Pagina 2
Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende houder. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Veiligheidswaarschuwing WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ........16 Knop voor draadloze communicatie gebruiken ..............17 Wireless Assistant software gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........17 HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........17 Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken ............18 Draadloos netwerk gebruiken ......................19 Draadloos netwerk installeren ...................
Pagina 6
Helderheid van het scherm verhogen ............... 43 Omgevingslichtsensor activeren ............... 43 HP Quick Launch Buttons gebruiken ....................44 Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons openen ..............45 HP QuickLook gebruiken ........................46 HP QuickWeb gebruiken ........................47 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken .................. 47 Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken ............
Pagina 7
Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm ........64 Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is ....64 Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd ....65 Recentste apparaatstuurprogramma's van HP verkrijgen ....65 Apparaatstuurprogramma's van Microsoft verkrijgen ....... 65...
Pagina 8
Webcam ............................. 66 Tips voor de webcam ......................66 Eigenschappen van de webcam aanpassen ..............66 Opnamen van visitekaartjes maken ................... 67 5 Energiebeheer Opties voor energiebeheer instellen ....................70 Energiebesparende standen gebruiken ................70 Standbystand activeren en beëindigen ............. 70 Hibernationstand activeren of beëindigen ............
Pagina 9
Schijfdefragmentatie gebruiken ..................88 Schijfopruiming gebruiken ....................88 HP 3D DriveGuard gebruiken ......................89 Status van HP 3D DriveGuard herkennen ................. 89 HP 3D DriveGuard software gebruiken ................90 Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen ................... 91 Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen ................... 94 Vaste schijf vervangen .......................
Voorzieningen Hardware herkennen U geeft als volgt een overzicht weer van de hardware die in de computer is geïnstalleerd: Selecteer Start > Deze computer. Klik in het linkerdeelvenster onder Systeemtaken op Systeeminformatie weergeven. Selecteer het tabblad Hardware > Apparaatbeheer. Met Apparaatbeheer kunt u ook hardware toevoegen of apparaatconfiguraties wijzigen. Onderdelen aan de bovenkant Cursorbesturing Onderdeel...
Pagina 14
Onderdeel Beschrijving Middenknop van de EasyPoint-muisbesturing* Deze knop heeft dezelfde functie als de middenknop op een externe muis. Rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. Schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u omhoog of omlaag. Rechterknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
● Schijfeenheidlampje Turkoois knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf of een optischeschijfeenheid. ● Oranje: de interne vaste schijf is tijdelijk geparkeerd met HP 3D DriveGuard. ● QuickLook-lampje Aan: de computer staat aan. ●...
Onderdeel Beschrijving ● Lampje van HP QuickWeb Aan: de webbrowser is in gebruik. ● Touchpadlampje Blauw: het touchpad is ingeschakeld. ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. Caps lock-lampje Aan: caps lock is ingeschakeld. Num lock-lampje Aan: num lock is aan.
Pagina 17
● QuickLook-knop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om HP QuickLook te openen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op deze knop om Software Setup (Software installeren) te openen.
Toetsen Onderdeel Beschrijving esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc- toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. Windows-applicatietoets Hiermee opent u een snelmenu voor items waarbij de aanwijzer staat.
Pagina 19
Schijfeenheidlampje Turkoois knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf of een optischeschijfeenheid. ● Oranje: de interne vaste schijf is tijdelijk geparkeerd met HP 3D DriveGuard. Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven. Mediakaartlezer Dit slot ondersteunt de volgende typen optionele digitale kaarten: ●...
Onderdelen aan de rechterkant Onderdeel Beschrijving Smart Card-lezer Ondersteunt optionele smart cards en Java™ Cards. Upgraderuimte Hierin kunt u een optische schijfeenheid of een vaste schijf plaatsen. 3.0 SuperSpeed USB-poorten (2) Hierop kunt u optionele USB-apparaten aansluiten en gegevens overbrengen met een hogere snelheid dan met een 2.0 USB- apparaat.
Onderdeel Beschrijving eSATA-poort Hierop sluit u hoogwaardige eSATA-componenten aan, zoals een externe eSATA-schijfeenheid. 1394-poort Hiermee kunt u een optioneel IEEE 1394- of 1394a-apparaat, zoals een camcorder, aansluiten op de computer. Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u een optionele headsetmicrofoon, stereomicrofoonarray of monomicrofoon aansluiten. Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een...
Bevat de vaste schijf. Bluetooth-compartiment Hierin bevindt zich een Bluetooth-apparaat. Compartiment voor module voor draadloze Bevat een HP module voor mobiel breedband. communicatie OPMERKING: Vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de...
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving Interne beeldschermschakelaar Wanneer u de computer sluit terwijl de computer is ingeschakeld, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld. Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. Webcam Hiermee kunt u geluid en videobeelden vastleggen en foto's maken.
Pagina 24
Onderdeel Beschrijving WWAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een WWAN (Wireless Wide-Area Network). WLAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). *Deze antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer.
Aanvullende hardwareonderdelen Onderdeel Beschrijving Netsnoer* Hiermee kunt u een netvoedingsadapter aansluiten op een stopcontact. Accu* Voorziet de computer van voeding als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Netvoedingsadapter Hiermee wordt netvoeding omgezet in gelijkstroom. Modemkabel (alleen bepaalde modellen)* Hiermee kunt u het interne modem aansluiten op een RJ-11- telefoonaansluiting of op een land- of regiospecifieke modemkabeladapter.
Pagina 26
Circuit Card Identifier) van uw SIM-kaart. Dit label bevindt zich in de accuruimte. ● Label met serienummer van HP module voor mobiel breedband (alleen bepaalde modellen): bevat het serienummer van uw HP module voor mobiel breedband. Dit label bevindt zich in de accuruimte. Hoofdstuk 1 Voorzieningen...
● HP module voor mobiel breedband. Een draadloos WWAN-apparaat (wireless wide area network) dat toegang biedt tot informatie op elke plek waar mobiele netwerkservices beschikbaar zijn. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met het basisstation van een mobiele- netwerkexploitant.
HP Connection Hiermee opent u HP Connection Manager (Verbindingsbeheer), Manager waarmee u een verbinding tot stand kunt brengen met een HP apparaat voor mobiele breedbandverbindingen (alleen bepaalde modellen). Netwerkstatus Geeft aan dat een of meer netwerkstuurprogramma's zijn geïnstalleerd...
