u op Start drukt om kopieën te maken. : Als u tijdens het instellen van de kopieeropties op PMERKING Wissen/Stop drukt, worden alle opties die u heeft ingesteld voor...
  • Pagina 64: Type Origineel

    Type origineel Met deze instelling kunt u de kwaliteit van de kopie verbeteren door het type document voor de huidige kopieertaak te selecteren. Om het type document te selecteren, drukt u op Orgineeltype . Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat het LED-lampje van de geselecteerde modus aan.
  • Pagina 65: Verkleinen/Vergroten Tijdens Kopiëren

    Verkleinen/vergroten tijdens kopiëren Met de toets Verkl./Vergr. kunt u een origineel verkleinen tot 50% en vergroten tot 200%. Om een vooraf gedefinieerd kopieerformaat te selecteren: Druk op Verkl./Vergr. Op de onderste regel van het display wordt de standaardinstelling weergegeven. Druk op Verkl./Vergr. of een van de bladertoetsen ( ) tot het gewenste formaat verschijnt.
  • Pagina 66: De Standaardinstellingen Wijzigen

    De standaardinstellingen wijzigen De kopieeropties (zoals de helderheid, het type origineel, het kopieerformaat en het aantal exemplaren) kunnen worden ingesteld op de meest gebruikte modi. Als u een document kopieert, worden de standaardinstellingen gebruikt, tenzij u ze wijzigt met de toetsen van het bedieningspaneel. Om uw eigen standaardinstellingen te maken: Druk op Menu op het bedieningspaneel tot op de bovenste regel van het display 'Kopie inst.' verschijnt.
  • Pagina 67: Een Time-Out Instellen

    Een time-out instellen U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat terugkeert naar de standaardkopieerinstellingen als u niet begint te kopiëren nadat u de instellingen heeft gewijzigd via het bedieningspaneel. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot op de bovenste regel van het display 'Kopie inst.' verschijnt.
  • Pagina 68: Hoofdstuk 4: Faxen

    AXEN Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van uw apparaat als fax. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een fax verzenden • Een fax ontvangen • Automatisch kiezen • Geavanceerde faxfuncties • Overige functies...
  • Pagina 69: Een Fax Verzenden

    Een fax verzenden De faxopties instellen Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'Fax instellen' verschijnt. Het eerste menu-item 'Keer overgaan' verschijnt op de onderste regel. Druk op tot op de onderste regel het gewenste menu-item verschijnt, en druk vervolgens op Enter. Blader met naar de gewenste status, of voer de waarde voor de geselecteerde optie in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 70: Beschikbare Faxopties

    Beschikbare faxopties U kunt de volgende opties gebruiken om het faxsysteem te configureren: Optie Beschrijving Keer overgaan U kunt opgeven na hoeveel beltonen (1 tot 7) een inkomende oproep moet worden beantwoord. Tonersterkte U kunt de standaardhelderheidsmodus selecteren om uw documenten lichter of donkerder te faxen.
  • Pagina 71 Optie Beschrijving Verkleinen Als het apparaat een document ontvangt dat langer is dan het papier in de papierlade, kan het apparaat het document verkleinen zodat het kan worden afgedrukt op het papier in de lade. Selecteer Aan als u een inkomende pagina automatisch wilt verkleinen.
  • Pagina 72: Een Document Plaatsen

    Een document plaatsen Trek de documentinvoersteun volledig uit. Klap indien nodig het verlengstuk open. Plaats maximaal 50 documenten met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer en stel de documentgeleiders in op de afmetingen van de documenten. Zie pagina 3.2 voor gedetailleerde richtlijnen over het voorbereiden van een document.
  • Pagina 73: De Documentresolutie Aanpassen

    De documentresolutie aanpassen De standaarddocumentinstellingen leveren goede resultaten met standaardtekstdocumenten. Als u echter een document van slechte kwaliteit of een document met foto's wilt faxen, kunt u de resolutie aanpassen om een fax van hogere kwaliteit te verkrijgen. Druk op Resolutie op het bedieningspaneel. Als u op Resolutie of op een van de bladertoetsen ) drukt, kunt u kiezen uit Standaard, Fijn, Extra fijn en Foto.
  • Pagina 74: Een Fax Automatisch Verzenden

    Een fax automatisch verzenden Plaats het (de) document(en) met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer. Zie pagina 4.5 voor informatie over het plaatsen van een document. Stel een resolutie in die geschikt is voor uw faxbericht. Zie pagina 4.6. Zie pagina 4.3 als u de helderheid wilt wijzigen.
  • Pagina 75: Een Fax Handmatig Verzenden

    Een fax handmatig verzenden Plaats het (de) document(en) met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer. Zie pagina 4.5 voor informatie over het plaatsen van een document. Stel een resolutie in die geschikt is voor uw faxbericht. Zie pagina 4.6. Zie pagina 4.3 als u de helderheid wilt wijzigen.
  • Pagina 76: Verzendbevestiging

    Verzendbevestiging Als de laatste pagina van uw document verzonden is, hoort u een pieptoon en keert het apparaat terug naar de stand-by-modus. Als er tijdens de verzending van uw fax iets misloopt, verschijnt een foutbericht op het display. Zie pagina 8.8 voor een lijst van foutberichten en hun betekenis.
  • Pagina 77: Een Fax Ontvangen

    Een fax ontvangen Informatie over ontvangstmodi • In de Fax-modus beantwoordt het apparaat een inkomende oproep en schakelt het onmiddellijk over naar de faxontvangstmodus. • In de Tel.-modus kunt u een fax ontvangen door te drukken op Hand. Kiezen (u hoort een faxtoon van het andere apparaat) en vervolgens te drukken op Start op het bedieningspaneel van het apparaat.
  • Pagina 78: Papier Plaatsen Voor Het Ontvangen Van Faxen

