Bediening
Veiligheid
2.
Veiligheid
2.1
Voorgeschreven gebruik
Dit toestel is bestemd voor het verwarmen van gebouwen alsmede
voor de warmwaterbereiding in een huishouden. Het kan veilig
bediend worden door personen die daarover niet geïnstrueerd
zijn. Het toestel kan eveneens buiten een huishouden gebruikt
worden, bijv. in het kleinbedrijf, voor zover het op dezelfde wijze
gebruikt wordt.
Elk ander gebruik geldt als niet reglementair gebruik. Bij gebruik
conform de voorschriften hoort ook het in acht nemen van deze
handleiding evenals de handleidingen voor het gebruikte toebe-
horen.
Houd rekening met het werkingsgebied (zie hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel").
Gebruik het toestel enkel als het volledig geïnstalleerd is en als
alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht zijn.
Bescherm het toestel tegen stof en vuil tijdens de bouwfase.
WAARSCHUWING letsel
!
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsook door
personen met fysieke, sensorische of geestelijke be-
perkingen of met een gebrek aan ervaring en kennis
gebruikt worden op voorwaarde dat er iemand toezicht
houdt en dat ze geïnstrueerd zijn in hoe ze het toestel
veilig moeten gebruiken alsook over de gevaren die hier-
mee gepaard gaan. Kinderen mogen niet met het toestel
spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reiniging
of gebruikersonderhoud uitvoeren.
WAARSCHUWING letsel
!
f Gebruik het toestel om veiligheidsredenen alleen
f
met een gesloten behuizing.
3.
Toestelbeschrijving
3.1
Gebruikseigenschappen
Het toestel is een verwarmingswarmtepomp die als lucht|wa-
ter-warmtepomp werkt. Er wordt op een laag temperatuurni-
veau warmte aan de buitenlucht onttrokken, die dan op een hoger
temperatuurniveau wordt afgegeven aan het verwarmingswater.
Het verwarmingswater kan worden opgewarmd tot een aanvoer-
temperatuur van 60 °C.
Overige kenmerken voor gebruik:
- geschikt voor vloerverwarming en radiatorverwarming.
- de warmtepomp werkt het efficiëntst op een
lagetemperatuur-verwarmingssysteem;
- haalt zelfs bij een buitentemperatuur van -20 °C warmte uit
de buitenlucht;
Info
Voor de centrale regeling van de verwarmingsinstallatie
is de warmtepompmanager vereist.
www.stiebel-eltron.com
Info
De WPL 57 heeft een stille modus. Via de stille modus
kan het geluidsniveau van de warmtepomp worden ge-
reduceerd.
- Stil programma 1 vermindert het ventilatortoerental.
- Stil programma 2 schakelt de warmtepomp uit. Er
wordt verwarmd met de interne of externe tweede
warmtegenerator. Daarbij stijgen de stroomkosten.
f Stel de stille modus, indien nodig, in de warmte-
f
pompmanager in.
3.2
Werkmodus
Via de warmtewisselaar aan de luchtzijde (verdamper) wordt
warmte onttrokken aan de buitenlucht. Het verdampte koelmiddel
wordt vervolgens met een compressor gecomprimeerd. Daarvoor
is elektrische energie vereist. Deze elektrische energie dient ook
om de ruimte op te warmen.
Bij lagere luchttemperaturen dan ca. +7 °C slaat de luchtvoch-
tigheid als rijp op de verdamperlamellen neer. Deze rijpaanslag
wordt automatisch ontdooid. Het daarbij optredende water wordt
in de condensbak opgevangen en via een slang afgevoerd.
Op het einde van de ontdooifase schakelt de warmtepomp auto-
matisch terug naar de verwarmingsfunctie.
Materiële schade
!
Bij bivalente werking kan de warmtepomp worden door-
stroomd door het retourwater van de tweede warmteop-
wekker. Houd er rekening mee dat de temperatuur van
het retourwater maximaal 60 °C mag zijn.
3.3
Uitvoeringskenmerken
- tegen corrosie beschermd, buitenste ommanteling van ther-
misch verzinkte staalplaat, bovendien met poedercoating;
- Bevat alle componenten die voor de werking nodig zijn, als-
mede veiligheidstechnische inrichtingen.
- bevat niet-brandbaar veiligheidskoelmiddel.
4.
Bediening
De bediening gebeurt uitsluitend met de warmtepompmanager.
f Houd dus rekening met de bedienings- en installatiehandlei-
f
ding van de warmtepompmanager.
WPL 47 | WPL 57 |
5