Klik op de knop Help. HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) U kunt HP Connection Manager gebruiken om verbinding te maken met WWAN's via het HP apparaat voor mobiel breedband in de computer (alleen bepaalde modellen). Om Connection Manager te starten, klikt u op het pictogram Connection Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
– of – Selecteer Start > Alle programma's > HP > HP Connection Manager. Raadpleeg de helpfunctie van de Connection Manager-software voor meer informatie. Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Ook sommige besturingssystemen bieden de mogelijkheid om de geïntegreerde apparaten voor draadloze communicatie en de draadloze verbinding te beheren.
Draadloos netwerk gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een WLAN, dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: De termen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt.
Pagina 32
van hotspotservices worden nieuwe technologieën ontwikkeld om de openbare ruimte veiliger en anoniemer te maken. Als u zich zorgen maakt om de beveiliging van uw computer op een hotspot, kunt u uw netwerkactiviteiten het beste beperken tot niet-kritieke e-mailactiviteiten en oppervlakkig surfen op internet.
Verbinding maken met een draadloos netwerk Ga als volgt te werk om verbinding met het WLAN te maken: Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, brandt het lampje voor draadloze communicatie (blauw). Als het lampje niet brandt, drukt u op de knop voor draadloze communicatie.
Naar een ander netwerk roamen Wanneer u uw computer binnen het bereik van een ander draadloos netwerk plaatst, probeert Windows verbinding te maken met dat netwerk. Als de poging slaagt, wordt uw computer automatisch verbonden met het nieuwe netwerk. Als het nieuwe netwerk niet door Windows wordt herkend, volgt u dezelfde procedure die u eerder gebruikte om verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP mobiel breedband stelt uw computer in staat gebruik te maken van WWAN's voor toegang tot internet vanuit meer plaatsen en met een groter bereik dan mogelijk is met draadloze netwerken. Voor gebruik van HP mobiel breedband heeft u een aanbieder van netwerkdiensten nodig (mobiele- netwerkexploitant genoemd).
Plaats de SIM-kaart in het daarvoor bestemde slot en duw de SIM-kaart voorzichtig in het slot totdat deze stevig op zijn plaats zit. Plaats de accu terug. OPMERKING: HP mobiel breedband wordt gedeactiveerd als de accu niet wordt teruggeplaatst. Sluit de externe voedingsbron opnieuw aan. Sluit externe apparaten opnieuw aan. Zet de computer aan.
Pagina 37
Druk de SIM-kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). Plaats de accu terug. Sluit de externe voedingsbron opnieuw aan. Sluit externe apparaten opnieuw aan. Zet de computer aan. HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten. Bluetooth en Internetverbinding delen (ICS) HP adviseert om een computer met Bluetooth niet te gebruiken als host en te gebruiken als gateway die door andere computers kan worden gebruikt om verbinding met internet te maken. Wanneer twee...
Problemen met draadloze verbindingen oplossen Enkele mogelijke oorzaken van problemen met draadloze verbindingen zijn: ● Een apparaat voor draadloze communicatie is niet correct geïnstalleerd of is uitgeschakeld. ● Er is een storing opgetreden in een apparaat voor draadloze communicatie of router. ●...
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van de software voor het WLAN-apparaat in de computer op te halen: Open een internetbrowser en ga naar http://www.hp.com/support. Selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's en typ het nummer van uw computermodel in het zoekvak.
moet u over de juiste codes beschikken. De SSID en de netwerksleutel zijn alfanumerieke codes die u invoert in de computer om uw computer kenbaar te maken bij het netwerk. ● Voor een netwerk dat is verbonden met uw persoonlijke draadloze router, raadpleegt u de gebruikershandleiding bij de router voor instructies aangaande het instellen van dezelfde codes op de router en het draadloos-netwerkapparaat.
Er wordt een lijst weergegeven met de beschikbare draadloze netwerken. Als u zich op een hotspot bevindt met meerdere actieve draadloze netwerken, krijgt u meerdere netwerken te zien. Selecteer een netwerk en klik op Verwijderen. Kan geen verbinding maken met de draadloze router Als uw pogingen om verbinding te maken met de draadloze router niet lukken, stelt u de draadloze router opnieuw in door te zorgen dat de router gedurende 10 tot 15 seconden geen elektrische voeding krijgt.
Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen) Het modem moet zijn aangesloten op een analoge telefoonlijn met een 6-pins RJ-11-modemkabel. In bepaalde landen/regio's is ook een land-/regiospecifieke modemkabeladapter vereist. Aansluitingen voor digitale PBX-systemen lijken op analoge telefoonaansluitingen, maar zijn niet compatibel met dit modem.
Een Land-/regiospecifieke modemkabeladapter aansluiten Telefoonaansluitingen kunnen per land/regio verschillen. Als u het modem en de modemkabel (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd) wilt gebruiken in een ander land of een andere regio dan het land of de regio waar u de computer heeft gekocht, moet u een land-/regiospecifieke modemkabeladapter aanschaffen (alleen bij bepaalde modellen meegeleverd).
Nieuwe locaties toevoegen voor gebruik van het modem in het buitenland Standaard is voor het modem als locatie alleen de locatie-instelling beschikbaar voor het land/de regio waar u de computer heeft gekocht. Wanneer u naar verschillende landen/regio's reist, kunt u het geïntegreerde modem instellen op de locatie die voldoet aan de normen van de landen/regio's waar u het modem gebruikt.
Problemen met verbindingen in het buitenland oplossen Als u problemen met de modemverbinding ondervindt wanneer u de computer in een ander land/andere regio dan het land/de regio van aanschaf gebruikt, kunt u de volgende mogelijke oplossingen proberen: ● Controleer het soort telefoonlijn Het modem werkt alleen met een analoge telefoonlijn, niet met een digitale telefoonlijn.
Pagina 47
Schakel het selectievakje Op kiestoon wachten voordat het nummer wordt gekozen uit. Klik twee keer op OK. Modem gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Vooraf geïnstalleerde communicatiesoftware gebruiken Ga als volgt te werk als u vooraf geïnstalleerde modemsoftware voor terminalemulatie en gegevensoverdracht wilt gebruiken: Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Communicatie. Klik op een fax- of terminalemulatieprogramma of selecteer een wizard voor de internetverbinding. Hoofdstuk 2 Draadloze communicatie, modem en lokaal netwerk...
Verbinding met een lokaal netwerk (LAN) Voor het verbinden met een LAN (Local area network) is een 8-pins RJ-45-netwerkconnector nodig (niet bijgeleverd). Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (1) bevat, wat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord, sluit u de kabel met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit (2) bevindt aan op de computer.
Cursorbesturing en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Gebruik Eigenschappen voor Muis in Windows om instellingen voor cursorbesturingsapparaten te wijzigen, zoals de configuratie van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer. Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Muis om Eigenschappen voor muis te openen.