    Papier plaatsen voor het ontvangen van faxen De aanwijzingen voor het plaatsen van papier in de papierlade zijn dezelfde, ongeacht of u afdrukt, faxt of kopieert. Faxberichten kunnen echter alleen worden afgedrukt op papier met het formaat Letter, A4 of Legal. Zie pagina 1.12 en pagina 1.32 voor informatie over het plaatsen van papier en het instellen van het papierformaat in de lade.
  • Pagina 79: Automatisch Ontvangen In De Antw/Fax-Modus

    Automatisch ontvangen in de Antw/Fax- modus Voor deze modus moet u een antwoordapparaat aansluiten op de EXT-aansluiting aan de achterkant van het apparaat. Zie pagina 1.15. Druk op Ontvangstmodus. Houd Outvangstmodus ingedrukt tot op de onderste regel 'Ant/Fax' verschijnt. Mogelijk moet u dit één of twee keer herhalen afhankelijk van de modus die actief was.
  • Pagina 80: Handmatig Ontvangen Via Een Code Voor Ontvangst Op Afstand

    Handmatig ontvangen via een code voor ontvangst op afstand U kunt een fax ontvangen van iemand met wie u in gesprek bent met het externe telefoontoestel zonder dat u naar het apparaat moet gaan. Als u een oproep ontvangt op het externe telefoontoestel en faxtonen hoort, drukt u op op het externe telefoontoestel.
  • Pagina 81: Faxen Ontvangen In Het Geheugen

    Om de DRPD-modus in te stellen: Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'Fax instellen' verschijnt. Het eerste menu-item 'Ontvangstmodus' verschijnt op de onderste regel. Druk op ➛ of ❿ tot op de onderste regel 'DRPD-Modus' verschijnt, en druk vervolgens op Enter.
  • Pagina 82: Automatisch Kiezen

    Automatisch kiezen Directkiesnummers Met de 20 directkiestoetsen van het bedieningspaneel kunt u vaak gebruikte faxnummers opslaan en een nummer automatisch kiezen met één druk op de toets. Met de toets kunt u tot 40 faxnummers opslaan onder de directkiestoetsen. Een directkiesnummer opslaan Houd een van de directkiestoetsen ongeveer 2 seconden ingedrukt.
  • Pagina 83: Een Fax Verzenden Via Een Directkiesnummer

    Een fax verzenden via een directkiesnummer Plaats het (de) document(en) met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer. Zie pagina 4.5 voor informatie over het plaatsen van een document. Stel een resolutie in die geschikt is voor uw faxbericht. Zie pagina 4.6.
  • Pagina 84: Een Fax Verzenden Via Een Snelkiesnummer

    Voer met de cijfertoetsen het nummer in dat u wilt opslaan, en druk op Enter. Als u een pauze wilt invoegen tussen cijfers, drukt u op Opn./Pauze. Op het display wordt een koppelteken weergegeven. Als u een naam wilt toewijzen aan het nummer, voert u de gewenste naam in.
  • Pagina 85: Groepsnummers

    Groepsnummers Als u regelmatig hetzelfde document naar verschillende ontvangers faxt, kunt u deze faxnummers opslaan onder een groepsnummer. U kunt dit groepsnummer dan gebruiken om hetzelfde document te faxen naar alle nummers in de groep. Een groepsnummer instellen Druk op Telefoonlijst op het bedieningspaneel. Druk op Telefoonlijst of op een van de bladertoetsen ) tot op de onderste regel van het display 'Opsl.&Wijzigen' verschijnt.
  • Pagina 86: Groepsnummers Bewerken

    Sla deze stap over als u geen naam wilt toewijzen. Druk op Enter als de naam juist wordt weergegeven of als u geen naam wilt invoeren. Als u een andere groep wilt toewijzen, drukt u op Enter en herhaalt u de bovenstaande stappen vanaf stap 5. Druk op Wissen/Stop om terug te keren naar de stand-by-modus.
  • Pagina 87: Een Fax Verzenden Via Een Groepsnummer (Verzending Naar Meerdere Nummers)

    Als u een nieuw nummer invoert, verschijnt 'Toevoegen?' op het display. Druk op Enter om het nummer toe te voegen of te verwijderen. Druk op Hoogste Niv. om de groepsnaam te wijzigen. Voer een nieuwe groepsnaam in en druk op Enter. Als u een andere groep wilt bewerken, drukt u op Enter en herhaalt u de bovenstaande stappen vanaf stap 5.
  • Pagina 88: Een Nummer In Het Geheugen Zoeken

    Een nummer in het geheugen zoeken U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen zoeken. U kunt van A tot Z door alle namen bladeren, of u kunt zoeken aan de hand van de eerste letter van de naam die aan het nummer is toegewezen.
  • Pagina 89: Een Telefoonlijst Afdrukken

    Een telefoonlijst afdrukken U kunt de instellingen voor automatisch kiezen controleren door een telefoonlijst af te drukken. Druk op Telefoonlijst. Druk op Telefoonlijst of op een van de bladertoetsen ( ) tot op de onderste regel 'Afdruk' verschijnt, en druk vervolgens op Enter.
  • Pagina 90: Geavanceerde Faxfuncties

    Geavanceerde faxfuncties Faxen rondzenden Met de toets Verzenden op het bedieningspaneel kunt u de functie Rondzenden gebruiken, waarmee u een document naar meerdere nummers kunt faxen. De documenten worden automatisch opgeslagen in het geheugen en verzonden. Na de verzending worden de documenten automatisch uit het geheugen verwijderd.
  • Pagina 91: Een Uitgestelde Fax Verzenden

    Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u op 2 om 'Nee' te selecteren wanneer de vraag Nog een nummer verschijnt. Het document wordt ingescand in het geheugen voordat het wordt verzonden. Op het display verschijnt de geheugencapaciteit en het aantal pagina’s dat is opgeslagen in het geheugen.
  • Pagina 92 Als u nog een faxnummer wilt invoeren, drukt u op 1 om 'Ja' te selecteren, en herhaalt u stap 4 en 5. U kunt maximaal 10 nummers toevoegen. U kunt als tweede nummer geen groepsnummer gebruiken. Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u op 2 om 'Nee te selecteren wanneer de vraag Nog een nummer verschijnt.
  • Pagina 93: Een Prioritaire Fax Verzenden

