Inhoudsopgave
Advertenties
B 2‐2
Beschrijving
Pomponderdelen
Werking van de pomp
Werking dead‐end‐ en circulatiesystemen
Smeren van de zuiger
P/N 7119872F
Zie afbeelding B 2‐2.
De pomp bestaat uit een luchtmotor (1) en een vloeistofsectie (11). De
luchtmotor drijft de pomp aan. De luchtregelkleppen, elk bestaande uit een
actuator (9) en een klep (10), keren de richting waarin in de luchtmotor
beweegt om. De luchtklep (2) regelt de stroom perslucht voor het bewegen
van de zuiger (6), verbindingsstang (5) en vloeistofplunjer (16). De bovenste
en onderste pakkingen (12 en 13) voorkomen dat coatingmateriaal langs de
plunjer lekt. Een demonteerbare koppeling (18) verbindt de verdingsstang
met de plunjer. De zuigklep (14) en de persklep (15) regelen de stroom
vloeistof door de vloeistofsectie.
De PermaFlo pompen zijn vraagafhankelijke, dubbelwerkende pompen. Een
vraagafhankelijke pomp start als de vloeistofdruk in het systeem daalt tot
onder de druk die de pomp kan leveren met de beschikbare druk van de
perslucht. De pomp stopt als de vloeistofdruk gelijk is aan de druk die de
pomp kan leveren met de beschikbare druk van de perslucht. Een
dubbelwerkende pomp zorgt voor druk en verpompt coatingmateriaal bij
zowel de zuigslag als de persslag.
In een dead‐endsysteem start de pomp als er perslucht wordt toegevoerd.
Het blijft doorwerken totdat de vloeistofdruk in het systeem gelijk is aan de
druk die de pomp kan leveren met de beschikbare druk van de perslucht. De
pomp gaat dan stilstaan tot de vloeistofdruk daalt, zoals wanneer een
spuitpistool wordt gebruikt.
In een circulatiesysteem werkt de pomp continue op een druk die wordt
bepaald door de circulatieklep. Openen van de klep laat de pomp sneller
werken, sluiten van de klep laat de pomp langzamer werken. De normale
werksnelheid is 5 tot 10 slagen per minuut.
De oplosmiddelcup (17) bevat smerende vloeistof (vloeistof voor de
oplosmiddelkamer). De vloeistof smeert het bovenste deel van de zuiger om
overmatige slijtage van de bovenste pakkingen te voorkomen. Het
verpompte coatingmateriaal smeert de onderste pakkingen.
OPMERKING: Coatingmateriaal dat door de bovenste pakkingbus lekt,
ontkleurt de vloeistof in de oplosmiddelkamer en laat het niveau er in stijgen.
Een kleine hoeveelheid lekkage is normaal. Als de oplosmiddelcup te snel
vult en overstroomt, kan de oplosmiddelcup worden vastgedraaid om de
pakkingen samen te drukken en zo de lekkage te stoppen. (Gebruik voor het
aandraaien van de oplosmiddelcup een
industriële gereedschapzaak kan worden aangeschaft.) Als de lekkage blijft
doorgaan moeten de pakkingen worden vervangen. Zowel de bovenste als
de onderste pakking moeten op hetzelfde moment worden vervangen.
3
/
" penvormige pons, die bij elke
8
E 2005 Nordson Corporation
Advertenties
Inhoudsopgave