Functie Hotkey Systeeminformatie weergeven fn+esc Standbystand activeren fn+f3 Schakelen tussen diverse beeldschermen en andere fn+f4 weergaveapparaten Informatie over accu weergeven fn+f8 Helderheid van het beeldscherm verlagen fn+f9 Helderheid van het beeldscherm verhogen fn+f10 De omgevingslichtsensor activeren fn+f11 U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer: ●...
Standbystand activeren Druk op fn+f3 om de standbystand te activeren. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het geheugen, wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u de standbystand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken.
Schakelen tussen beeldschermen Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk.
Oplaadinformatie accu weergeven Druk op fn+f8 om oplaadinformatie weer te geven over alle geïnstalleerde accu’s. Op het scherm wordt zowel weergegeven welke accu’s worden opgeladen als de resterende lading van elke accu. Hoofdstuk 3 Cursorbesturing en toetsenbord...
Helderheid van het scherm verlagen Druk op fn+f9 om de helderheid van het scherm te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het scherm verhogen Druk op fn+f10 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen.
HP Quick Launch Buttons gebruiken Met HP Quick Launch Buttons kunt u snel veelgebruikte programma's, bestanden of websites openen. U kunt de fabrieksinstellingen gebruiken, die in de volgende tabel worden beschreven. U kunt de knoppen ook anders programmeren door het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons te openen.
Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Quick Launch Buttons. ● Dubbelklik op het pictogram HP Quick Launch Buttons in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. ● Klik in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk met de rechtermuisknop op het pictogram HP Quick Launch Buttons en klik op Eigenschappen van HP Quick Launch Buttons aanpassen.
HP QuickLook gebruiken Met QuickLook kunt u agenda-items, contactgegevens, gegevens uit Postvak IN en taakgegevens uit Microsoft Outlook opslaan op de vaste schijf van de computer. Wanneer de computer is uitgeschakeld, kunt u op de QuickLook-knop van de computer drukken om deze informatie te bekijken zonder te hoeven wachten tot het besturingssysteem is opgestart.
HP QuickWeb gebruiken QuickWeb is een onmiddellijk toegankelijke omgeving die losstaat van het besturingssysteem Windows. Met QuickWeb krijgt u snel toegang tot een webbrowser zonder Windows te hoeven starten. Raadpleeg de helpfunctie van de QuickWeb-software voor informatie over het configureren en gebruiken van QuickWeb.
Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de muisaanwijzer onverwachte bewegingen op het scherm maakt. U kunt dit voorkomen door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Multimedia Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken. De computer beschikt mogelijk over de volgende multimediacomponenten: ● Optischeschijfeenheid voor het afspelen van audio- en videoschijven ● Geïntegreerde luidsprekers om muziek te beluisteren ●...
◦ Als u het geluid harder wilt zetten, houdt u de knop Geluid harder (3) ingedrukt of tikt u op de knop, tot het gewenste geluidsvolume is bereikt. ● Volumeregeling van Windows: Klik op het pictogram Volume in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. U kunt het geluid harder of zachter zetten door de schuifregelaar omhoog of omlaag te schuiven.
Vooraf geladen multimediasoftware installeren U installeert als volgt vooraf geladen software vanaf de vaste schijf: selecteer Start > Alle programma's > HP Software Setup (HP software installeren) en volg de instructies op het scherm. Multimediasoftware vanaf een schijf installeren Plaats de schijf in de optischeschijfeenheid.
Audio Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende audiovoorzieningen te gebruiken: ● Muziek afspelen via de computerluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers ● Geluid opnemen met de interne microfoon of een externe microfoon aansluiten ● Muziek downloaden van internet ● Multimediapresentaties maken met beeld en geluid ●...
Pagina 65
U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt: Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Entertainment > Geluidsrecorder. Klik op Opnemen en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad op. Open Windows Media Player en speel het geluid af. OPMERKING: Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis.
Video Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken: ● Films bekijken ● Spelletjes spelen via internet ● Afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties ● Externe videoapparatuur aansluiten Externe monitor of projector aansluiten De computer heeft een externemonitorpoort en een DisplayPort waarop u externe monitoren en projectoren kunt aansluiten.
Om Mobile Display Assistant te openen, klikt u op het pictogram Mobile Display Assistant in het ▲ systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk, of selecteert u Start > Alle programma's > HP > Mobile Display Assistant. Raadpleeg de helpfunctie van de Mobile Display Assistant-software voor informatie over het gebruik van Mobile Display Assistant.
Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Met de optischeschijfeenheid kunt u cd's en dvd's afspelen, kopiëren en samenstellen, afhankelijk van het type optischeschijfeenheid van de computer en de software die op uw computer is geïnstalleerd. Geïnstalleerde optischeschijfeenheid herkennen Selecteer Start > Deze computer. ▲...
Juiste type schijf kiezen (cd's, dvd's en bd's) Een optischeschijfeenheid ondersteunt optische schijven (cd's, dvd's en bd's). Cd's, die worden gebruikt voor het opslaan van digitale gegevens, worden ook gebruikt voor commerciële audio-opnames en zijn handig voor uw persoonlijke opslagbehoeften. Dvd's en bd's worden hoofdzakelijk gebruikt voor films, software en back-ups van gegevens.
Blu-ray Discs (bd's) Bd is een type high-density optische schijf voor de opslag van digitale informatie, waaronder high- definition video. Op een enkellaags Blu-ray Disc kan 25 GB worden opgeslagen, meer dan vijf keer de opslagcapaciteit van een enkellaags dvd (4,7 GB). Op een dubbellaags Blu-ray Disc kan 50 GB worden opgeslagen, bijna zes keer de opslagcapaciteit van een dubbellaags dvd (8,5 GB).
Als u Automatisch afspelen nog niet heeft geconfigureerd, wordt het dialoogvenster Automatisch afspelen geopend. In dit venster kunt u selecteren hoe u de inhoud van het medium wilt gebruiken. OPMERKING: Bij het afspelen van een bd bereikt u het beste resultaat als de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron.
Plaats de schijf die u wilt kopiëren in de optischeschijfeenheid. Klik op Copy (Kopiëren) rechtsonder op het scherm. Creator Business leest de bronschijf en kopieert de gegevens naar een tijdelijke map op de vaste schijf. Verwijder, wanneer u hier om wordt verzocht, de bronschijf uit de optischeschijfeenheid en plaats een lege schijf in de schijfeenheid.
Open de map en sleep de bestanden naar de schijfeenheid die de lege optische schijf bevat. Start het brandproces, zoals aangegeven door het programma dat u heeft gekozen. Kijk voor specifieke aanwijzingen in de instructies van de softwarefabrikant. Deze instructies kunnen worden verstrekt bij de software of op schijven, of kunnen op de website van de fabrikant staan.
Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen.
● Controleer of de schijf schoon is. Maak de schijf zo nodig schoon met gefilterd water en een pluisvrije doek. Veeg van het midden van de schijf naar de buitenrand. ● Controleer de schijf op krassen. Als u krassen vindt, behandel de schijf dan met een reparatieset voor optische schijven.
Een film stopt, slaat stukken over of wordt niet naar behoren afgespeeld ● Controleer of de schijf niet bekrast of beschadigd is. ● Maak de schijf schoon. ● Maak systeembronnen vrij. Enkele suggesties hiervoor zijn: ◦ Verbreek de verbinding met internet. ◦...
U gebruikt het hulpprogramma HP Update als volgt: Selecteer Start > Alle programma's > HP > HP Update. Klik op het HP welkomstscherm op Settings (Instellingen) en selecteer een tijdstip waarop het hulpprogramma moet controleren op software-updates op internet. Klik op Next (Volgende) om onmiddellijk te controleren op HP software-updates.
U kunt de gemaakte foto, video-opname of geluidsopname weergeven en op de vaste schijf van de computer opslaan. Als u de webcam en de HP Webcam software wilt gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > HP > HP Webcam.
Opnamen van visitekaartjes maken U kunt de webcam gebruiken in combinatie met het programma HP Business Card Reader om opnamen te maken van visitekaartjes en de tekst te exporteren naar vele types adresboekprogramma's, zoals Contactpersonen in Microsoft®...
Pagina 80
Plaats een visitekaartje in het slot voor visitekaartjes aan de voorkant van de computer (1) en schuif het kaartje naar rechts (2) om het te centreren onder de webcam. OPMERKING: Als er tekst wordt afgedekt door het slot, draait u het kaartje 180 graden met de tekst naar de webcam gericht.
Pagina 81
Als u opnamen maakt van meerdere visitekaartjes, verwijdert u het visitekaartje en plaatst u het volgende kaartje. Het webcamlampje gaat branden zodra op het kaartje is scherpgesteld. De webcam maakt vervolgens een opname van het visitekaartje en het webcamlampje gaat uit. Herhaal deze stap voor volgende visitekaartjes.
Wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat, is het niet mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken. OPMERKING: Als HP 3D DriveGuard een schijf heeft geparkeerd, zal de computer de standbystand of de hibernationstand niet activeren en wordt het beeldscherm uitgeschakeld. Standbystand activeren en beëindigen...
Als Stand-by niet wordt weergegeven, doet u het volgende: Klik op de pijl-omlaag. Selecteer Stand-by in de lijst. Klik op OK. Ga als volgt te werk om de standbystand te beëindigen: Druk kort op de aan/uit-knop. ▲ Wanneer de standbystand wordt beëindigd gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de standbystand werd geactiveerd.
Energiemeter gebruiken De Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met behulp van de Energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken. ● Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen om de Eigenschappen van Energiebeheer te openen.
Met behulp van Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen van deze energiebeheerschema’s wijzigen. Huidig energiebeheerschema weergeven Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. ▲ – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer. Energiebeheerschema’s selecteren Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en ▲...
Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP. ● Goedgekeurde netvoedingsadapter ●...
Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma’s, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die...
Accucontrole gebruiken Accucontrole biedt informatie over de status van de accu die in de computer is geplaatst. Ga als volgt te werk om Accucontrole uit te voeren: Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer. OPMERKING: Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron.
Schuif de accu in de accuruimte (1) totdat de accu goed op zijn plaats zit. De accu-ontgrendeling (2) vergrendelt de accu automatisch. U verwijdert de accu als volgt: Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. Verschuif de accuvergrendelingen (1) om de accu los te koppelen.
De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld. Het opladen kan langer duren wanneer de accu nieuw is, langer dan twee weken niet is gebruikt of veel warmer of kouder is dan de normale kamertemperatuur.
Pagina 91
Als u niets onderneemt wanneer de accu bijna leeg is, wordt het niveau van de acculading kritiek en gaat het acculampje snel knipperen. Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld en de computer aan staat of in de standbystand staat, wordt de hibernationstand geactiveerd.
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden. Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is Sluit een van de volgende apparaten aan: ▲...
Ga als volgt te werk om de accu volledig op te laden: Plaats de accu in de computer. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel dockingapparaat en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van de computer gaat branden.
Stap 4: Laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: Zorg dat de computer op een externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
"zwak" is geworden. U krijgt een melding waarin u wordt verwezen naar de website van HP. Daar vindt u informatie over hoe u een vervangende accu kunt bestellen. Als de accu onder de garantievoorwaarden van HP valt, krijgt u ook informatie over een garantiecode.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een of meer van de volgende symptomen vertoont: ● De computer start niet als deze is aangesloten op de netvoedingsadapter. ● Het beeldscherm gaat niet aan wanneer de computer wordt aangesloten op de netvoedingsadapter en een externe netvoedingsbron.
Pagina 97
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hierboven genoemde afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld: ● Druk op ctrl+alt+delete. Klik vervolgens op Afsluiten > Uitschakelen. ● Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt.
Schijfeenheden Geïnstalleerde schijfeenheden herkennen De computer is voorzien van een vaste schijf (met een roterende schijf) of een SSD (solid-state drive) met solid-state geheugen. Omdat een SSD geen bewegende onderdelen bevat, genereert deze minder warmte dan een vaste schijf. Selecteer Start > Mijn computer om de in de computer geïnstalleerde schijfeenheden weer te geven. Schijfeenheden hanteren Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld.
Pagina 99
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken: Activeer de standbystand en wacht tot het scherm leeg is voordat u een computer of een externe vaste schijf van de ene locatie naar de andere verplaatst.
U kunt instellen dat de schijfdefragmentatie 's nachts wordt uitgevoerd, of op een ander tijdstip waarop u de computer niet hoeft te gebruiken. HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten.
Accuwaarschuwingen die zijn ingesteld op het tabblad Waarschuwingen van Eigenschappen voor Energiebeheer worden niet geactiveerd. HP adviseert om de computer af te sluiten of om de standbystand of hibernationstand te activeren voordat u de computer verplaatst. HP 3D DriveGuard gebruiken...
