Schoonmaakvloeistof voor spoelen
Standaard opstarten
Voorbereiding
Starten
E 2005 Nordson Corporation
PAS OP: Gebruik geen oplosmiddelen op basis van gehalogeneerde
koolwaterstoffen in druksystemen die aluminium componenten bevatten. Zie
Sectie B1, Veiligheidsvoorschriften voor meer informatie.
Gebruik bij het spoelen van de pomp of het systeem een
schoonmaakvloeistof die compatibel is met de constructie van de pomp, het
type pakkingbus, de uitvoering van andere componenten in het systeem en
het coatingmateriaal dat zal worden gebruikt.
Zie afbeelding B 4‐2.
Controleer de niveaus van de
S
voorraad coatingmateriaal (5)
S
vloeistof in de oplosmiddelkamer (4)
Zorg ervoor dat
S
de zuigbuis en zeef (6) zijn ondergedompeld in het coatingmateriaal
S
de vloeistof‐ en luchtkoppelingen vastzitten
S
het luchtfilter (2) is afgetapt
S
er perslucht aanwezig is om de pomp te laten lopen
S
de aftapbuis (11) in de afvalbak (12) staat (alleen bij circulatiesystemen)
S
de pomp, het voorraadvat met coatingmateriaal en de afvalbak zijn
geaard
1. Gebruik de volgende formule om te berekenen wat de benodigde
ingangsdruk van de perslucht is om de gewenste uitgangsdruk te krijgen:
uitgangsdruk
pompverhouding = benodigde ingangsdruk
Bijvoorbeeld, als u een uitgangsdruk wenst van 1200 psi. Bereken de
benodigde ingangsdruk dan als volgt:
PermaFlo 815: 1200 psi
15 = 80 psi benodigde ingangsdruk.
PermaFlo 830: 1200 psi
30 = 40 psi benodigde ingangsdruk.
OPMERKING: De vloeistofdruk bij het spuitpistool/de spuitpistolen zal
variëren, afhankelijk van vele factoren, o.a. van de viscositeit en temperatuur
van het materiaal, het aantal filters en verwarmingen, de inwendige diameter
en de lengte van de slang. Plaats een vloeistofmanometer op het
spuitpistool/de spuitpistool om de werkelijke vloeistofdruk te bepalen.
B 4‐3
Gebruik
P/N 7119872F