3
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Als de boot geen stuurbekrachtiging heeft, voegt u
voldoende hydraulische slang toe om de retourfitting op
het roer te verbinden met de pompfitting met het label T.
• Als de boot wel stuurbekrachtiging heeft, moet reeds een
retourleiding aanwezig zijn tussen het roer en de
stuurbekrachtiging. Voeg een T-connector toe aan de
retourleiding van het systeem tussen de
stuurbekrachtiging en het roer.
4
Voeg hydraulische slang toe aan de ongebruikte fitting op
elke T-connector. Gebruik voldoende slang om de T-
connector te verbinden met de pompfittingen.
5
Verbind de T-connector van de stuurboordleiding met een
pompfitting met het label C1 of C2.
6
Verbind de T-connector van de bakboordleiding met de
pompfitting met het label C1 of C2 die u niet in stap 4 hebt
gebruikt.
7
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Als de boot geen stuurbekrachtiging heeft, verbindt u de
retourfitting op het roer met de pompfitting met het label
T.
• Als de boot wel stuurbekrachtiging heeft, sluit u de T-
connector van de retourleiding aan op de pompfitting met
het label T.
8
Installeer de Shadow Drive in de hydraulische leiding aan
stuurboord of bakboord tussen het roer en de T-connector
(pagina
13).
9
Installeer een terugslagklep (niet meegeleverd) op elke
hydraulische leiding die rechtstreeks met de pomp is
verbonden.
10
Plaats, indien dat nog niet is gebeurd, de meegeleverde
stoppen in de ongebruikte pompfittingen, draai ze vast en
verzegel ze.
De pomp aansluiten op voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
Sluit indien mogelijk de voedingskabel van de pomp
rechtstreeks aan op de bootaccu. Hoewel dit niet wordt
aanbevolen, moet u een zekering van 40 A gebruiken als u de
voedingskabel aansluit op een accublok of een andere bron.
Als u de pomp via een zekeringautomaat of schakeling in de
nabijheid van de besturing wilt voeren, moet u een relais en
controledraad van de juiste grootte gebruiken. Verleng in dit
geval niet de voedingskabel van de pomp.
1
Leid het uiteinde met de connector van de voedingskabel
naar de pomp, maar sluit de kabel niet aan op de pomp.
2
Leid het gestripte draadeinde van de voedingskabel naar de
bootaccu.
AIs de kabel niet lang genoeg is, kan deze worden verlengd
door verbinding met een langere draad
Neem de waarschuwingen betreffende het verlengen van de
voedingskabel aan het begin van dit gedeelte in acht.
3
Sluit de zwarte draad (-) aan op de negatieve (-) accupool.
4
Sluit de rode draad (+) aan op de positieve (+) accupool.
5
Sluit de voedingskabel nu nog niet aan op de pomp.
Voedingskabel verlengen
Indien nodig kunt u de voedingskabel verlengen met een kabel
van de juiste dikte en lengte.
Onderdeel
Onderdeel
Onderdeel
Onderdeel
(pagina
15).
De hydraulische besturing ontluchten
Dit is een algemene procedure voor het ontluchten van een
hydraulische stuurinrichting. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de stuurinrichting voor meer specifieke informatie
over de ontluchting van het systeem.
Sluit de voedingskabel pas aan als u alle andere onderdelen
voor de stuurautomaat hebt geïnstalleerd om ongewenste
activiteit van de pomp te voorkomen.
Beschrijving
Zekering
Accu
2,7 m (9 ft.) geen verlenging
Beschrijving
Verbinding
10 AWG (5,26 mm²) verlengdraad
Zekering
20,3 cm (8 inch)
Accu
20,3 cm (8 inch)
Max. 4,6 m (15 ft.)
Beschrijving
Verbinding
8 AWG (8,36 mm²) verlengdraad
Zekering
20,3 cm (8 inch)
Accu
20,3 cm (8 inch)
Max. 7 m (23 ft.)
Beschrijving
Verbinding
6 AWG (13,29 mm²) verlengdraad
Zekering
20,3 cm (8 inch)
Accu
20,3 cm (8 inch)
Max. 11 m (36 ft.)
KENNISGEVING
15