Het pictogram voor HP 3D DriveGuard in het systeemvak weergeven of verbergen. Ga als volgt te werk om HP 3D DriveGuard te openen en de instellingen te wijzigen: Dubbelklik op het pictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat het systeem vastloopt en gegevens verloren gaan: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vasteschijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aan staat of in de standbystand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Pagina 104
Til de vaste schijf (3) uit de vasteschijfruimte. U installeert als volgt een vaste schijf: Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1). Trek het vasteschijflipje (2) naar links om de vaste schijf vast te maken. Draai de schroef van de vaste schijf vast (3). Steek de lipjes (1) op het afdekplaatje van de vaste schijf in de uitsparingen op de computer.
Pagina 105
Draai de schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3). Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Vaste schijf in de vasteschijfruimte vervangen...
Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen In the upgraderuimte kunt u een vaste schijf of een optischeschijfeenheid plaatsen. Vaste schijf vervangen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat gegevens verloren gaan of dat de computer niet meer reageert: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de upgraderuimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aan staat of in de standbystand of de hibernationstand staat.
Pagina 107
Duw met een platte schroevendraaier voorzichtig tegen het lipje om de vaste schijf te ontgrendelen (2). Verwijder de vaste schijf uit de upgraderuimte. Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen...
Pagina 108
Ga als volgt te werk om een vaste schijf in de upgraderuimte te installeren: Plaats de vaste schijf in de upgraderuimte. Draai de schroef van de upgraderuimte vast. Hoofdstuk 6 Schijfeenheden...
Breng de schroeven van de vaste schijf weer aan (1) en plaats daarna de schroefbeschermingen terug (2). Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Optischeschijfeenheid vervangen VOORZICHTIG: U voorkomt als volgt dat gegevens verloren gaan of dat de computer niet meer...
Pagina 110
Duw met een platte schroevendraaier voorzichtig tegen het lipje om de optischeschijfeenheid te ontgrendelen (2). Verwijder de optischeschijfeenheid uit de upgraderuimte. Hoofdstuk 6 Schijfeenheden...
Pagina 111
Ga als volgt te werk om een optischeschijfeenheid in de upgraderuimte te installeren: Plaats de optischeschijfeenheid in de upgraderuimte. Draai de schroef van de upgraderuimte vast. Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan.
Externe apparatuur USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
USB-apparaat stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet het USB-apparaat stop voordat u het verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een USB-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de USB-connector te voorkomen. Ga als volgt te werk om een USB-apparaat stop te zetten en te verwijderen: Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. 1394-apparaat gebruiken IEEE 1394 is een hardwarematige interface waarmee een multimedia-apparaat of gegevensopslagapparaat met hoge snelheid wordt aangesloten op de computer. Voor scanners, digitale camera's en digitale camcorders is vaak een 1394-aansluiting vereist. Voor bepaalde 1394-apparatuur is extra ondersteunende software nodig.
VOORZICHTIG: Trek niet aan de kabel om een 1394-apparaat los te koppelen, om beschadiging van de 1394-connector te voorkomen. Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. OPMERKING: U kunt het pictogram Hardware veilig verwijderen weergeven door te klikken op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven (<...
eSATA-apparaat stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet het eSATA-apparaat stop voordat u het verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. VOORZICHTIG: Trek bij het loskoppelen van een eSATA-apparaat niet aan de kabel, om beschadiging van de eSATA-connector te voorkomen. Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Externe schijfeenheden gebruiken Verwisselbare externe schijfeenheden bieden meer mogelijkheden voor het opslaan en gebruiken van informatie. U kunt een USB-schijfeenheid toevoegen door de schijfeenheid aan te sluiten op een USB- poort op de computer. Er zijn een aantal typen USB-schijfeenheden: ●...
Dockingconnector gebruiken Met de dockingconnector kunt u de computer aansluiten op een optioneel dockingapparaat. Een optioneel dockingapparaat biedt extra poorten en connectoren die met de computer kunnen worden gebruikt. 106 Hoofdstuk 7 Externe apparatuur...
Externe mediakaarten Mediakaartlezerkaarten gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Het digitalemediaslot ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: ●...
Plaats de kaart in de mediakaartlezer en druk de kaart aan totdat deze goed op zijn plaats zit. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft de computer dit aan met een geluidssignaal. Mogelijk wordt een menu met beschikbare opties weergegeven. Digitale kaart stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet de digitale kaart stop voordat u de kaart verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt.
ExpressCards gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een ExpressCard is een hoogwaardige PC Card die in het ExpressCard-slot wordt geplaatst. Net als bij standaard PC Cards voldoet de functionaliteit van ExpressCards aan de specificaties van de Personal Computer Memory Card International Association (PCMCIA). ExpressCard configureren Installeer alleen de software die voor uw apparaat is vereist.
Pagina 122
Plaats de kaart voorzichtig in het ExpressCard-slot en druk de kaart aan tot deze stevig op zijn plaats zit. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft de computer dit aan met een geluidssignaal. Mogelijk wordt een menu met beschikbare opties weergegeven. OPMERKING: De eerste keer dat u een ExpressCard plaatst, verschijnt er een bericht in het systeemvak dat het apparaat door de computer wordt herkend.
ExpressCard stopzetten en verwijderen VOORZICHTIG: Zet de ExpressCard stop voordat u de kaart verwijdert, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de ExpressCard. OPMERKING: Als u een gegevensoverdracht wilt stoppen, klikt u op Annuleren in het kopieervenster van het besturingssysteem.
Smart Cards gebruiken (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: De term Smart Card verwijst in dit hoofstuk zowel naar Smart Cards als Java™ Cards. Een Smart Card is een accessoire met het formaat van een creditcard, dat is voorzien van een microchip met geheugen en een microprocessor.
Geheugenmodules De computer heeft twee geheugenmodulecompartimenten. Het primaire geheugenmodulecompartiment bevindt zich onder het toetsenbord. Het compartiment voor de geheugenuitbreidingsmodule bevindt zich aan de onderkant van de computer. De geheugencapaciteit van de computer kan worden uitgebreid door een geheugenmodule toe te voegen aan het vrije slot voor een geheugenuitbreidingsmodule, of door de bestaande module in het slot voor de primaire geheugenmodule te upgraden.
Geheugenmodule in het slot voor de geheugenuitbreidingsmodule plaatsen of vervangen Ga als volgt te werk om een geheugenmodule in het slot voor de geheugenuitbreidingsmodule te plaatsen of te vervangen: Sla uw werk op. Schakel de computer uit en sluit het beeldscherm. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
Pagina 127
OPMERKING: Als het slot voor de geheugenuitbreidingsmodule leeg is, slaat u stap 9 over en gaat u verder met stap 10. Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de geheugenmodule weg (1). De geheugenmodule kantelt omhoog. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 128
Kantel de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden, waarbij u druk uitoefent op de linker- en rechterrand van de module, totdat de borgklemmetjes vastklikken. OPMERKING: Al naar gelang de geheugenconfiguratie van de computer kan de linker DIMM-connector al dan niet in gebruik zijn. Plaats het afdekplaatje van het geheugenmodulecompartiment met de lipjes (1) in de uitsparingen in de computer.
Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. Geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule upgraden Ga als volgt te werk om een geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule te upgraden: Sla uw werk op.
Pagina 130
Til voorzichtig de bovenste rand van het toetsenbord op (2) en kantel het toetsenbord totdat het op de polssteun van de computer steunt. Verwijder de geheugenmodule als volgt: Trek de borgklemmetjes aan beide zijden van de geheugenmodule weg (1). De geheugenmodule kantelt omhoog. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
Pagina 131
Ga als volgt te werk om een geheugenmodule te plaatsen: Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje van het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen op de geheugenmodule niet aan en buig de geheugenmodule niet.
Pagina 132
Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond. Draai de drie toetsenbordschroeven vast. Plaats de accu terug. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. Zet de computer aan. 120 Hoofdstuk 9 Geheugenmodules...
Ruimte op de vaste schijf voor het hibernationbestand vergroten Wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd, slaat het besturingssysteem uw werk op in een hibernationbestand op de vaste schijf, waarna de computer wordt uitgeschakeld. Afhankelijk van de grootte van het systeemgeheugen, reserveert het besturingssysteem ruimte op de vaste schijf voor het opslaan van het hibernationbestand.
CompuTrace deze opsporen wanneer de onbevoegde gebruiker internet op gaat. U kunt CompuTrace gebruiken door de software aan te schaffen en een abonnement op de service te nemen. Informatie over het bestellen van de CompuTrace-software vindt u op de website van HP op http://www.hpshopping.com.
Wachtwoorden voor Windows kunnen uitsluitend worden ingesteld in het besturingssysteem Windows. ● Als u het in Computer Setup ingestelde BIOS-beheerderswachtwoord vergeet, kunt u HP SpareKey gebruiken om toegang te krijgen tot het programma. ● Als u zowel het gebruikerswachtwoord als het hoofdwachtwoord voor DriveLock vergeet, is de vaste schijf die met die wachtwoorden is beveiligd permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
Windows-wachtwoorden Functie Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. *Selecteer voor informatie over het instellen van een beheerders- of gebruikerswachtwoord voor Windows Start > Help en ondersteuning. Wachtwoorden instellen in Computer Setup (Computerinstellingen) BIOS-beheerderswachtwoorden Functie BIOS-beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot Computer Setup. DriveLock-hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock.
BIOS-beheerderswachtwoord beheren Het BIOS-beheerderswachtwoord wordt ingesteld, gewijzigd en verwijderd in Computer Setup. Ga als volgt te werk om dit wachtwoord in te stellen of te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
BIOS-beheerderswachtwoord invoeren Als u bij BIOS-beheerderswachtwoord wordt gevraagd het instelwachtwoord in te voeren, typt u uw instelwachtwoord (met dezelfde soort toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld) en drukt u op enter. Na drie mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven, moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het gebruikerswachtwoord of het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld). Druk daarna op enter.
DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
DriveLock-beveiliging verwijderen Ga als volgt te werk om de DriveLock-beveiliging te verwijderen in Computer Setup: Schakel de computer in en druk op wanneer de melding ‘Press the ESC key for Startup Menu’ (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. Druk op om BIOS Setup te openen.
Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan. Klik op Save (Opslaan) linksonder in het scherm en volg de instructies op het scherm om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup te sluiten. – of – Selecteer met de pijltoetsen File (Bestand) > Save changes and exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken Systeemapparaten beveiligen U kunt systeemapparaten in- of uitschakelen vanuit de volgende menu’s in Computer Setup: ● Boot Options (Opstartopties) ● Device Configurations (Apparaatconfiguraties) ● Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde apparaten) ● Port Options (Poortopties) U kunt als volgt systeemapparaten uit- en weer inschakelen in Computer Setup: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer de melding ‘Press the...
Systeeminformatie weergeven in Computer Setup (Computerinstellingen) De functie voor systeeminformatie in Computer Setup verschaft twee soorten gegevens over het systeem: ● identificatiegegevens over het computermodel en de accu's; ● specificaties van de processor, de cache, het geheugen, het ROM, de revisie van de videokaart en de revisie van de toetsenbordcontroller.
Als de antivirussoftware vooraf is geïnstalleerd, selecteert u Start > Alle programma’s > McAfee > Managed Services (Beheerde services) > Total Protection. Als de software vooraf is geladen, selecteert u Start > Alle programma’s > HP Software Setup en volgt u de instructies op het scherm om de McAfee Total Protection-software te laden.
Firewallsoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt om toegang te krijgen tot e-mail, een netwerk of internet, kunnen onbevoegden mogelijk toegang krijgen tot de computer, uw persoonlijke bestanden en gegevens over u. Bescherm uw privacy met de firewallsoftware die vooraf op de computer is geïnstalleerd. De antivirussoftware McAfee Total Protection is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Essentiële updates installeren VOORZICHTIG: Microsoft verstuurt waarschuwingen over essentiële updates. Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt, om de computer te beschermen tegen beveiligingsschendingen en computervirussen. Wellicht zijn er, nadat de computer is geleverd, updates voor het besturingssysteem en andere software beschikbaar gesteld.
HP ProtectTools Security Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen) De HP ProtectTools Security Manager software is vooraf geïnstalleerd op bepaalde computermodellen. U heeft toegang tot deze software via het Configuratiescherm van Windows. De software is voorzien van beveiligingsfuncties die u beschermen tegen onbevoegde toegang tot de computer, het netwerk en kritieke gegevens.
Beveiligingskabel aanbrengen OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. Steek de sleutel (1) in het kabelslot (2). Steek het kabelslot in het slot voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.
11 Software-updates Software-update uitvoeren Updates van de software die bij uw computer is geleverd zijn beschikbaar via het hulpprogramma HP Software Update of op de website van HP. Het hulpprogramma Software Update controleert automatisch of er software-updates van HP beschikbaar zijn. Het hulpprogramma wordt om de 30 dagen uitgevoerd en biedt een lijst met ondersteuningsmeldingen, zoals verbeteringen van de beveiliging en optionele updates van software en stuurprogramma's.
Pagina 152
Ga als volgt te werk om de software bij te werken met behulp van de website van HP: Ga na wat het model, de productcategorie en de serie of het type van uw computer is. Bereid een update van het systeem-BIOS voor door na te gaan wat de versie is van het huidige BIOS dat op de computer is geïnstalleerd.
