toepassing als het schip sneller dan de planeersnelheid
vaart.
High Speed Counter: Hiermee stelt u de correctie van de
roerversterking bij hoge snelheid in (alleen motorboten).
Deze instelling is van toepassing als het schip sneller dan de
planeersnelheid vaart.
Navigatie-instellingen
Selecteer Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration >
Navigation Setup om navigatie-instellingen te maken.
Fine Heading Adjustment: Hiermee stelt u de koerslijn
(koerscorrectie) voor de stuurautomaat in.
Navigation Gain: Hiermee stelt u in hoe precies de
stuurautomaat een koersafwijking corrigeert wanneer een
route wordt gevolgd.
Als u een te hoge waarde instelt, kan de stuurautomaat over
een lange afstand heen en weer over de koerslijn oscilleren.
Als de waarde te laag is, reageert de stuurautomaat te traag
bij de correctie van een koersafwijking.
Navigation Trim Gain: Hiermee stelt u een acceptabele
koersafwijking over een grote afstand voor een route in. Geef
hier alleen een waarde op als u ook de optie Navigation Gain
hebt ingesteld.
Als de waarde te hoog is, zal de stuurautomaat de
koersafwijking overcompenseren. Als de waarde te laag is,
staat de stuurautomaat een grote koersafwijking over een
grote afstand toe.
NMEA navigatie-instellingen
OPMERKING: NMEA navigatie-instellingen zijn alleen van
toepassing als een NMEA 0183 GPS-toestel op de
stuurautomaat is aangesloten.
Open het scherm met de NMEA-instellingen door Menu >
Setup > Dealer Autopilot Configuration > Navigation Setup
> NMEA Setup te selecteren.
NMEA Checksum: Als deze optie is ingesteld op Off kunt u het
aangesloten NMEA 0183 GPS-toestel ook gebruiken als
controlesommen verkeerd worden berekend. Bij de instelling
Off wordt de gegevensintegriteit niet gewaarborgd.
Reversed XTE: Hiermee kunt u de stuurrichting corrigeren als
het aangesloten NMEA 0183 GPS-toestel een onjuiste
stuurrichting verzendt met een koersafwijkingsignaal.
De besturing instellen
Selecteer Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration >
Steering System Setup om het scherm met instellingen te
openen.
Verify Steering Dir.: Hiermee stelt u de richting in waarin het
roer moet bewegen om het vaartuig naar bakboord en naar
stuurboord te draaien. U kunt de stuurrichting vervolgens
testen en omdraaien.
Garmin International, Inc.
1200 East 151st Street
Olathe, Kansas 66062, VS
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park
Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd
Koninkrijk
Garmin Corporation
No. 68, Zhangshu 2nd Road, Xizhi Dist.
New Taipei City, 221, Taiwan (Republiek China)
© 2013 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Instellingen voor de roersensor
OPMERKING: Instellingen voor de roersensor zijn alleen van
toepassing als er een roersensor op de stuurautomaat is
aangesloten.
Selecteer Menu > Setup > Dealer Autopilot Configuration >
Steering System Setup > Rudder Sensor Setup om het
scherm met instellingen te openen.
Max. Port Angle: Hiermee stelt u de maximale hoek in die door
Max. Starboard Angle: Hiermee stelt u de maximale hoek in
Calibrate Rudder Sensor: Hiermee start u een procedure
Calibrate Rudder Center: Hiermee start u een procedure
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
Contact opnemen met Garmin Product Support
• Ga naar
• Bel in de VS met (913) 397.8200 of (800) 800.1020.
• Bel in het VK met 0808 2380000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870.8501241.
Garmin
®
en het Garmin-logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen. GHP™, GHC™ en Shadow Drive™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen.
Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
®
®
NMEA
en NMEA 2000
zijn handelsmerken van de National Marine Electronics Association. Uflex
gedeponeerde handelsmerken van de UltraFlex Group. Teflon
het roer naar bakboord wordt gemaakt.
die door het roer naar stuurboord wordt gemaakt.
waarmee de maximale bewegingsuitslag van het roer wordt
bepaald en de roerpositiesensor wordt gekalibreerd. Als
tijdens kalibratie een fout ontstaat, heeft de roerpositiesensor
waarschijnlijk de maximumwaarde bereikt. De sensor is
mogelijk niet goed geïnstalleerd. Als het probleem zich blijft
voordoen, kunt u deze fout overslaan door het roer naar de
uiterste positie te bewegen waar geen fout wordt gemeld.
waarmee de middenpositie van het roer wordt bepaald.
Gebruik deze kalibratie als de roerpositieaanduiding op het
scherm niet overeenkomt met de echte middenpositie op uw
boot.
veilige plek.
www.garmin.com/support
Support voor ondersteuningsinformatie in uw regio.
®
is een handelsmerk van DuPont™.
www.garmin.com/support
en klik op Contact
®
en MasterDrive™ zijn