Enveloppen
Het ontwerp van enveloppen is zeer belangrijk. De vouwlijnen kunnen aanzienlijk
verschillen, niet alleen van fabrikant tot fabrikant maar ook van envelop tot envelop
binnen een doos enveloppen van dezelfde fabrikant. Of enveloppen behoorlijk worden
bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd rekening met de
volgende richtlijnen wanneer u enveloppen kiest:
• Gewicht: Het enveloppapier mag niet meer wegen dan 90 g/m
papierstoringen optreden.
• Ontwerp: Voordat u afdrukt, moeten de enveloppen plat liggen met een krul van
minder dan 6 mm en mogen ze geen lucht bevatten.
• Toestand: Gebruik geen enveloppen die gekruld, gekreukeld of beschadigd zijn.
• Temperatuur: Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen de warmte en druk van
het apparaat.
• Formaat: Gebruik alleen enveloppen waarvan het formaat binnen de
voorgeschreven bereiken ligt.
O
:
PMERKINGEN
• Gebruik alleen de handmatige invoer om enveloppen te bedrukken.
• Mogelijk zal het papier vastlopen als u papier met een lengte van minder dan 140 mm
gebruikt. Dit kan worden veroorzaakt door papier dat werd beschadigd als gevolg van
de omgevingsvoorwaarden waarin het werd bewaard. Om een optimaal resultaat te
garanderen, dient u het papier op de juiste wijze te bewaren en te behandelen. Zie
"Omgevingsvoorwaarden voor het bewaren van papier" op pagina 12.
Enveloppen met dubbelzijdige naden.
Enveloppen met dubbelzijdige naden hebben verticale in plaats van diagonale naden
aan beide uiteinden van de envelop. Deze enveloppen kunnen sneller kreuken. Kies
alleen enveloppen waarvan de naad reikt tot de hoek van de envelop zoals hieronder
afgebeeld.
Juist
Verkeerd
Enveloppen met plakstroken of zelfklevende kleppen
De kleefmiddelen van enveloppen met een plakstrook of met meer dan één
sluitingsklep moeten bestand zijn tegen de warmte en druk in het apparaat. De extra
kleppen en plakstroken kunnen vouwen, kreukels of zelfs papierstoringen
veroorzaken, en kunnen bovendien de fixeereenheid beschadigen.
2
, anders kunnen
A.13
A