BIOS bijwerken Als u het BIOS wilt bijwerken, bepaalt u eerst welke BIOS-versie u momenteel heeft. Download en installeer vervolgens het nieuwe BIOS. BIOS-versie bepalen Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS genoemd) kunt u weergeven door te drukken op fn+esc (als Microsoft Windows al is gestart) of door Computer Setup te gebruiken.
OPMERKING: BIOS-updates worden beschikbaar gesteld wanneer dat nodig is. Mogelijk is geen nieuwere BIOS-update beschikbaar voor uw computer. Het wordt aanbevolen regelmatig op de website van HP te kijken of er BIOS-updates zijn. Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio.
Pagina 155
Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe). De installatie van het BIOS begint. Voltooi de installatie door de instructies op het scherm te volgen. OPMERKING: Nadat op het scherm wordt aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen.
Update van programma's en stuurprogramma's uitvoeren Open een internetbrowser, ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land of regio. Klik op de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's, typ het modelnummer van uw computer in het productvak en druk op enter.
Manager kunt u een of meer computermodellen opgeven om vast te stellen welke SoftPaqs beschikbaar zijn om te worden gedownload. SoftPaq Download Manager controleert de HP FTP-site op updates van de database en software. Als updates worden gevonden, worden deze gedownload en automatisch toegepast.
Voor gedetailleerde instructies zoekt u deze onderwerpen op in Help en ondersteuning. OPMERKING: Als het systeem instabiel is geworden, adviseert HP u om de herstelprocedures af te drukken en te bewaren voor toekomstig gebruik. 146 Hoofdstuk 12 Back-up en herstel...
Back-up maken van gegevens Als het systeem niet meer werkt, kunt u het systeem herstellen in de staat van de meest recente backup. Maak daarom de eerste backup onmiddellijk nadat u de software heeft geïnstalleerd. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek backups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele backup achter de hand te hebben.
Tijdens het herstelproces worden het oorspronkelijke besturingssysteem, de software en de stuurprogramma's opnieuw geïnstalleerd. Software, stuurprogramma's en updates die niet door HP zijn geïnstalleerd, moeten handmatig opnieuw worden geïnstalleerd. Om het besturingssysteem en programma's te herstellen, gaat u als volgt te werk: Maak indien mogelijk een backup van al uw persoonlijke bestanden.
13 Computer Setup Computer Setup starten Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle in deze handleiding genoemde menuopties voor Computer Setup door uw computer ondersteund.
OPMERKING: U kunt navigeren door Computer Setup en selecties maken met behulp van een aanwijsapparaat (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het toetsenbord. Druk op om BIOS Setup te openen. Selecteer het menu File (Bestand), Security (Beveiliging), Diagnostics (Diagnose) of System Configuration (Geavanceerd).
OPMERKING: Uw wachtwoord- en beveiligingsinstellingen blijven ongewijzigd wanneer u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstelt. Menu’s van Computer Setup De menutabellen in dit onderdeel geven een overzicht van de opties in Computer Setup. OPMERKING: Mogelijk worden niet alle menuopties voor Computer Setup die in dit hoofdstuk worden genoemd door uw computer ondersteund.
HP SpareKey Hiermee kunt u HP SpareKey inschakelen of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Always Prompt for HP SpareKey Enrollment (Altijd vragen om Hiermee kunt u de inschrijving bij HP SpareKey inschakelen inschrijving bij HP SpareKey) of uitschakelen (standaard ingeschakeld). Fingerprint Reset on Reboot (if present) (Vingerafdruk resetten...
Optie Actie AT-p Hiermee kunt u de diefstalpreventie in- of uitschakelen. ● DriveLock Passwords (DriveLock-wachtwoorden) Hiermee kunt u DriveLock in- of uitschakelen op een vaste schijf van de computer (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u het gebruikers- of hoofdwachtwoord van DriveLock wijzigen.
Pagina 166
Optie Actie ● Boot Options (Opstartopties) Hiermee kunt u de wachttijd (in seconden) voor de weergave van het opstartmenu instellen. ● Hiermee kunt u de wachttijd voor Multiboot Express Boot Popup in seconden instellen. ● Hiermee kunt u de weergave van een aangepast logo in- of uitschakelen (standaard uitgeschakeld).
Pagina 167
Optie Actie die via een USB-poort met de computer zijn verbonden. ● Hiermee kunt u een modus voor de parallelle poort selecteren: ECP (Enhanced Capabilities Port), standaard, bidirectioneel of EPP (Enhanced Parallel Port). ● Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de ventilator altijd aan staat als het systeem is aangesloten op een wandcontactdoos (standaard uitgeschakeld).
Pagina 168
● Hiermee kunt u HP QuickWeb in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u HP : Write Protect (HP schrijfbeveiliging) in- of uitschakelen (standaard uitgeschakeld). ● Hiermee kunt u de virtualisatietechnologie in- of uitschakelen (alleen bepaalde modellen, standaard uitgeschakeld).
Pagina 169
Optie Actie ● Built-In Device Options (Opties voor geïntegreerde Hiermee kunt u de knop voor draadloze communicatie in- apparaten) of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u de radio van een geïntegreerd WLAN- apparaat in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld). ● Hiermee kunt u de radio van een geïntegreerd Bluetooth- apparaat in- of uitschakelen (standaard ingeschakeld).
Pagina 170
Optie Actie Port Options (Poortopties) OPMERKING: Alle poortopties zijn standaard ingeschakeld. ● Hiermee kunt u de seriële poort in- of uitschakelen. ● Hiermee kunt u de parallelle poort in- of uitschakelen. ● Hiermee kunt u de Flash-medialezer in- of uitschakelen. ●...
14 MultiBoot Opstartvolgorde van apparaten Als de computer wordt opgestart, probeert het systeem op te starten vanaf ingeschakelde opstartapparaten. Het hulpprogramma MultiBoot, dat standaard is ingeschakeld, bepaalt de volgorde waarin het systeem een opstartapparaat selecteert. Bij opstartapparaten kan het gaan om optischeschijfeenheden, diskettedrives, een netwerkkaart (NIC), vaste schijven of USB-apparaten.
Pagina 172
naar een opstartapparaat in station C. Mogelijke opstartapparaten in station A zijn onder andere optische-schijfstations en diskettestations. Mogelijke opstartapparaten in station C zijn optische- schijfstations en vaste schijven. Er is geen stationsaanduiding toegekend aan de netwerkkaart. OPMERKING: Een optische-schijfstation (zoals een cd-romspeler) kan zowel als station A als station C worden opgestart, afhankelijk van de indeling van de opstart-cd-rom.
