Download Print deze pagina

Advertenties

HP EliteBook 2740p

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor HP EliteBook 2740p

  • Pagina 1 HP EliteBook 2740p...
  • Pagina 2 Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende houder. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
  • Pagina 3 Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
  • Pagina 4 Kennisgeving aangaande de veiligheid...
  • Pagina 5 Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ........22 Knop voor draadloze communicatie gebruiken ..............23 Wireless Assistant software gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........23 HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........24 Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken ............24 Draadloos netwerk gebruiken ......................25 Draadloos netwerk installeren ...................
  • Pagina 6 Verbinding maken met een draadloos netwerk ..............27 Naar een ander netwerk roamen ..................27 HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) ............29 SIM-kaart plaatsen ......................29 SIM-kaart verwijderen ......................30 Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) ....32 Bluetooth en Internetverbinding delen (ICS) ..............
  • Pagina 7 Helderheid van het scherm verlagen ..............60 Helderheid van het scherm verhogen ............... 60 Omgevingslichtsensor activeren ............... 60 HP Quick Launch Buttons gebruiken ....................61 Configuratiescherm van Quick Launch Buttons openen ..............62 HP QuickLook gebruiken ........................63 HP QuickWeb gebruiken ........................64 Ingebed numeriek toetsenblok gebruiken ..................
  • Pagina 8 Externemonitorpoort gebruiken ................. 72 Webcam ............................. 73 Tips voor de webcam ......................73 Webcameigenschappen aanpassen .................. 73 Opnamen van visitekaartjes maken ................... 74 6 Energiebeheer ............................... 77 Opties voor energiebeheer instellen ....................77 Energiebesparende standen gebruiken ................77 Slaapstand activeren of beëindigen ..............77 Hibernationstand activeren of beëindigen ............
  • Pagina 9 Schijfdefragmentatie gebruiken ..................95 Schijfopruiming gebruiken ....................95 HP 3D DriveGuard gebruiken ......................96 Status van HP 3D DriveGuard herkennen ................. 96 HP 3D DriveGuard software gebruiken ................97 Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen ................... 98 8 Externe apparatuur ............................. 102 USB-apparaat gebruiken ........................
  • Pagina 10 Systeem-id’s gebruiken in Computer Setup (Computerinstellingen) ....... 128 Antivirussoftware gebruiken ......................129 Firewallsoftware gebruiken ....................... 130 Essentiële updates installeren ......................131 HP ProtectTools Security Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........132 Beveiligingskabel aanbrengen ......................133 12 Software-updates ............................134 Software-update uitvoeren ....................... 134 BIOS bijwerken ..........................
  • Pagina 11 Client Management Solutions gebruiken ..................163 Software-images configureren en distribueren ..............163 Software beheren en updaten ..................164 HP Client Manager voor Altiris (alleen bepaalde modellen) ......164 HP CCM (Client Configuration Manager) (alleen bepaalde modellen) ... 165 HP SSM (System Software Manager) ............. 166 Intel Active Management Technology gebruiken (alleen bepaalde modellen) .........
  • Pagina 13 Voorzieningen Hardware herkennen U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: ▲ Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging. Klik daarna bij Systeem op Apparaatbeheer. Met Apparaatbeheer kunt u ook hardware toevoegen of apparaatconfiguraties wijzigen. OPMERKING: Windows®...
  • Pagina 14 Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop van het touchpad Als u op deze knop drukt in combinatie met de fn-toets, schakelt u het touchpad in/uit. EasyPoint-muisbesturing* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
  • Pagina 15 ● Schijfeenheidlampje Turkoois knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf. ● Oranje: HP 3D DriveGuard heeft tijdelijk de interne vaste schijf geparkeerd. Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. ● Touchpadlampje Uit: het touchpad is ingeschakeld.
  • Pagina 16 Onderdeel Beschrijving Lampje Geluid harder Knipperend: de knop Geluid harder wordt gebruikt om het geluidsvolume te verhogen. Num lock-lampje Aan: num lock is actief of het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld. Knoppen en schakelaars Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Hiermee schakelt u het beeldscherm uit wanneer de computer wordt gesloten terwijl deze is ingeschakeld.
  • Pagina 17 Toetsen Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. Windows-applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer staat.
  • Pagina 18 Onderdelen aan de voorkant Onderdeel Beschrijving Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Knop van de externe WWAN-antenne Hiermee opent u de externe WWAN-antenne (Wireless Wide Area Network). Externe WWAN-antenne Hiermee worden draadloze signalen verzonden en ontvangen in een WWAN. ●...
  • Pagina 19 Windows in plaats van met een wachtwoord. ● QuickWeb-knop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om HP QuickWeb te openen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen.
  • Pagina 20 Hierin kunt u optionele ExpressCards plaatsen. ● Lampje voor draadloze communicatie Blauw: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloos-netwerkadapter, de HP module voor mobiel breedband en/of een Bluetooth- apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld.
  • Pagina 21 Onderdelen aan de achterkant Onderdeel Beschrijving Keuzeknop In de tabletstand heeft deze knop dezelfde functies als de toetsen enter, pijl-omhoog en pijl-omlaag op een standaardtoetsenbord. ● Druk de knop in om een opdracht in te voeren. ● Draai de knop omhoog om omhoog te schuiven. ●...
  • Pagina 22 Onderdelen aan de onderkant Onderdeel Beschrijving Accuruimte Hierin bevindt zich de accu en een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). SIM-slot Bevat een SIM-kaart (Subscriber Identity Module) voor draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen). Het SIM-slot bevindt zich in de accuruimte. Ventilatieopeningen (5) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
  • Pagina 23 Hiermee kunt u geluid en videobeelden vastleggen en foto's maken. Knop van het toetsenbordlampje Hiermee opent u het toetsenbordlampje en schakelt u het in. HP vingerafdruksensor Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk aanmelden bij Windows in plaats van met een wachtwoord. Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op en verzendt u geluid voor videovergaderen en VoIP (Voice over IP).
  • Pagina 24 De externe WWAN-antenne maakt het mogelijk om verbinding te maken met een WWAN en daarna met internet. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de geïntegreerde HP module voor mobiel breedband en de diensten van een ondersteunde aanbieder van mobiele telefonie. Sluit de externe WWAN-antenne niet wanneer er verbinding is met een WWAN.
  • Pagina 25 Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Accu* Voorziet de computer van voeding als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron. *Het uiterlijk van accu's en netsnoeren verschilt per land of regio. Hardware herkennen...
  • Pagina 26 Labels herkennen De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt: ● Servicelabel: biedt belangrijke informatie, waaronder: ◦...
  • Pagina 27 Circuit Card Identifier) van uw SIM-kaart. Dit label bevindt zich in de accuruimte. ● Label met serienummer van HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): bevat het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband. Dit label bevindt zich in de accuruimte. Labels herkennen...
  • Pagina 28 Tablet gebruiken Onderdelen van het tabletbeeldscherm Onderdeel Beschrijving ● ctrl+alt+del-knop* Terwijl Windows actief is, drukt u op de knop met de pen om de opdracht ctrl+alt+delete te geven. † ● Terwijl het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) actief is, drukt u op de knop met de pen om de reset-opdracht te geven.