    Een prioritaire fax verzenden Met de functie Prioritaire fax kunt u een document met hoge prioriteit verzenden voordat andere ingestelde bewerkingen worden uitgevoerd. Het document wordt ingescand in het geheugen en verzonden zodra de huidige bewerking is afgelopen. Een prioritaire verzending onderbreekt een rondzending (de prioritaire fax wordt dan verzonden na de verzending naar ontvanger A en voor de verzending naar ontvanger B).
  • Pagina 94: Een Fax Opvragen (Polling) Van Een Ander Faxapparaat

    Een fax opvragen (polling) van een ander faxapparaat Polling (opvragen) wordt gebruikt als een faxapparaat een document opvraagt bij een ander faxapparaat. Dit is handig wanneer de persoon met het te verzenden document niet op kantoor is. De persoon die het document wil ontvangen belt naar het faxapparaat dat het document bevat en vraagt om het document te verzenden.
  • Pagina 95: Documenten Toevoegen Aan Een Uitgestelde Fax

    Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, drukt u op 2 om 'Nee' te selecteren wanneer de vraag Nog een nummer verschijnt. Voer de tijd in met de cijfertoetsen. Om 'VM' of 'NM' te selecteren voor de 12-uursnotatie, drukt u op of op een cijfertoets.
  • Pagina 96: Een Uitgestelde Fax Annuleren

    Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display 'Faxfunctie' verschijnt. Druk op tot op de onderste regel 'Pag. toevoegen' verschijnt, en druk vervolgens op Enter. Op het display verschijnt de laatste taak die in het geheugen is opgeslagen. Druk op tot de faxtaak verschijnt waaraan u documenten wilt toevoegen, en druk vervolgens op Enter.
  • Pagina 97: Overige Functies

    Overige functies De veilige-ontvangstmodus gebruiken Stel dat u niet wilt dat faxberichten die tijdens uw afwezigheid binnenkomen worden bekeken door anderen. U kunt de veilige- ontvangstmodus inschakelen om te vermijden dat ontvangen faxberichten worden afgedrukt tijdens uw afwezigheid. In deze modus worden alle inkomende faxberichten opgeslagen in het geheugen.
  • Pagina 98 Om ontvangen faxen af te drukken: Open het menu Veilig ontvangen door stap 1 en 2 op pagina 4.30 te volgen. Druk op tot op de onderste regel 'Afdruk' verschijnt, en druk vervolgens op Enter. Voer het wachtwoord van vier cijfers in en druk op Enter. Alle in het geheugen opgeslagen faxen worden afgedrukt.
  • Pagina 99: Rapporten Afdrukken

    Rapporten afdrukken Het apparaat kan een aantal rapporten met nuttig informatie afdrukken. De volgende rapporten zijn beschikbaar: Telefoonlijst Deze lijst bevat alle nummers die als snelkiesnummer of groepsnummer zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat. U kunt deze lijst afdrukken met de toets Telefoonlijst. Zie pagina 4.22.
  • Pagina 100 Lijst van ongewenste faxnummers Deze lijst geeft maximaal 10 faxnummers weer die via het menu Ongewenste faxnummers zijn opgegeven als ongewenste faxnummers. Zie pagina 4.35. Als de functie Ongewenste faxnummers blokkeren ingeschakeld is, worden inkomende faxberichten van deze nummers geblokkeerd. Deze functie herkent de laatste 6 cijfers van het faxnummer dat is ingesteld als id van een extern faxapparaat.
  • Pagina 101: Geavanceerde Faxinstellingen Gebruiken

    Geavanceerde faxinstellingen gebruiken Het apparaat heeft diverse gebruikersinstellingen voor het verzenden en ontvangen van faxen. Dit zijn standaardinstellingen die u desgewenst zelf kunt wijzigen. Druk de lijst van instellingen af om te controleren hoe de opties momenteel zijn ingesteld. Informatie over het afdrukken van de lijst vindt u op pagina 4.32 Instellingen wijzigen Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display...
  • Pagina 102: Geavanceerde Faxinstellingen

    Geavanceerde faxinstellingen Optie Beschrijving Verz./Doorst. U kunt het apparaat zo instellen dat alle uitgaande faxen niet alleen naar de ingevoerde faxnummers maar ook naar een opgegeven locatie worden verzonden. Selecteer Uit om deze functie uit te schakelen. Selecteer Aan om deze functie in te schakelen. U kunt het nummer van het externe faxapparaat instellen waarnaar faxen worden doorgestuurd.
  • Pagina 103 Optie Beschrijving Veilig ontvangen U kunt voorkomen dat onbevoegde personen uw inkomende faxen kunnen bekijken. Zie pagina 4.30 voor meer informatie over het instellen van deze modus. Netnummer U kunt een nummer van maximaal vijf cijfers instellen dat automatisch wordt gekozen voordat een faxnummer wordt gekozen.
  • Pagina 104: Gebruik Van Het Extern Bedieningspaneel

    Gebruik van het Extern bedieningspaneel Via het Extern bedieningspaneel kunt u nummers in de telefoonlijst opnemen of wijzigen en de firmware van het apparaat updaten op het bureaublad van uw computer. Wanneer u de software installeert, wordt ook het programma Extern bedieningspaneel automatisch geïnstalleerd.
  • Pagina 105: Het Tabblad Telefoonlijst

    Het tabblad Telefoonlijst Klik op het tabblad Telefoonlijst als u faxnummers in de telefoonlijst wilt opnemen of bewerken. Stuurt de nummers in de telefoonlijst van het apparaat door naar het Extern bedieningspaneel. Downloadt de nummers in de telefoonlijst van het Extern bedieningspaneel naar het apparaat.
  • Pagina 106 Het tabblad Firmware bijwerken Klik op het tabblad Firmware bijwerken om de firmware van het apparaat te updaten. Deze functie mag alleen worden gebruikt door een bevoegde technicus. Raadpleeg hiervoor de verkoper van het apparaat. 4.39 AXEN...
  • Pagina 107 4.40 AXEN...
  • Pagina 108: Hoofdstuk 5: Fdrukken