Opstartapparaten inschakelen in Computer Setup De computer start alleen op vanaf een USB-apparaat of netwerkkaart als dat betreffende apparaat eerst is ingeschakeld in Computerinstellingen. Ga als volgt te werk om Computer Setup (Computerinstellingen) te starten en een USB-apparaat of netwerkkaart te gebruiken als opstartapparaat: Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
Wijzigingen in de opstartvolgorde overwegen Houd bij het wijzigen van de opstartvolgorde rekening met het volgende: ● Als de computer opnieuw wordt opgestart nadat de opstartvolgorde is gewijzigd, probeert de computer met de nieuwe opstartvolgorde op te starten. ● Als er meer dan één type opstarteenheid is, probeert de computer op te starten vanaf de eerste eenheid van elk type opstarteenheid (met uitzondering van optischeschijfeenheden).
MultiBoot-voorkeursinstellingen kiezen U kunt MultiBoot op de volgende manieren gebruiken: ● Om een nieuwe opstartvolgorde die door de computer wordt gebruikt telkens wanneer deze wordt ingestart in te stellen door de opstartvolgorde in Computerinstellingen te wijzigen. ● Op dynamische wijzen het opstartapparaat kiezen door op te drukken wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
Dynamisch een opstartapparaat kiezen via F9 U kunt als volgt op dynamische wijze een opstartapparaat voor de huidige opstartprocedure kiezen: Open het menu Select Boot Device (Opstartapparaat selecteren) door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten en druk vervolgens op wanneer ‘Press the ESC key for Startup Menu’...
Voorkeuren MultiBoot Express invoeren Als het menu Express Boot wordt weergegeven tijdens het opstarten, hebt u de volgende mogelijkheden: ● Om een opstartapparaat uit het menu van Express Boot op te geven selecteert u uw voorkeur binnen de opgegeven tijd en drukt u op enter. ●...
15 Beheer en afdrukken Client Management Solutions gebruiken Client Management Solutions software biedt op standaarden gebaseerde oplossingen voor het beheren van clientcomputers (gebruikerscomputers), variërend van desktopcomputers en werkstations tot notebookcomputers en tablet-pc’s, in een netwerkomgeving. Clientbeheer omvat de volgende basismogelijkheden en voorzieningen: ●...
HP Client Manager voor Altiris (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: Als u de HP Client Manager voor Altiris wilt downloaden of als u meer informatie wilt over HP Client Manager voor Altiris, raadpleegt u de website van HP op http://www.hp.com. ●...
Pagina 180
HP Client Manager voor Altiris kan worden gedownload van de website van HP. Als de software van Altiris Solutions wordt gebruikt in combinatie met HP System Software Manager of HP Client Manager voor Altiris, kunnen beheerders tevens het systeem-BIOS en de apparaatstuurprogramma's bijwerken vanaf een centrale console.
HP CCM (Client Configuration Manager) (alleen bepaalde modellen) HP CCM (Client Configuration Manager) automatiseert het beheer van software, waaronder besturingssystemen, applicaties, updates, content en instellingen, en garandeert zo dat iedere computer de juiste configuratie heeft. Met deze automatische beheeroplossingen kunt u gedurende de gehele levensduur van de computer de software beheren.
SSM worden op de website van HP voor het downloaden van stuurprogramma's en op de cd Support Software (Ondersteuningssoftware) aangegeven met een speciaal pictogram. Als u het hulpprogramma SSM wilt downloaden of als u meer informatie wilt over SSM, raadpleegt u de website van HP op http://www.hp.com/go/ssm (alleen Engels).
Intel Active Management Technology gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met Intel® Active Management Technology (iAMT) kunnen computers en andere netwerkapparaten worden gedetecteerd, gerepareerd en beveiligd. Met iAMT kunnen computers worden beheerd, ongeacht of ze in- of uitgeschakeld zijn. De iAMT-oplossing is beschikbaar op Intel Centrino®-computers met mobiele vPro-technologie.
Pagina 184
Optie Actie LAN Controller Hiermee kunt u de geïntegreerde netwerkcontroller inschakelen/uitschakelen. Intel ME Features Control (Beheer Intel ME-voorzieningen) Hiermee kunt u AMT of niets inschakelen. Intel ME Power Control (Intel ME-energiebeheer) Hiermee kunt u het energiebeleid voor de beheerengine configureren. iAMT Configuration (iAMT-configuratie) Optie Actie...
HP universeel printstuurprogramma gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP Universal Print Driver Series voor Windows is één intelligent stuurprogramma dat in de plaats komt van afzonderlijke stuurprogramma's voor HP netwerkprinters. OPMERKING: Het HP universeel printstuurprogramma is alleen op bepaalde modellen vooraf geïnstalleerd.
Besparen, voeding 82 Apparaatstuurprogramma's Acculampje 7, 77, 78 Besturingssysteem opnieuw installeren 65 Accu-ontgrendeling 10, 76 label met certificaat van echtheid stuurprogramma's van HP 65 Accuruimte 10, 14 van Microsoft 14 stuurprogramma's van Accuvoeding 75 productcode 14 Microsoft 65 Active Management Technology,...
Pagina 188
WLAN 157 Geheugenuitbreidingsmodule beeldschermen 41 upgraderuimte van plaatsen 115 standbystand activeren 40 notebookcomputer 157 vervangen 114 systeeminformatie Inschrijving bij HP SpareKey 152 verwijderen 114 weergeven 39 Installatie, computer 1 Geïntegreerd apparaat Hotkey voor Installatie van draadloos draadloze communicatie, systeeminformatie 39...
Pagina 189
Niet-reagerend systeem 84 certificaat van echtheid van Microsoft certificaat van echtheid, Num lock, extern toetsenblok 47 Microsoft 14 label 14 Num lock-lampje, herkennen 4 HP module voor mobiel Minimaliseren, interferentie 29 breedband 14 Modemkabel Omgevingslichtsensor kennisgevingen 14 aansluiten 31 herkennen 11...
Pagina 190
Schuifzone, van touchpad 2 label met keurmerken voor flash-medialezer 158 Security (Beveiliging), menu modem 14 parallelle poort 158 Always Prompt for HP SpareKey Reizen met de computer 82 seriële poort 158 Enrollment (Altijd vragen om RJ-11-connector (modem), smartcardslot 158 inschrijving bij...
Pagina 192
66 gebruiken 66 herkennen 11 opnamen van visitekaartjes maken 67 tips 66 Webcamlampje, herkennen 11 Websites HP System Software Manager 170 HP universeel printstuurprogramma 173 Intel Centrino Pro 171 Intel Pro-technologie voor AMT 171 Windows, herstel 148 Windows-applicatietoets,...