  • Pagina 29 Keuzeknop* Deze knop heeft dezelfde functies als de toetsen enter, pijl-omhoog en pijl-omlaag op een standaardtoetsenbord: ● Druk de knop in om een opdracht in te voeren. ● Draai de knop omhoog om omhoog te schuiven. ● Draai de knop omlaag om omlaag te schuiven. Penhouder Hierin bergt u de digitizerpen op.
  • Pagina 30 Draai het computerbeeldscherm rechtsom totdat het vastklikt, met het beeldscherm van het toetsenbord af gericht. Kantel het computerbeeldscherm omlaag in de richting van het toetsenbord, tot het plat ligt en vastklikt. In de tabletstand draait het beeldscherm automatisch van staand naar liggend terwijl het wordt gedraaid.
  • Pagina 31 Notebookstand U draait het beeldscherm van de computer als volgt van de tabletstand naar de notebookstand: Verschuif de beeldschermontgrendeling (1). Open het computerbeeldscherm (2). Beeldscherm draaien...
  • Pagina 32 Zet het computerbeeldscherm rechtop en draai het een halve slag linksom totdat het vastklikt. OPMERKING: Voorkom dat de computer niet reageert wanneer u deze aanzet, door ervoor te zorgen dat de accu stevig op zijn plaats zit. Hoofdstuk 2 Tablet gebruiken...
  • Pagina 33 ● HP module voor mobiel breedband. Een draadloos WWAN-apparaat (wireless wide area network) dat toegang biedt tot informatie op elke plek waar mobiele netwerkservices beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten.
  • Pagina 34 HP Connection Hiermee opent u HP Connection Manager (HP Verbindingsbeheer), Manager waarmee u een verbinding tot stand kunt brengen met een HP apparaat voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen). Bekabeld netwerk Geeft aan dat een of meer netwerkstuurprogramma's zijn (verbonden) geïnstalleerd en dat een of meer netwerkapparaten verbinding...
  • Pagina 35 Klik op het pictogram voor draadloze communicatie in het deelvenster Wireless Assistant, in het onderste gedeelte van Windows Mobiliteitscentrum. Klik op Eigenschappen. Schakel het selectievakje HP Wireless Assistant icon in notification area (Pictogram voor HP Wireless Assistant in systeemvak) in. Klik op Toepassen.
  • Pagina 36 Klik op de knop Help. HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) U kunt HP Connection Manager gebruiken om verbinding te maken met WWAN's via het HP apparaat voor mobiel breedband in de computer (alleen bepaalde modellen). Om Connection Manager te starten, klikt u op het pictogram Connection Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
  • Pagina 37 Draadloos netwerk gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: De termen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt.
  • Pagina 38 Draadloze netwerken in openbare zones, of "hotspots", zoals café's en luchthavens, zijn mogelijk helemaal niet beveiligd. Door fabrikanten van producten voor draadloze communicatie en aanbieders van hotspotservices worden nieuwe technologieën ontwikkeld om de openbare ruimte veiliger en anoniemer te maken. Als u zich zorgen maakt om de beveiliging van uw computer op een hotspot, kunt u uw netwerkactiviteiten het beste beperken tot niet-kritieke e-mailactiviteiten en oppervlakkig surfen op internet.
  • Pagina 39 Verbinding maken met een draadloos netwerk Ga als volgt te werk om verbinding met het WLAN te maken: Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, brandt het lampje voor draadloze communicatie blauw. Als het lampje oranje is, drukt u op de knop voor draadloze communicatie.
  • Pagina 40 verbonden met het nieuwe netwerk. Als het nieuwe netwerk niet door Windows wordt herkend, volgt u dezelfde procedure die u eerder gebruikte om verbinding te maken met uw draadloze netwerk. Hoofdstuk 3 Netwerk...
  • Pagina 41 HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP mobiel breedband stelt uw computer in staat gebruik te maken van WWAN's voor toegang tot internet vanuit meer plaatsen en met een groter bereik dan mogelijk is met draadloze netwerken. Voor gebruik van HP mobiel breedband heeft u een aanbieder van netwerkdiensten nodig (mobiele- netwerkexploitant genoemd).
  • Pagina 42 Plaats de accu terug. OPMERKING: HP mobiel breedband wordt gedeactiveerd als de accu niet wordt teruggeplaatst. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan.
  • Pagina 43 Druk de SIM-kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen)
  • Pagina 44 Bluetooth en Internetverbinding delen (ICS) HP adviseert om een computer met Bluetooth niet te gebruiken als host en te gebruiken als gateway die door andere computers kan worden gebruikt om verbinding met internet te maken. Wanneer twee of meer computers met elkaar zijn verbonden via Bluetooth en ICS is geactiveerd op een van de computers, kunnen de andere computers mogelijk geen verbinding maken met internet via het Bluetooth-netwerk.
  • Pagina 45 Problemen met draadloze verbindingen oplossen Enkele mogelijke oorzaken van problemen met draadloze verbindingen zijn: ● Een apparaat voor draadloze communicatie is niet correct geïnstalleerd of is uitgeschakeld. ● Er is een storing opgetreden in een apparaat voor draadloze communicatie of router. ●...
  • Pagina 46 Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van de software voor het WLAN-apparaat in de computer op te halen: Open een internetbrowser en ga naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's en typ het nummer van uw computermodel in het zoekvak.
  • Pagina 47 Als u nieuwe sleutels en een nieuwe SSID heeft ontvangen voor een netwerk en u eerder was verbonden met dat netwerk, gaat u als volgt te werk om verbinding te maken met het netwerk: Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Netwerkcentrum. Klik op Draadloze netwerken beheren in het linkerdeelvenster.
  • Pagina 48 Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen) Het modem moet zijn aangesloten op een analoge telefoonlijn met een 6-pins RJ-11-modemkabel (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd). In bepaalde landen/regio's is ook een land-/ regiospecifieke modemkabeladapter vereist (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd). Aansluitingen voor digitale PBX-systemen lijken op analoge telefoonaansluitingen, maar zijn niet compatibel met dit modem.
  • Pagina 49 Land-/regiospecifieke modemkabeladapter aansluiten Telefoonaansluitingen kunnen per land/regio verschillen. Als u het modem en de modemkabel (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd) wilt gebruiken in een ander land of een andere regio dan het land of de regio waar u de computer heeft gekocht, moet u een land-/regiospecifieke modemkabeladapter aanschaffen (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd).
  • Pagina 50 Nieuwe locaties toevoegen voor gebruik van het modem in het buitenland Standaard is voor het modem als locatie alleen de locatie-instelling beschikbaar voor het land/de regio waar u de computer heeft gekocht. Wanneer u naar verschillende landen/regio's reist, kunt u het geïntegreerde modem instellen op de locatie die voldoet aan de normen van de landen/regio's waar u het modem gebruikt.
  • Pagina 51 OPMERKING: u kunt de voorgaande procedure gebruiken om locaties toe te voegen voor plaatsen in uw eigen land/regio, maar ook voor plaatsen in andere landen/regio's. U kunt bijvoorbeeld een instelling met de naam "Werk" toevoegen, die kiesregels bevat voor het bellen van een buitenlijn.