    FDRUKKEN In dit hoofdstuk leest u hoe u uw documenten kunt afdrukken in Windows en hoe u de afdrukinstellingen gebruikt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een document afdrukken in Windows • Papiereigenschappen instellen • Grafische eigenschappen instellen •...
  • Pagina 109: Een Document Afdrukken In Windows

    Een document afdrukken in Windows Hieronder beschrijven we de algemene stappen die vereist zijn om af te drukken vanuit verschillende Windows-toepassingen. De precieze stappen voor het afdrukken van een document kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van uw softwaretoepassing voor de juiste afdrukprocedure.
  • Pagina 110 Eerst verschijnt het tabblad Layout. Het afdrukvoorbeeld geeft de voorbeeldpagina weer met de door u opgegeven instellingen. Selecteer indien nodig de optie Afdrukstand. Via de optie Afdrukstand kunt u aangeven in welke richting de informatie op de pagina moet worden afgedrukt.
  • Pagina 111 • Normaal: Uw apparaat drukt af van de eerste pagina tot de laatste pagina. • Beginnen met laatste pagina: Uw apparaat drukt af van de laatste pagina tot de eerste pagina. • Oneven pagina's afdrukken: Het apparaat drukt alleen de oneven pagina's van het document af. •...
  • Pagina 112: Een Afdruktaak Annuleren

    Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op twee manieren annuleren: Om een afdruktaak te stoppen vanaf het bedieningspaneel: Druk op de toets Wissen/Stop Het apparaat zal de pagina die op dat moment wordt afgedrukt nog voltooien en de rest van de afdruktaak verwijderen.
  • Pagina 113: Een Favoriete Instelling Gebruiken

    Een favoriete instelling gebruiken Met de optie Favorieten, die op elk tabblad wordt weergegeven, kunt u de huidige instellingen voor eigenschappen opslaan voor later gebruik. Om een favoriet op te slaan: Geef op elk tabblad de gewenste instellingen op. Typ een naam voor de favoriet in de vervolgkeuzelijst Favorieten.
  • Pagina 114: Papiereigenschappen Instellen

    Papiereigenschappen instellen Gebruik de volgende opties voor papierinstellingen. Zie pagina 5.2 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Klik op het tabblad Papier om toegang te krijgen tot diverse papiereigenschappen. Eigenschap Beschrijving Aantal Via Aantal exemplaren kunt u het aantal af exemplaren te drukken exemplaren opgeven.
  • Pagina 115 Eigenschap Beschrijving Invoer Selecteer de gewenste papierlade in de vervolgkeuzelijst Invoer. Selecteer Handm. invoer als u afdrukt op speciale afdrukmateriaal. U dient één vel tegelijk in de handmatige invoer te plaatsen. Als u de optioneel magazijn Zie pagina 2.8. 2 heeft geïnstalleerd en deze heeft ingesteld in de eigenschappen van de printer, kunt u Magazijn 2 selecteren.
  • Pagina 116: Grafische Eigenschappen Instellen

    Grafische eigenschappen instellen Gebruik de volgende grafische opties om de afdrukkwaliteit aan te passen aan uw specifieke afdrukbehoeften. Zie pagina 5.2 voor meer informatie over de toegang tot de printereigenschappen. Klik op het tabblad Grafisch om het onderstaande venster te openen.
  • Pagina 117 Eigenschap Beschrijving Geavanceer U kunt geavanceerde opties instellen door te de keuzes klikken op de knop Geavanceerde keuzes. Tonersterkte Gebruik deze optie om de afdruk donkerder of lichter te maken. • Normaal: Dit is de instelling voor normale documenten. Lichter : Deze instelling is voor dikke •...
  • Pagina 118: Meerdere Pagina's Afdrukken Op Één Vel Papier

    Eigenschap Beschrijving Geavanceer True Type-opties de keuzes (vervolg) (alleen voor Win9x/Me) Deze optie bepaalt wat het stuurprogramma het apparaat vertelt over de voorstelling van de tekst in uw document. Selecteer de desbetreffende instelling volgens de status van uw document. • Als bitmap in printer laden: Als dit keuzerondje geselecteerd is, downloadt het stuurprogramma de lettertypegegevens als...
  • Pagina 119 Op het tabblad Layout selecteert u Meer pagina's per vel in de vervolgkeuzelijst Type. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u wilt afdrukken per vel (1, 2, 4, 9 of 16). Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde.
  • Pagina 120: Een Document Verkleind Of Vergroot Afdrukken

    Een document verkleind of vergroot afdrukken U kunt de schaal van een afdruktaak op een pagina wijzigen. Als u de afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Open het tabblad Layout en selecteer Verkleinen/ vergroten in de vervolgkeuzelijst Type.
  • Pagina 121: Uw Document Aanpassen Aan Een Geselecteerd Papierformaat

    Uw document aanpassen aan een geselecteerd papierformaat U kunt het formaat van uw afdruktaak aanpassen aan elk geselecteerd papierformaat, ongeacht de grootte van het digitale document. Dit kan nuttig zijn als u de fijne details in een klein document wilt controleren. Als u de afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen van de printer.
  • Pagina 122: Posters Afdrukken

    Posters afdrukken U kunt een document van één pagina afdrukken over 4, 9 of 16 vellen, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er een poster van te maken. Als u de afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2.
  • Pagina 123: Gebruik Van Watermerken

    Klik op het tabblad Papier en selecteer de papierlade, het papierformaat en het papiertype. Klik op OK en druk het document af. U kunt nu de poster maken door de vellen aan elkaar te plakken. Gebruik van watermerken Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document.
  • Pagina 124: Een Watermerk Maken

    Een watermerk maken Als u de afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op het tabblad Extra op de knop Bewerken in het vak Watermerk. Het venster Watermerken bewerken verschijnt. Voer in het vak Tekst in watermerk de tekst in die u als watermerk wilt afdrukken.
  • Pagina 125: Een Watermerk Bewerken

    Een watermerk bewerken Om de afdrukinstellingen in uw toepassing te wijzigen, opent u het venster met de printereigenschappen. Zie pagina 5.2. Open het tabblad Extra en klik op de knop Bewerken in het vak Watermerk. Het venster Watermerken bewerken verschijnt. Selecteer in de lijst Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken, en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
  • Pagina 126: Overlays Gebruiken

    Overlays gebruiken Wat is een overlay? Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de harde schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een Dear ABC willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukte formulieren en papier met briefhoofd.
  • Pagina 127 Klik in het venster Overlays bewerken op Nieuwe overlay maken. Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Bestandsnaam van het venster Overlay maken. Selecteer indien nodig het doelpad. (De standaardinstelling is C:\Formover.) Klik op Opslaan. De naam wordt weergegeven in het vak Lijst van overlays.
  • Pagina 128: Een Paginaoverlay Gebruiken

    Een paginaoverlay gebruiken Nadat u een overlay heeft gemaakt, kan deze met uw document worden afgedrukt. Om een overlay met een document af te drukken: Maak of open het document dat u wilt afdrukken. Als u de afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u de eigenschappen van de printer.
  • Pagina 129 Selecteer het bestand en klik op Openen. Het bestand verschijnt in het vak Lijst van overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in het vak Overzicht overlays. Indien nodig schakelt u het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje ingeschakeld is, verschijnt telkens wanneer u een document afdrukt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt te bevestigen of u een overlay op uw document wilt...
  • Pagina 130: Een Paginaoverlay Verwijderen

    Een paginaoverlay verwijderen U kunt paginaoverlays die u niet meer gebruikt verwijderen. Klik in het eigenschappenvenster van de printer op het tabblad Extra. Klik op de knop Bewerken in het vak Overlay. Selecteer in het vak Lijst van overlays de overlay die u wilt verwijderen.
  • Pagina 131: Een Lokaal Gedeelde Printer Instellen

    Een lokaal gedeelde printer instellen U kunt het apparaat rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. Het apparaat kan worden gedeeld door andere gebruikers op het netwerk via een Windows 9x/Me/2000/XP/NT 4.0-netwerkprinterverbinding. U moet de printersoftware installeren op elke PMERKING computer die documenten afdrukt op het apparaat, ongeacht het feit of de printer lokaal aangesloten is of opgenomen is in...
  • Pagina 132: In Windows Nt 4.0/2000/Xp

    Klik op de knop Start van Windows, en kies achtereenvolgens Instellingen en Printers. Dubbelklik op het pictogram van uw printer. Kies Eigenschappen in het menu Printer. Selecteer de printerpoort op het tabblad Details, en klik op In Windows NT 4.0/2000/XP De hostcomputer instellen Start Windows.
  • Pagina 133 De clientcomputer instellen Klik met de rechtermuisknop op de knop Start van Windows en kies Verkennen. Open uw netwerkmap in de linkerkolom. Klik op de sharenaam. In Windows NT 4.0/2000: Klik op de knop Start van Windows en kies achtereenvolgens Instellingen en Printers.
  • Pagina 134: Hoofdstuk 6: Cannen

    CANNEN U kunt het apparaat gebruiken als scanner om foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden op uw computer. U kunt de bestanden vervolgens faxen of verzenden via e-mail, ze op uw website weergeven of ze gebruiken in projecten die u kunt afdrukken. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: •...
  • Pagina 135: Basisinformatie Over Scannen

    Basisinformatie over scannen U kunt als volgt beginnen te scannen met uw apparaat: • Vanuit software die voldoet aan de TWAIN-norm: U kunt ook andere software gebruiken, zoals Adobe PhotoDeluxe en Adobe Photoshop. PMERKINGEN • Voordat u het apparaat als scanner kunt gebruiken, moet u het Type 2200-stuurprogramma installeren.
  • Pagina 136: Hoofdstuk 7: Onderhoud

    NDERHOUD Dit hoofdstuk bevat informatie over het onderhoud van uw apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Het geheugen wissen • Schaduw aanpassen • Uw apparaat reinigen • De tonercassette onderhouden...
  • Pagina 137: Het Geheugen Wissen

    Het geheugen wissen U kunt informatie die is opgeslagen in het geheugen van het apparaat selectief wissen. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot op de bovenste regel van het display 'Onderhoud' verschijnt. Druk op tot op de onderste regel 'Wis geheugen' verschijnt, en druk vervolgens op Enter Het eerste menu-item 'Alle geh.
  • Pagina 138: Schaduw Aanpassen

    Als u nog een item wilt wissen, drukt u op Enter en herhaalt u de stappen 3 en 4 Om terug te keren naar de stand-by-modus, drukt u op Wissen/Stop. Schaduw aanpassen Als de scanner vuil wordt, kan dit een invloed hebben op de hoeveelheid schaduw.
  • Pagina 139: De Buitenkant Reinigen

    De buitenkant reinigen Reinig de behuizing van het apparaat met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek lichtjes bevochtigen met water, maar zorg ervoor dat u geen water op of in de printer laat druppelen. De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stofdeeltjes verzamelen.
  • Pagina 140: De Scanner Reinigen

    Plaats de tonercassette opnieuw in het apparaat en sluit de klep. Steek de netstekker in en schakel het apparaat in. De scanner reinigen U krijgt de beste kopieën als u de scanner schoon houdt. We raden u aan om de scanner aan het begin van elke dag te reinigen.
  • Pagina 141: De Tonercassette Onderhouden

    De tonercassette onderhouden Opslag van tonercassettes Neem de volgende richtlijnen in acht voor een optimaal resultaat van de tonercassette: • Neem de tonercassette pas uit de verpakking als u klaar bent om de cassette te gebruiken. • Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat die het gevolg is van een bijgevulde cassette wordt niet gedekt door de garantie.
  • Pagina 142: Toner Herverdelen

    Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnen er witte strepen op uw document of wordt uw document lichter afgedrukt. Op het display verschijnt de waarschuwing '[Toner bijna op]'. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk herstellen door de resterende toner in de cassette opnieuw te verdelen.
  • Pagina 143: De Tonercassette Vervangen

    De tonercassette vervangen Als de tonercassette uiteindelijk leeg is, worden er alleen blanco pagina's afgedrukt wanneer u een taak afdrukt of een fax ontvangt. Dit betekent dat de tonercassette moet worden vervangen. Op het display van het bedieningspaneel verschijnt de waarschuwing '[Toner op]' en het apparaat stopt met afdrukken.
  • Pagina 144: De Tonermelding Instellen

    Schuif de nieuwe tonercassette in het apparaat tot de cassette vastklikt. Sluit de voorklep. De tonermelding instellen Als u de menuoptie Tonermelding heeft ingesteld op 'Aan', verzendt het apparaat op het moment dat de tonercassette moet worden vervangen automatisch een fax naar uw servicebedrijf of leverancier om te melden dat uw apparaat een nieuwe tonercassette nodig heeft.
  • Pagina 145: De Trommel Reinigen

    De trommel reinigen Als er strepen of vlekken op uw afdrukken verschijnen, moet u de OPC-trommel van de cassette reinigen. Voordat u de reinigingsprocedure instelt, moet u papier in het apparaat plaatsen. Druk op Menu op het bedieningspaneel tot op de bovenste regel van het display 'Onderhoud' verschijnt.
  • Pagina 146: Hoofdstuk 8: Problemen Oplossen

    ROBLEMEN OPLOSSEN Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over wat u moet doen als er zich een probleem voordoet. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Vastgelopen documenten verwijderen • Papierstoringen verhelpen • Foutberichten oplossen • Problemen oplossen...
  • Pagina 147: Vastgelopen Documenten Verwijderen

    Vastgelopen documenten verwijderen Als een document vastloopt terwijl het wordt ingevoerd via de automatische documentinvoer (ADF), verschijnt 'Doc.storing' op het display. Verwijder de overige documenten uit de automatische documentinvoer. Trek het vastgelopen document voorzichtig uit de automatische documentinvoer en ga door naar stap 5. Als u weerstand voelt en het document niet beweegt wanneer u eraan trekt, gaat u door naar de volgende stap.
  • Pagina 148: Papierstoringen Verhelpen

    Papierstoringen verhelpen Als een papierstoring optreedt, verschijnt 'Papierstoring' op het display. Raadpleeg de onderstaande tabel om de papierstoring op te sporen en te verhelpen. Locatie van de Bericht Ga naar papierstoring [Papierstoring0] In de papierlade. pagina 8.3 Open/sluit deur (Lade 1 of lade 2) In het fixeergebied of pagina 8.6 [Papierstoring1]...
  • Pagina 149: In Lade 2

    Schuif de papierlade weer in het apparaat tot de lade vastklikt. Open en sluit de voorklep om door te gaan met afdrukken. In lade 2 Open en sluit de voorklep. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Als het papier niet wordt uitgevoerd, gaat u door naar stap 2. Trek lade 2 open.
  • Pagina 150 Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade aan de voorkant. Ga door naar stap 6. Als u enige weerstand voelt en het papier niet beweegt wanneer u eraan trekt, of als u het vel niet ziet in de uitvoerlade aan de voorkant, gaat u door naar stap 3. Open de achterklep.
  • Pagina 151: In Het Fixeergebied Of Rond De Tonercassette

    In het fixeergebied of rond de tonercassette : Het gebied rond de fixeereenheid is heet. AARSCHUWING Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Open de voorklep en trek de tonercassette naar buiten terwijl u hem iets omlaag duwt. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken.
  • Pagina 152: Tips Om Papierstoringen Te Vermijden

    Tips om papierstoringen te vermijden De meeste papierstoringen zijn te vermijden als u het juiste type papier selecteert. In geval van een papierstoring volgt u de stappen beschreven op pagina 8.3. • Volg de procedures op pagina 1.12 als u papier plaatst. Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed zijn ingesteld.
  • Pagina 153: Foutberichten Oplossen

    Foutberichten oplossen Op het display van het bedieningspaneel worden berichten weergegeven om de status van het apparaat of fouten aan te geven. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis van de berichten en verhelp het probleem indien nodig. De berichten en hun betekenissen zijn vermeld in alfabetische volgorde.
  • Pagina 154 Display Betekenis Voorgestelde oplossingen [Storing 1] of Er is geen tonercassette Plaats een tonercassette. Zie [Geen cassette] geplaatst. pagina 1.10. De andere persoon neemt Wacht enkele minuten, en probeer [In gesprek] niet op of de lijn is bezet. het opnieuw. Het apparaat kan geen Probeer het opnieuw.
  • Pagina 155 Display Betekenis Voorgestelde oplossingen U probeert een document Controleer op het display of er toe te voegen aan een uitgestelde taken zijn. In de uitgestelde fax of een stand-by-modus worden ze Bewerking uitgesteld bericht te aangegeven op het display, niet toegewezen annuleren terwijl er geen bijvoorbeeld Uitgestelde fax.
  • Pagina 156: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen In de onderstaande tabel vindt u mogelijke problemen en aanbevolen oplossingen. Volg de voorgestelde oplossingen tot het probleem is opgelost. Neem contact op met een onderhoudstechnicus als het probleem zich blijft voordoen. Problemen met de invoer van papier Probleem Voorgestelde oplossingen Het papier is vastgelopen...
  • Pagina 157: Afdrukproblemen