  • Pagina 52 Problemen met verbindingen in het buitenland oplossen Als u problemen met de modemverbinding ondervindt wanneer u de computer in een ander land/ andere regio dan het land/de regio van aanschaf gebruikt, kunt u de volgende mogelijke oplossingen proberen: ● Controleer het type telefoonlijn. Het modem werkt alleen met een analoge telefoonlijn, niet met een digitale telefoonlijn.
  • Pagina 53 Klik op het gewenste modem. Klik op Eigenschappen. Klik op Modem. Schakel het selectievakje Op kiestoon wachten voordat het nummer wordt gekozen uit. Klik twee keer op OK. Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen)
  • Pagina 54 Aansluiten op een lokaal netwerk (LAN) Om de computer aan te sluiten op een lokaal netwerk (LAN), is een (afzonderlijk aan te schaffen) 8- pins RJ-45-netwerkconnector nodig. Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel aan op de computer met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt (2).
  • Pagina 55 Cursorbesturing, aanraakscherm en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows om instellingen voor cursorbesturingsapparaten te wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis om Eigenschappen voor muis te openen.
  • Pagina 56 De in dit gedeelte beschreven touchpadbewegingen zijn standaard ingeschakeld. U schakelt deze bewegingen als volgt uit of weer in: Dubbelklik op het pictogram Synaptics in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik op het tabblad Apparaatinstellingen. Selecteer het apparaat en klik op Instellingen. Selecteer de beweging die u wilt in- of uitschakelen.
  • Pagina 57 Snelle veegbeweging met drie vingers Met de snelle veegbeweging met drie vingers kunt u op internet bladeren of door foto's in een fotoviewervenster bladeren. Met deze beweging kunt u ook de diavoorstellingsmodus starten of beëindigen, en in bepaalde multimedia-applicaties afspelen of pauzeren. U gebruikt de snelle veegbeweging met drie vingers als volgt om te navigeren: Plaats drie vingers iets uit elkaar op het touchpad.
  • Pagina 58 Voorkeuren voor het touchpad instellen Schuiven, knijpen en de snelle veegbeweging zijn standaard ingeschakeld. De computer ondersteunt mogelijk ook andere touchpadbewegingen, die standaard zijn uitgeschakeld. Ga als volgt te werk om touchpadbewegingen uit of weer in te schakelen of andere touchpadbewegingen te verkennen: Dubbelklik op het pictogram Synaptics in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
  • Pagina 59 Pen vasthouden Houd de pen vast zoals u een gewone pen of een potlood vasthoudt tijdens het schrijven. Houd de pen zo vast dat u de penknop niet per ongeluk kunt indrukken. Als u de bewegingen van de pen volgt, kijkt u naar de aanwijzer, niet naar de punt van de pen. Pen gebruiken...
  • Pagina 60 Muisklikken uitvoeren met de pen ▲ U kunt een onderdeel op het scherm selecteren op dezelfde wijze als met de linkerknop van een externe muis door op het onderdeel te tikken met de punt van de pen. ▲ U kunt dubbelklikken op een onderdeel op het scherm op dezelfde wijze als met de linkerknop van een externe muis door tweemaal op het onderdeel te tikken met de punt van de pen.
  • Pagina 61 Pen kalibreren De pen kan werken met de standaardkalibratie of met een kalibratie die is ingesteld door een andere gebruiker. U wordt echter aangeraden de pen alleen te gebruiken als deze is gekalibreerd op basis van uw eigen handschrift en muisbewegingen. Kalibratie zorgt ervoor dat de pen optimaal werkt. Dit geldt voor alle gebruikers, maar in het bijzonder voor linkshandige gebruikers.
  • Pagina 62 Voorkeuren voor de pen instellen U kunt voorkeuren voor de pen instellen in het venster Tablet PC-instellingen van het besturingssysteem. U kunt onder andere voorkeuren instellen voor de locatie van menu's op het scherm voor rechtshandige of linkshandige gebruikers, kalibratie van het scherm voor gebruik van de pen en optimalisatie van de handschriftherkenning.
  • Pagina 63 OPMERKING: de snelle veegbeweging werkt alleen als in het actieve venster een schuifbalk zichtbaar is. Slepen Druk met uw vinger op een item op het scherm en verplaats uw vinger om een item naar een nieuwe locatie te slepen. Met deze beweging kunt u ook langzaam door documenten bladeren. Aanraakscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen)
  • Pagina 64 Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog of omlaag te bewegen. U schuift als volgt: plaats twee vingers op het scherm en schuif ze over het scherm in een beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de vingerbeweging.
  • Pagina 65 Knijpen Door te knijpen kunt u in- of uitzoomen op items zoals PDF-bestanden, afbeeldingen en foto's. U knijpt als volgt: ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het scherm en daarna de vingers bij elkaar te brengen om een object te verkleinen. Aanraakscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen)
  • Pagina 66 ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het scherm en daarna de vingers van elkaar af te bewegen om een object te vergroten. Voorkeuren voor het aanraakscherm instellen ▲ Om aanraakschermvoorkeuren in te stellen voor visuele feedback, selecteert u Start > Configuratiescherm >...
  • Pagina 67 Volg de instructies op het scherm om een toewijzing voor een snelle veegbeweging te maken of te wijzigen. Klik op OK. Instellingen voor het aanraakscherm gebruiken Met de instellingen voor het aanraakscherm kunt u de volgende functies wijzigen of terugzetten: ●...
  • Pagina 68 Toetsenbord gebruiken Toetsenbordlampje gebruiken Het toetsenbordlampje verlicht het toetsenbord van de computer als er weinig licht is. ▲ Om het toetsenbordlampje te openen en aan te doen, drukt u op de knop van het toetsenbordlampje. Hoofdstuk 4 Cursorbesturing, aanraakscherm en toetsenbord...
  • Pagina 69 ▲ Om het toetsenbordlampje uit te schakelen en te sluiten, drukt u op de knop van het toetsenbordlampje tot het vastklikt. Toetsenbord gebruiken...
  • Pagina 70 Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de -toets (1) en ofwel de -toets (2) of een van de functietoetsen (3). De pictogrammen op de functietoetsen tot en met tot en met vertegenwoordigen hun hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten.
  • Pagina 71 Systeeminformatie weergeven Druk op fn+esc om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen en het versienummer van het BIOS van het systeem. In de Windows-weergave van fn+esc wordt de versie van het BIOS (Basic Input-Output System) van het systeem weergegeven als de BIOS-datum. Bij sommige computermodellen wordt de BIOS-datum weergegeven in decimale notatie.
  • Pagina 72 ● HDMI (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een HDMI-poort) ● Samengestelde video (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video- opnamekaarten met een samengestelde-video-ingang) OPMERKING: Samengestelde videoapparaten kunnen alleen op het systeem worden aangesloten via een optioneel dockingapparaat. Touchpad in-/uitschakelen (fn+f5) Druk op fn+f5 om het touchpad in of uit te schakelen.
  • Pagina 73 HP Quick Launch Buttons gebruiken Met HP Quick Launch Buttons kunt u snel veelgebruikte programma's, bestanden of websites openen. U kunt de fabrieksinstellingen gebruiken, die in de volgende tabel worden beschreven. U kunt de knoppen ook anders programmeren door het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons te openen.
  • Pagina 74 ● Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Quick Launch Buttons. ● Dubbelklik op het pictogram HP Quick Launch Buttons in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. ● Klik in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk met de rechtermuisknop op het pictogram HP Quick Launch Buttons en selecteer Eigenschappen van HP Quick Launch Buttons aanpassen.
  • Pagina 75 HP QuickLook gebruiken Met QuickLook kunt u agenda-items, contactgegevens, gegevens uit Postvak IN en taakgegevens uit Microsoft Outlook opslaan op de vaste schijf van de computer. Wanneer de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, kunt u op de QuickLook-knop van de computer drukken om deze informatie te bekijken zonder te hoeven wachten tot het besturingssysteem is opgestart.
  • Pagina 76 HP QuickWeb gebruiken QuickWeb is een onmiddellijk toegankelijke omgeving die losstaat van het besturingssysteem Windows. Met QuickWeb krijgt u snel toegang tot een webbrowser zonder Windows te hoeven starten. Raadpleeg de helpfunctie van de QuickWeb-software voor informatie over het configureren en gebruiken van QuickWeb.
  • Pagina 77 U schakelt als volgt num lock in of uit tijdens het werken op een extern toetsenblok: ▲ Druk op de toets num lk op het externe toetsenblok, niet op het toetsenbord van de computer. Ingebed numeriek toetsenblok gebruiken...
  • Pagina 78 Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Optischeschijfeenheid voor het afspelen van audio- en videoschijven ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ●...
  • Pagina 79 ◦ Als u het geluid harder wilt zetten, houdt u de knop Geluid harder (3) ingedrukt tot het gewenste geluidsvolume is bereikt. ● Volumeregeling van Windows: Klik op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. U kunt het geluid harder of zachter zetten door de schuifregelaar omhoog of omlaag te schuiven.
  • Pagina 80 Vooraf geladen multimediasoftware installeren U installeert als volgt de vooraf geladen software vanaf de vaste schijf: selecteer Start > Programma's > HP Software Setup (HP software installeren) en volg de instructies op het scherm. Hoofdstuk 5 Multimedia...
  • Pagina 81 Multimediasoftware vanaf een schijf installeren Plaats de schijf in de optischeschijfeenheid. Volg de installatie-instructies die worden gegeven in de installatiewizard. Start de computer opnieuw op als daarom wordt gevraagd. Multimediasoftware...
  • Pagina 82 Audio Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende audiovoorzieningen te gebruiken: ● Muziek afspelen via de computerluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers ● Geluid opnemen met de interne microfoon of een externe microfoon aansluiten ● Muziek downloaden van internet ● Multimediapresentaties maken met beeld en geluid ●...
  • Pagina 83 U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt: Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Geluidsrecorder. Klik op Begin met opnemen en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad op. Open Windows Media Player en speel het geluid af. OPMERKING: Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis.
  • Pagina 84 Video Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken: ● films bekijken; ● spelletjes spelen via internet; ● afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties; ● externe videoapparatuur aansluiten. Externe monitor of projector aansluiten De computer heeft een externemonitorpoort waarop u externe monitoren en projectoren kunt aansluiten.
  • Pagina 85 U kunt de gemaakte foto, video- opname of geluidsopname weergeven en op de vaste schijf van de computer opslaan. Als u de webcam en de HP webcamsoftware wilt gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > HP > HP Webcam.
  • Pagina 86 Voor meer informatie over het gebruik van de webcam selecteert u Start > Help en ondersteuning. Opnamen van visitekaartjes maken U kunt de webcam gebruiken in combinatie met HP Business Card Reader om opnamen te maken van visitekaartjes en de tekst te exporteren naar vele types adresboekprogramma's, zoals Contactpersonen in Microsoft®...
  • Pagina 87 Plaats een visitekaartje in het slot voor visitekaartjes aan de voorkant van de computer (1) en schuif het kaartje naar rechts (2) om het te centreren onder de webcam. OPMERKING: als er tekst wordt afgedekt door het slot, draait u het kaartje 180 graden met de tekst naar de webcam gericht.
  • Pagina 88 Wanneer u klaar bent met het maken van opnamen van visitekaartjes, haalt u het visitekaartje uit het slot en brengt u het beeldscherm omhoog. Als u informatie van één visitekaartje heeft vastgelegd, controleert u de door HP Business Card Reader opgenomen gegevens om er zeker van te zijn dat ze volledig zijn.
  • Pagina 89 Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken. OPMERKING: Als HP 3D DriveGuard een schijf heeft geparkeerd, zal de computer de slaapstand of de hibernationstand niet activeren en wordt het beeldscherm uitgeschakeld. Slaapstand activeren of beëindigen...
  • Pagina 90 Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u was gestopt met werken en de slaapstand werd geactiveerd. OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
  • Pagina 91 Selecteer onder Gedrag de optie Pictogram en meldingen weergeven voor het pictogram Energie. Klik op OK. Energiebeheerschema's gebruiken Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema’s gebruiken om energie te besparen of de prestaties van de computer te maximaliseren.
  • Pagina 92 OPMERKING: Als u een wachtwoord voor een gebruikersaccount moet instellen of het huidige wachtwoord voor uw gebruikersaccount wilt wijzigen, klikt u op Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Is dat niet het geval, dan gaat u naar stap 5.
  • Pagina 93 Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
  • Pagina 94 Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
  • Pagina 95 Ga als volgt te werk om Informatie over de accu te openen: ▲ Selecteer Start > Help en ondersteuning > Informatiecentra. Blader naar de informatie over accu's nadat HP Support Assistant is geopend. Accucontrole gebruiken Accucontrole biedt informatie over de status van de accu die in de computer is geplaatst.
  • Pagina 96 U verwijdert de accu als volgt: Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Verschuif de accuvergrendelingen (1) om de accu los te koppelen. Kantel de accu omhoog (2) en verwijder de accu uit de computer (3). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
  • Pagina 97 Het acculampje geeft als volgt de status van de acculading aan: ● Aan: de accu wordt opgeladen. ● Knipperend: de accu heeft een lage of kritiek lage acculading bereikt en wordt niet opgeladen. ● Uit: de accu is volledig opgeladen, is in gebruik, of is niet geïnstalleerd. Accuwerktijd maximaliseren De accuwerktijd varieert, afhankelijk van de functies u gebruikt terwijl de computer op de accu werkt.
  • Pagina 98 Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ▲...
  • Pagina 99 U laadt als volgt de accu volledig op: Plaats de accu in de computer. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van de computer gaat branden. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen.
  • Pagina 100 Stap 3: ontlaad de accu Tijdens het ontladen van de accu moet de computer ingeschakeld blijven. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
  • Pagina 101 Klik op Standaardinstellingen voor dit schema gebruiken en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u de standaardinstellingen herstelt, kunt u stap 4 tot en met 8 achterwege laten. Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. Klik op het plusteken (+) naast Slaapstand en klik vervolgens op het plusteken (+) naast Sluimerstand na.