    Afdrukproblemen Probleem Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Het apparaat Het apparaat krijgt geen Controleer de netsnoeraansluitingen. drukt niet af. stroom. Controleer de aan-/uitschakelaar en de stroombron. Het apparaat is niet Selecteer Printer Driver Type 2200 als uw geselecteerd als de standaardprinter in Windows. standaardprinter.
  • Pagina 158 Probleem Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen Het afdrukken Mogelijk is de Reduceer de complexiteit van de pagina of verloopt uiterst afdruktaak zeer wijzig de instellingen voor de afdrukkwaliteit. traag. complex. De maximale afdruksnelheid van uw apparaat is 17 PPM voor Letter-papier en 16 PPM voor A4-papier.
  • Pagina 159: Problemen Met De Afdrukkwaliteit

    Probleem Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossingen De illustraties De instelling in de Selecteer Als bitmap in printer laden in worden verkeerd softwaretoepassing is het venster Geavanceerde keuzes van de afgedrukt in verkeerd. grafische eigenschappen en druk het Adobe Illustrator. document af. Terugkerende Als de USB-modus Stel de USB-modus in op 'Langzaam'.
  • Pagina 160 Probleem Voorgestelde oplossingen Tonervlekken • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties (het is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie AaBbCc “Papierspecificaties” op pagina A.9. • Mogelijk is de transportrol of het papierpad vuil. Reinig de AaBbCc binnenkant van het apparaat en de trommel. Zie pagina 7.4 AaBbCc en pagina 7.10.
  • Pagina 161 Probleem Voorgestelde oplossingen Verticale Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijkmatige repetitieve tussenpozen markeringen vertoont: onvolkomenheden • Mogelijk is de tonercassette beschadigd. Als een afwijking meermaals op een pagina voorkomt, drukt u enkele AaBbCc reinigingspagina's af om de cassette te reinigen. Zie “De trommel reinigen”...
  • Pagina 162 Probleem Voorgestelde oplossingen Krullen of golven • Zorg ervoor dat het papier goed is geplaatst. • Controleer het type papier en de kwaliteit. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. Zie “Papierspecificaties” op pagina A.9. •...
  • Pagina 163 Probleem Voorgestelde oplossingen Onvolledige tekens Onvolledige tekens zijn witte plekken in delen van tekens die volledig zwart zouden moeten zijn: • Als u transparanten gebruikt, probeert u een ander type transparant. Wegens de aard van transparanten zijn enkele onvolledige tekens normaal. •...
  • Pagina 164: Kopieerproblemen

    Kopieerproblemen Probleem Voorgestelde oplossingen Kopieën zijn te licht of te Gebruik de toets Donker om de achtergrond van de donker. kopieën donkerder of lichter te maken. Kopieën vertonen vegen, • Als het origineel afwijkingen bevat, drukt u op Donker strepen, vlekken of plekken. om de achtergrond van uw kopieën lichter te maken.
  • Pagina 165: Scanproblemen

    Scanproblemen Probleem Voorgestelde oplossingen De scanner werkt niet. • Controleer of u het te scannen document met de bedrukte zijde onder in de automatische documentinvoer heeft geplaatst. • Mogelijk is er niet voldoende geheugen vrij voor het document. Probeer de functie Voorscan om te zien of dat werkt.
  • Pagina 166: Faxproblemen

    Faxproblemen Probleem Voorgestelde oplossingen Het apparaat doet niets, • Trek het netsnoer uit en steek het opnieuw in. het display blijft leeg en de • Controleer of het stopcontact stroom geeft. toetsen reageren niet. Geen kiestoon. • Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten. •...
  • Pagina 167 Probleem Voorgestelde oplossingen Documenten worden niet Mogelijk is er onvoldoende geheugen om het document op in het geheugen te slaan. Als op het display 'Geheugen vol' verschijnt, opgeslagen. verwijdert u de documenten die u niet meer nodig heeft uit het geheugen. Probeer het vervolgens opnieuw. Er verschijnen blanco Mogelijk heeft u de papierinstellingen van het apparaat gebieden onderaan op elke...
  • Pagina 168: Hoofdstuk A: Bijlage

    IJLAGE In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een optionele lade installeren • Specificaties • Specificaties van de scanner • Specificaties van de printer • Specificaties van de fax • Papierspecificaties...
  • Pagina 169: Een Optionele Lade Installeren

    Een optionele lade installeren U kunt de papiercapaciteit van het apparaat uitbreiden door een optionele lade 2 te installeren. Deze lade kan 250 vellen papier bevatten. Schakel het apparaat uit en trek alle kabels van het apparaat uit. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de lade en verwijder de tape waarmee de interfacekabel is vastgehecht aan de lade.
  • Pagina 170 Plaats het apparaat over de lade, waarbij u de voetjes van het apparaat tegenover de positioneringselementen van de lade plaatst. Steek de interfacekabel van de lade in de kabelaansluiting van lade 2 aan de achterkant van het apparaat. Sluit het netsnoer en de kabels opnieuw aan, en zet het apparaat aan.
  • Pagina 171: Lade 2 Instellen In De Printereigenschappen

    Lade 2 instellen in de printereigenschappen Als u lade 2 heeft geplaatst terwijl het apparaat aanstond, wordt de lade niet herkend door het apparaat. U moet de lade dan instellen in het eigenschappenvenster van de printer zodat u de lade kunt gebruiken om af te drukken vanuit uw computer. Klik op de knop Start van Windows.
  • Pagina 172: Specificaties

    Specificaties Algemene specificaties Item Beschrijving Automatische Max. 50 vellen (gewicht: 75 g/m documentinvoer (ADF) Breedte: 142 tot 216 mm Grootte van ADF- documenten Lengte: 148 tot 356 mm Papierlade: 250 vellen (gewicht: 75 g/m Papierinvoercapaciteit 1 vel (gewicht: 60 tot 163 g/m Handmatige invoer: Optionele papierlade: 250 vellen (gewicht: 75 g/m Uitvoerlade aan de voorkant: 150 vellen (bedrukte zijde...
  • Pagina 173: Specificaties Van De Scanner

    Item Beschrijving Apparaat: 388 x 417 x 335 mm Totale afmetingen (B x D x H) Optionele papierlade (lade 2): 386 x 392 x 90 mm 11 kg (inclusief tonercassette) Gewicht Optionele papierlade (lade 2): 2,5 kg Papier: 2,38 kg Verpakkingsgewicht Plastic: 0,4 Kg Specificaties van de scanner...
  • Pagina 174: Specificaties Van De Printer