  • Pagina 102 "zwak" is geworden. U krijgt een melding waarin u wordt verwezen naar de website van HP. Daar vindt u informatie over hoe u een vervangende accu kunt bestellen. Als de accu onder de garantievoorwaarden van HP valt, krijgt u ook informatie over een garantiecode.
  • Pagina 103 Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een of meer van de volgende symptomen vertoont: ● De computer start niet als deze is aangesloten op de netvoedingsadapter. ● Het beeldscherm gaat niet aan wanneer de computer wordt aangesloten op de netvoedingsadapter en een externe netvoedingsbron.
  • Pagina 104 Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hierboven genoemde afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld: ● Schuif de aan/uit-schakelaar naar rechts en houd deze minimaal vijf seconden lang vast. ●...
  • Pagina 105 Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen De computer is voorzien van een vaste schijf (met een roterende schijf) of een SSD (solid-state drive) met solid-state geheugen. Omdat een SSD geen bewegende onderdelen bevat, genereert deze minder warmte dan een vaste schijf. Selecteer Start > Computer om de in de computer geïnstalleerde schijfeenheden weer te geven. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren.
  • Pagina 106 Schijfeenheden hanteren Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures worden vermeld bij de desbetreffende procedures. VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is voordat u een computer of een externe vaste schijf van de ene locatie naar de andere verplaatst.
  • Pagina 107 HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten.
  • Pagina 108 U laat de computer vallen. ● U verplaatst de computer met gesloten beeldscherm, terwijl de computer op accuvoeding werkt. Kort na elk van deze gebeurtenissen wordt de vasteschijfeenheid door HP 3D DriveGuard weer vrijgegeven voor normale werking. OPMERKING: Als de upgraderuimte een vaste schijf bevat, wordt de vaste schijf beschermd door HP 3D DriveGuard.
  • Pagina 109 Als de computer op accuvoeding werkt en de acculading een kritiek laag niveau bereikt, staat HP 3D DriveGuard toe dat de hibernationstand wordt geactiveerd. HP adviseert om de computer af te sluiten of om de slaapstand of hibernationstand te activeren voordat u de computer verplaatst.
  • Pagina 110 Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat het systeem vastloopt en gegevens verloren gaan: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet zeker weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door de aan/uit-schakelaar naar rechts te schuiven.
  • Pagina 111 Verwijder de houder van de vaste schijf (2). Pak het lipje op de vaste schijf vast en trek het omhoog (1) tot de vaste schijf zich onder een hoek van 45 graden bevindt. Druk de vaste schijf onder een hoek van 45 graden vooruit (2) tot de achterkant van de vaste schijf los is van de achterkant van de computer.
  • Pagina 112 Laat de voorkant van de vaste schijf op de systeemkaartconnector zakken (2) en druk daarna omlaag (3) om de vaste schijf aan te sluiten. Plaats de houder van de vaste schijf terug (1). Plaats de twee schroeven van de vasteschijfhouder terug (2). Steek de lipjes (1) op het afdekplaatje van de vaste schijf in de uitsparingen op de computer.
  • Pagina 113 Draai de drie schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3). Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen 101...
  • Pagina 114 Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
  • Pagina 115 USB-apparaat verwijderen VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, gebruikt u de volgende procedure om het USB-apparaat veilig te verwijderen. VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een USB-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de USB-connector te voorkomen. U verwijdert een USB-apparaat als volgt: Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
  • Pagina 116 De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. 1394-apparaat gebruiken IEEE 1394 is een hardwarematige interface waarmee een multimedia-apparaat of gegevensopslagapparaat met hoge snelheid wordt aangesloten op de computer. Voor scanners, digitale camera's en digitale camcorders is vaak een 1394-aansluiting vereist. Voor bepaalde 1394-apparatuur is extra ondersteunende software nodig.
  • Pagina 117 VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een 1394-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de 1394-connector te voorkomen. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. OPMERKING: U kunt het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen weergeven door te klikken op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (de pijl aan de linkerkant van het systeemvak).
  • Pagina 118 Externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie. U kunt een USB-schijfeenheid toevoegen door de schijfeenheid aan te sluiten op een USB-poort op de computer. Er zijn een aantal typen USB-schijfeenheden: ● 1,44-MB diskettedrive ●...
  • Pagina 119 Dockingconnector gebruiken Met de dockingconnector kunt u de computer aansluiten op een optioneel dockingapparaat. Een optioneel dockingapparaat biedt extra poorten en connectoren die met de computer kunnen worden gebruikt. Dockingconnector gebruiken 107...
  • Pagina 120 Externe mediakaarten Mediakaartlezerkaarten gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: ●...
  • Pagina 121 Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt, gebruikt u de volgende procedure om de digitale kaart veilig te verwijderen. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties af die gebruikmaken van de digitale kaart. OPMERKING: Als u een gegevensoverdracht wilt stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van het besturingssysteem.
  • Pagina 122 ExpressCards gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een ExpressCard is een hoogwaardige PC Card die in het ExpressCard-slot wordt geplaatst. Net als bij standaard PC Cards voldoet de functionaliteit van ExpressCards aan de specificaties van de Personal Computer Memory Card International Association (PCMCIA). ExpressCard configureren Installeer alleen de software die voor uw apparaat is vereist.
  • Pagina 123 Plaats de kaart voorzichtig in het ExpressCard-slot en druk de kaart aan tot deze stevig op zijn plaats zit. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft de computer dit aan met een geluidssignaal. Mogelijk wordt een menu met beschikbare opties weergegeven. OPMERKING: De eerste keer dat u een ExpressCard plaatst, verschijnt er een bericht in het systeemvak dat het apparaat door de computer wordt herkend.
  • Pagina 124 Smart Cards gebruiken (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: De term Smart Card verwijst in dit hoofstuk zowel naar Smart Cards als Java™ Cards. Een Smart Card is een accessoire met het formaat van een creditcard, dat is voorzien van een microchip met geheugen en een microprocessor. Smart Cards hebben, net zoals personal computers, een besturingssysteem voor het beheer van de in- en uitvoer.
  • Pagina 125 Smart Card verwijderen Ga als volgt te werk om een Smart Card te verwijderen: ▲ Pak de Smart Card bij de zijkanten vast en trek de kaart voorzichtig uit de Smart Card-lezer. Smart Cards gebruiken (alleen bepaalde modellen) 113...
  • Pagina 126 10 Geheugenmodules De computer heeft één geheugenmodulecompartiment, dat zich aan de onderkant van de computer bevindt. De geheugencapaciteit van de computer kan worden vergroot door een geheugenmodule te plaatsen in het uitbreidingsslot, of door de bestaande geheugenmodule in het geheugenmoduleslot te upgraden.
  • Pagina 127 Geheugenmodule toevoegen of vervangen Ga als volgt te werk om een geheugenmodule in het geheugenmoduleslot te plaatsen of vervangen: Sla uw werk op. Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm. Als u niet zeker weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door de aan/uit-schakelaar naar rechts te schuiven.
  • Pagina 128 Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. U plaatst een nieuwe geheugenmodule als volgt: OPMERKING: als u een geheugenmodule plaatst en beide slots voor geheugenmodules zijn leeg, plaatst u de geheugenmodule altijd in het slot voor de primaire geheugenmodule.
  • Pagina 129 Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u druk uitoefent op de linker- en rechterrand van de module, totdat de borgklemmetjes vastklikken. Steek de lipjes (1) op het afdekplaatje van het vasteschijfcompartiment in de uitsparingen op de computer. Sluit het afdekplaatje (2). Draai de drie schroeven van het afdekplaatje van het vasteschijfcompartiment vast (3).
  • Pagina 130 CompuTrace deze opsporen wanneer de onbevoegde gebruiker internet op gaat. U kunt CompuTrace gebruiken door de software aan te schaffen en een abonnement op de service te nemen. Informatie over het bestellen van de CompuTrace-software vindt u op de website van HP op http://www.hpshopping.com.
  • Pagina 131 Wachtwoorden voor Windows kunnen uitsluitend worden ingesteld in het besturingssysteem Windows. ● Als u het in Computer Setup ingestelde BIOS-beheerderswachtwoord vergeet, kunt u HP SpareKey gebruiken om toegang te krijgen tot het programma. ● Als u zowel het gebruikerswachtwoord als het hoofdwachtwoord voor DriveLock vergeet, is de vaste schijf die met die wachtwoorden is beveiligd permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
  • Pagina 132 Windows-wachtwoorden Functie Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. *Selecteer voor informatie over het instellen van een beheerders- of gebruikerswachtwoord voor Windows Start > Help en ondersteuning. Wachtwoorden instellen in Computer Setup (Computerinstellingen) BIOS-beheerderswachtwoorden Functie BIOS-beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot Computer Setup. DriveLock-hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock.
  • Pagina 133 BIOS-beheerderswachtwoord beheren Het BIOS-beheerderswachtwoord wordt ingesteld, gewijzigd en verwijderd in Computer Setup. Ga als volgt te werk om dit wachtwoord in te stellen of te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
  • Pagina 134 BIOS-beheerderswachtwoord invoeren Als u bij BIOS Administator Password (BIOS-beheerderswachtwoord) wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren, typt u uw wachtwoord (met dezelfde soort toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld) en drukt u op enter. Na drie mislukte pogingen om het BIOS- beheerderswachtwoord op te geven, moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
  • Pagina 135 DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
  • Pagina 136 DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
  • Pagina 137 Selecteer met de pijltoetsen File (Bestand) > Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk op enter. De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt gestart. Auto DriveLock gebruiken in Computer Setup (Computerinstellingen) In een omgeving met meerdere gebruikers kunt u een wachtwoord voor Automatische DriveLock instellen.
  • Pagina 138 Selecteer met een aanwijsapparaat of de pijltoetsen Disable protection (Beveiliging uitschakelen). Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, klikt u op het pictogram Save (Opslaan) in de linkerbenedenhoek van het scherm en volgt u de instructies op het scherm. –...
  • Pagina 139 Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken Systeemapparaten beveiligen U kunt systeemapparaten in- of uitschakelen vanuit de volgende menu’s in Computer Setup: ● Boot Options (Opstartopties) ● Device Configurations (Apparaatconfiguraties) ● Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde apparaten) ● Port Options (Poortopties) U kunt als volgt systeemapparaten uit- en weer inschakelen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the...
  • Pagina 140 Systeeminformatie weergeven in Computer Setup (Computerinstellingen) De functie voor systeeminformatie in Computer Setup verschaft twee soorten gegevens over het systeem: ● identificatiegegevens over het computermodel en de accu's; ● specificaties van de processor, de cache, het geheugen, het ROM, de revisie van de videokaart en de revisie van de toetsenbordcontroller.
  • Pagina 141 Als de antivirussoftware vooraf is geïnstalleerd, selecteert u Start > Alle programma’s > McAfee > Managed Services (Beheerde services) > Total Protection. Als de software vooraf is geladen, selecteert u Start > Alle programma’s > HP Software Setup en volgt u de instructies op het scherm om de McAfee Total Protection-software te laden.
  • Pagina 142 Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt om toegang te krijgen tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen onbevoegden mogelijk toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en gegevens over u. Bescherm uw privacy met de firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. De antivirussoftware McAfee Total Protection is vooraf geïnstalleerd op de computer.
  • Pagina 143 Essentiële updates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingen over essentiële updates. Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt, om de computer te beschermen tegen beveiligingsschendingen en computervirussen. Wellicht zijn er, nadat de computer is geleverd, updates voor het besturingssysteem en andere software beschikbaar gesteld.
  • Pagina 144 U heeft toegang tot deze software via het Configuratiescherm van Windows. De software is voorzien van beveiligingsfuncties die u beschermen tegen onbevoegde toegang tot de computer, het netwerk en kritieke gegevens. Raadpleeg de online Help van HP ProtectTools voor meer informatie.
  • Pagina 145 Beveiligingskabel aanbrengen OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. Steek de sleutel (1) in het kabelslot (2). Steek het kabelslot in het slot voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.
  • Pagina 146 12 Software-updates Software-update uitvoeren Updates van de software die bij de computer is geleverd, zijn beschikbaar via het hulpprogramma HP Assistant of op de website van HP. HP Assistant zoekt automatisch naar software-updates van HP. Het hulpprogramma wordt met een bepaald interval uitgevoerd en biedt een lijst met ondersteuningsmeldingen, zoals verbeteringen van de beveiliging en optionele updates van software en stuurprogramma's.
  • Pagina 147 Ga als volgt te werk om een update van de software uit te voeren via de website van HP: Ga na wat het model, de productcategorie en de serie of het type van uw computer is. Bereid een update van het systeem-BIOS voor door na te gaan wat de versie is van het huidige BIOS dat op de computer is geïnstalleerd.
  • Pagina 148 BIOS bijwerken Als u het BIOS wilt bijwerken, bepaalt u eerst welke BIOS-versie u momenteel heeft. Download en installeer vervolgens het nieuwe BIOS. BIOS-versie vaststellen Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS genoemd) kunt u weergeven door te drukken op fn+esc (als Microsoft Windows al is gestart) of door Computer Setup te gebruiken.
  • Pagina 149 OPMERKING: BIOS-updates worden beschikbaar gemaakt wanneer dat nodig is. Mogelijk is er geen recentere BIOS-update voor uw computer beschikbaar. U wordt geadviseerd regelmatig op de website van HP te controleren of er BIOS-updates zijn. Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio.
  • Pagina 150 Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe). De installatie van het BIOS begint. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van applicaties, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows-instellingen.
  • Pagina 151 Applicaties en stuurprogramma's bijwerken Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma’s, typ het nummer van uw computermodel in het productvak en druk vervolgens op enter.
  • Pagina 152 Voor gedetailleerde instructies zoekt u deze onderwerpen op in Help en ondersteuning. OPMERKING: Als het systeem instabiel is geworden, adviseert HP u om de herstelprocedures af te drukken en te bewaren voor toekomstig gebruik. 140 Hoofdstuk 13 Back-up en herstel...
  • Pagina 153 Backup maken van gegevens In het geval van een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up. U dient onmiddellijk na het installeren van software systeemherstelschijven (alleen bepaalde modellen) en uw eerste back-up te maken. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben.