    Item Beschrijving Zoomfactor 50 tot 200 % Aantal exemplaren 99 pagina's Bitdiepte 1 bit voor tekstmodus 8 bits voor grijstintenmodus Halftoon 256 niveau's Eén document Meerdere kopieën Meerdere documenten Meerdere kopieën Specificaties van de printer Item Beschrijving Afdrukmethode Afdruk met behulp van laserstraal Afdruksnelheid Letter: 17 pagina’s per minuut A4: 16 pagina’s per minuut...
  • Pagina 175: Specificaties Van De Fax

    Specificaties van de fax Item Beschrijving Compatibiliteit ITU-T Group 3 Telefoonlijn Openbaar telefoonnet (PSTN) of achter PABX Gegevenscodering MH/MR/MMR (ECM-modus)/JBIG Modemsnelheid 33600/31200/28800/26400/24000/21600/19200/16800/ 14400/12000/9600/7200/4800/2400 bps met automatische terugschakeling naar lagere snelheid bij slechte verbinding (fall back) Transmissiesnelheid Ca. 3 seconden/pagina * Transmissietijd voor verzending van tekstgegevens vanuit het geheugen met ECM-compressie en alleen met gebruik van 'ITU-T No.1 Chart'.
  • Pagina 176: Papierspecificaties

    Papierspecificaties Overzicht U kunt met dit apparaat afdrukken op verschillende materialen, zoals losse vellen (inclusief papier met tot 100% hergebruikte vezels), enveloppen, etiketten, transparanten en papier met een afwijkend formaat. De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling, vezel en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit.
  • Pagina 177: Richtlijnen Voor Het Gebruik Van Papier

    Afmetingen (mm) Gewicht Capaciteit Etiketten Letter (215,9 x 279) 120 tot 150 g/m A4 (210 x 297) Transparanten Letter (215,9 x 279) 138 tot 146 g/m A4 (210 x 297) 1 vel papier voor de Kaarten handmatige invoer A6-kaart (105 x 148) 90 tot 163 g/m Briefkaart (101,6 x 152,4) Hagaki (100 x 148)
  • Pagina 178 Symptoom Probleem met papier Oplossing Grijze achtergrond/slijtage Te zwaar Gebruik lichter papier of gebruik van het apparaat de uitvoersleuf aan de achterkant. Het papier krult wanneer het Het papier is te vochtig of • Gebruik de uitvoersleuf aan de wordt ingevoerd heeft een verkeerde achterkant.
  • Pagina 179 Papieruitvoercapaciteit Uitvoerlocatie Capaciteit Uitvoerlade aan de voorkant 150 vellen bankpost van 75 g/m (bedrukte zijde onder) Uitvoersleuf aan de achterkant 1 vel bankpost van 75 g/m (bedrukte zijde boven) Omgevingsvoorwaarden voor het bewaren van papier De omgevingsvoorwaarden waarin het papier wordt bewaard hebben rechtstreeks invloed op de invoer van het papier in het apparaat.
  • Pagina 180 Enveloppen Het ontwerp van enveloppen is zeer belangrijk. De vouwlijnen kunnen aanzienlijk verschillen, niet alleen van fabrikant tot fabrikant maar ook van envelop tot envelop binnen een doos enveloppen van dezelfde fabrikant. Of enveloppen behoorlijk worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u enveloppen kiest: •...
  • Pagina 181 Envelopmarges Wat volgt zijn typische adresmarges voor een 'commercial #10'- of DL-envelop. Type adres Minimaal Maximaal Adres van afzender 15 mm 51 mm Adres van 51 mm 90 mm geadresseerde PMERKINGEN • Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges minstens 15 mm van de rand van de envelop blijven.
  • Pagina 182 Transparanten Als u transparanten gebruikt, moeten deze bestand zijn tegen de fixeertemperatuur van het apparaat (180°C). : Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor gebruik in PGELET laserprinters om schade aan het apparaat te voorkomen. A.15...
  • Pagina 183 NDEX kiezen 4.16 opslaan 4.15 aan pagina aanpassen, afdrukken 5.14 document aansluiten papierstoring, verhelpen 8.2 netstroom 1.18 plaatsen 1.12 parallel 1.17 voorbereiden 3.2 aansluiting documenten toevoegen 4.28 telefoonsnoer 1.15 afdrukken aanpassen aan een geselecteerd papierformaat 5.14 een fax ontvangen meerdere pagina's op één vel 5.11 in Antw/Fax-modus 4.12 overlays gebruiken 5.19 in Fax-modus 4.11...
  • Pagina 184 papierinvoercapaciteit 2.2 papierniveau-indicatie 2.7 installatie ongedaan maken papierrichtlijnen 2.3 Extern bedieningspaneel 1.26 papierstoring, verhelpen 8.3 installeren document 8.2 Windows-software 1.21 papier 8.3 instelling van Favoriet, gebruik 5.6 papiertype 2.2 papiertype, instellen afdrukken 5.8 kopiëren 3.3 handmatige invoer 2.10 aantal exemplaren 3.5 papierlade 1.32 standaardinstelling, wijzigen 3.7 parallel, aansluiten 1.17...
  • Pagina 185 scannen zoeken in telefoonlijst 4.21 Windows 6.2 snelkiesnummers kiezen 4.17 opslaan 4.16 Software 1.21 specificaties algemeen A.5 fax A.8 kopieerapparaat A.6 papier A.9 printer A.7 scanner A.6 systeemvereisten Windows 1.21 tekens, invoeren 1.29 telefoonlijn, aansluiten 1.15 tonercassette herverdelen 7.7 plaatsen 1.10 vervangen 7.8 trommel, reinigen 7.10 TWAIN, scannen 6.2...
  • Pagina 186 H916-8650B...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lf215m

Inhoudsopgave