  • Pagina 154 OPMERKING: Het backupproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van de computer. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up en terugzetten. Volg de instructies op het scherm om uw back-up in te stellen, een systeemimage te maken (alleen bepaalde modellen) of een systeemherstelschijf te maken (alleen bepaalde modellen).
  • Pagina 155 Controleer indien mogelijk of de Windows-partitie en de HP herstelpartitie aanwezig zijn. U zoekt de Windows-partitie als volgt op: klik op Start > Computer. U zoekt de HP herstelpartitie als volgt op: selecteer Start, klik met de rechtermuisknop op Computer, klik op Beheren en klik op Schijfbeheer.
  • Pagina 156 Als de HP herstelpartitie wel vermeld staat, start u de computer opnieuw op en drukt u op wanneer het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) onder aan het scherm verschijnt.
  • Pagina 157 VOORZICHTIG: Als u een dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruikt, wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Wanneer het formatteren gereed is, herstelt u via het herstelproces het besturingssysteem, de stuurprogramma's, de software en de hulpprogramma's.
  • Pagina 158 14 Computer Setup Computer Setup starten Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle in deze handleiding genoemde menuopties voor Computer Setup door uw computer ondersteund.
  • Pagina 159 OPMERKING: U kunt navigeren door Computer Setup en selecties maken met behulp van een aanwijsapparaat (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het toetsenbord. Druk op om BIOS Setup te openen. Selecteer het menu File (Bestand), Security (Beveiliging) of System Configuration (Systeemconfiguratie).
  • Pagina 160 OPMERKING: Uw wachtwoord- en beveiligingsinstellingen blijven ongewijzigd wanneer u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstelt. Menu’s van Computer Setup De menutabellen in dit onderdeel geven een overzicht van de opties in Computer Setup. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle menuopties voor Computer Setup die in dit hoofdstuk worden genoemd door uw computer ondersteund.
  • Pagina 161 HP SpareKey Hiermee kunt u HP SpareKey inschakelen of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Always Prompt for HP SpareKey Enrollment (Altijd vragen om Hiermee kunt u de inschrijving bij HP SpareKey inschakelen inschrijving bij HP SpareKey) of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Fingerprint Reset on Reboot (If Present) (Vingerafdruk...
  • Pagina 162 Optie Actie ● DriveLock-wachtwoord Hiermee kunt u DriveLock in- of uitschakelen op een vaste schijf van de computer (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u het gebruikers- of hoofdwachtwoord van DriveLock wijzigen. OPMERKING: De DriveLock-instellingen zijn uitsluitend toegankelijk als u Computer Setup opent door de computer in te schakelen (en niet door deze opnieuw op te starten).
  • Pagina 163 Optie Actie ● Boot Options (Opstartopties) Hiermee kunt u de wachttijd voor het opstartmenu instellen (in seconden). ● Hiermee kunt u de wachttijd voor het MultiBoot Express- menu instellen (in seconden). ● Hiermee kunt u Custom Logo (Aangepast logo) in- of uitschakelen (standaard uitgeschakeld).
  • Pagina 164 Optie Actie USB-poort op de computer aangesloten vaste schijf, diskettestation of optischeschijfeenheid. ● Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de ventilator altijd aan staat als het systeem is aangesloten op een wandcontactdoos (standaard uitgeschakeld). ● Hiermee kunt u Data Execution Prevention (Preventie van uitvoering van gegevens) in- of uitschakelen (alleen bepaalde modellen).
  • Pagina 165 ● Hiermee kunt u het snel opladen van de tweede accu in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u HP QuickLook in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u Preboot Authentication on HP QuickLook Boot (Verificatie voorafgaand aan opstarten met HP QuickLook) in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld).
  • Pagina 166 Optie Actie ● Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde Hiermee kunt u de knop voor draadloze communicatie apparaten) in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u de radio van een geïntegreerd WWAN- apparaat in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u de radio van een geïntegreerd WLAN- apparaat in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld).
  • Pagina 167 Optie Actie Port Options (Poortopties) OPMERKING: Alle poortopties zijn standaard ingeschakeld. ● Hiermee kunt u de Flash-medialezer in- of uitschakelen. ● Hiermee kunt u de USB-poort in- of uitschakelen. VOORZICHTIG: Als u de USB-poort uitschakelt, worden ook de MultiBay- en ExpressCard-apparaten op de geavanceerde poortreplicator uitgeschakeld.
  • Pagina 168 15 MultiBoot Opstartvolgorde van apparaten Als de computer wordt opgestart, probeert het systeem op te starten vanaf ingeschakelde opstartapparaten. Het hulpprogramma MultiBoot, dat standaard is ingeschakeld, bepaalt de volgorde waarin het systeem een opstartapparaat selecteert. Bij opstartapparaten kan het gaan om optischeschijfeenheden, diskettedrives, een netwerkkaart (NIC), vaste schijven of USB-apparaten.
  • Pagina 169 optische-schijfstations en diskettestations. Mogelijke opstartapparaten in station C zijn optische- schijfstations en vaste schijven. Er is geen stationsaanduiding toegekend aan de netwerkkaart. OPMERKING: Een optische-schijfstation (zoals een cd-romspeler) kan zowel als station A als station C worden opgestart, afhankelijk van de indeling van de opstart-cd-rom. In de volgende lijst wordt de fabrieksinstelling voor de opstartvolgorde beschreven waarbij de schijfaanduidingen A en C worden toegewezen als MultiBoot is uitgeschakeld.
  • Pagina 170 Opstartapparaten inschakelen in Computer Setup De computer start alleen op vanaf een USB-apparaat of netwerkkaart als dat betreffende apparaat eerst is ingeschakeld in Computerinstellingen. Ga als volgt te werk om Computer Setup (Computerinstellingen) te starten en een USB-apparaat of netwerkkaart te gebruiken als opstartapparaat: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
  • Pagina 171 Wijzigingen in de opstartvolgorde overwegen Houd bij het wijzigen van de opstartvolgorde rekening met het volgende: ● Als de computer opnieuw wordt opgestart nadat de opstartvolgorde is gewijzigd, probeert de computer met de nieuwe opstartvolgorde op te starten. ● Als er meer dan één type opstarteenheid is, probeert de computer op te starten vanaf de eerste eenheid van elk type opstarteenheid (met uitzondering van optischeschijfeenheden).
  • Pagina 172 MultiBoot-voorkeursinstellingen kiezen U kunt MultiBoot op de volgende manieren gebruiken: ● Om een nieuwe opstartvolgorde die door de computer wordt gebruikt telkens wanneer deze wordt ingestart in te stellen door de opstartvolgorde in Computerinstellingen te wijzigen. ● Op dynamische wijzen het opstartapparaat kiezen door op te drukken wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
  • Pagina 173 Dynamisch een opstartapparaat kiezen via F9 U kunt als volgt op dynamische wijze een opstartapparaat voor de huidige opstartprocedure kiezen: Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op wanneer het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) onder aan het scherm verschijnt.
  • Pagina 174 Voorkeuren MultiBoot Express invoeren Als het menu Express Boot wordt weergegeven tijdens het opstarten, hebt u de volgende mogelijkheden: ● Om een opstartapparaat uit het menu van Express Boot op te geven selecteert u uw voorkeur binnen de opgegeven tijd en drukt u op enter. ●...
  • Pagina 175 16 Beheer en afdrukken Client Management Solutions gebruiken Client Management Solutions software biedt op standaarden gebaseerde oplossingen voor het beheren van clientcomputers (gebruikerscomputers), variërend van desktopcomputers en werkstations tot notebookcomputers en tablet-pc’s, in een netwerkomgeving. Clientbeheer omvat de volgende basismogelijkheden en voorzieningen: ●...
  • Pagina 176 HP Client Manager voor Altiris (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: Als u de HP Client Manager voor Altiris wilt downloaden of als u meer informatie wilt over HP Client Manager voor Altiris, raadpleegt u de website van HP op http://www.hp.com. ●...
  • Pagina 177 HP Client Manager voor Altiris kan worden gedownload van de website van HP. Als de software van Altiris Solutions wordt gebruikt in combinatie met HP System Software Manager of HP Client Manager voor Altiris, kunnen beheerders tevens het systeem-BIOS en de apparaatstuurprogramma's bijwerken vanaf een centrale console.
  • Pagina 178 HP SSM (System Software Manager) Met HP SSM (System Software Manager) kunt u op afstand en op meerdere systemen tegelijk systeemsoftware bijwerken. Wanneer SSM wordt uitgevoerd op een clientcomputer, worden de versies van hardware en software gedetecteerd en wordt geselecteerde software bijgewerkt vanuit een centrale locatie, die een filestore wordt genoemd.
  • Pagina 179 Intel Active Management Technology gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met Intel® Active Management Technology (iAMT) kunnen computers en andere netwerkapparaten worden gedetecteerd, gerepareerd en beveiligd. Met iAMT kunnen computers worden beheerd, ongeacht of ze in- of uitgeschakeld zijn. De iAMT-oplossing is beschikbaar op Intel Centrino®- computers met mobiele vPro-technologie.
  • Pagina 180 Optie Actie LAN Controller Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkcontroller inschakelen/uitschakelen. Intel ME Features Control (Beheer Intel ME-voorzieningen) Hiermee kunt u AMT of niets inschakelen. Intel ME Power Control (Intel ME-energiebeheer) Hiermee kunt u het energiebeleid voor de beheerengine configureren. iAMT Configuration (iAMT-configuratie) Optie Actie...
  • Pagina 181 HP universeel printstuurprogramma gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP Universal Print Driver Series voor Windows is één intelligent stuurprogramma dat in de plaats komt van afzonderlijke stuurprogramma's voor HP netwerkprinters. OPMERKING: Het HP universeel printstuurprogramma is alleen op bepaalde modellen vooraf geïnstalleerd.
  • Pagina 182 17 Richtlijnen voor schoonmaken In dit hoofdstuk staan de beste praktijken en aanbevelingen beschreven voor het veilig schoonmaken en desinfecteren van uw notebookcomputer of tablet-pc. Schoonmaakproducten Gebruik de volgende producten om uw notebookcomputer of tablet-pc veilig schoon te maken en te desinfecteren.
  • Pagina 183 Schoonmaakprocedures Volg de procedures in dit gedeelte om uw notebookcomputer of tablet-pc veilig schoon te maken. WAARSCHUWING! probeer de notebookcomputer of tablet-pc niet schoon te maken terwijl die is ingeschakeld, om het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen te beperken. Voordat u de notebookcomputer of tablet-pc schoonmaakt, schakelt u de voeding naar de notebookcomputer of tablet-pc uit door de computer uit te schakelen, de externe netvoeding los te koppelen en daarna alle externe apparaten met eigen voeding los te koppelen.
  • Pagina 184 Pen en penhouder van een tablet-pc schoonmaken Gebruik een zachte microvezeldoek of een zeemlederen doek die is bevochtigd met een van de schoonmaakoplossingen die eerder zijn beschreven. U kunt ook een kiemdodend wegwerpdoekje gebruiken. ● Om de pen schoon te maken, wrijft u omhoog en omlaag over de pen om vuil en stofdeeltjes te verwijderen.
  • Pagina 185 Index Symbolen en getallen opladen 84, 86 ongedaan maken bij volgende 1394-apparaten opnieuw opladen 88 keer opstarten) 155 aansluiten 104 vervangen 90 USB Key Provisioning Support verwijderen 104 voeding besparen 89 (Ondersteuning van USB- 1394-kabel, verbinden 104 Accu, temperatuur 89 sleutelvoorziening) 155 1394-poort Acculampje...
  • Pagina 186 schoonmaken 171 menu File (Bestand) 148 Draadloze communicatie, tabletstand 17 menu Security apparatuur Beeldscherm, schakelen 59 (Beveiliging) 149 locatie 10 Beeldschermontgrendeling, navigeren en selecteren 146 types 21 herkennen 6 System Configuration Draadloze communicatie, Beeldschermschakelaar, (Systeemconfiguratie), bedieningselementen herkennen 4 menu 150 besturingssysteem 22 Beheerderswachtwoord 119 Computer Setup...
  • Pagina 187 RJ-45 (netwerk) 9 Gecombineerde Herstelpartitie 144 Indicatie ladingsniveau, hoofdtelefoonuitgang (audio- Hibernationstand herkennen 10 uitgang) 7 activeren 78 Inschrijving bij HP SpareKey 149 Gecombineerde microfooningang beëindigen 78 Installatie, computer 1 (audio-ingang) 7 geactiveerd bij kritiek lage Installatie van draadloos Geheugenmodule acculading 85...
  • Pagina 188 4 aansluiten 36 Certificaat van echtheid van Interne microfoon, herkennen 11 land-/regiospecifieke Microsoft 14 Internetverbinding, instellen 25 kabeladapter 37 HP module voor mobiel ruisonderdrukkingscircuit 36 breedband 15 Modemsoftware Java Card kennisgevingen 14 locatie instellen/toevoegen 37 definitie 112 keurmerken voor modem 14...
  • Pagina 189 Ruisonderdrukkingscircuit gebruiken 49 aanraakschermbeweging 52 modemkabel 36 herkennen 8, 17 Security (Beveiliging), menu netwerkkabel 42 Pictogrammen Always Prompt for HP Connection Manager SpareKey Enrollment (Altijd (Verbindingsbeheer) 22 vragen om inschrijving bij Samengestelde video 60 draadloze communicatie 22 HP SpareKey) 149...
  • Pagina 190 Automatic DriveLock distributie 163 toetsenbordlampje (Automatische herstel 164 gebruiken 56 DriveLock) 150 HP Connection Manager Toetsenbordlampje, knop, Disk Sanitizer 150 (Verbindingsbeheer) 24 herkennen 11 DriveLock 150 schijfdefragmentatie 95 Touchpad HP SpareKey 149 schijfopruiming 95 bewegingen 43 HP SpareKey, updates 164...
  • Pagina 191 HP universeel vaste schijf printstuurprogramma 169 externe 106 Intel Centrino Pro 167 HP 3D DriveGuard 96 Intel Pro-technologie voor Vaste schijf AMT 167 installeren 99 Windows 7, dvd met vervangen 98 besturingssysteem 144 Vasteschijfeenheid Windows-applicatietoets, HP 3D DriveGuard 96 herkennen 5...