Onderhoud van de ketel
Inspectie en reiniging
Ontstekingspijp controleren (alleen bij automatische ontsteking)
4.2.2 Inspectie
Systeemdruk controleren
Thermische procesbeveiliging controleren
Veiligheidsventiel controleren
Gebruikshandleiding S4 Turbo | B0510512_nl
❒ Voor het vullen van de verbrandingsruimte controleren of de onstekingspijp van de
automatische ontsteking niet vuil is, en deze evt. reinigen.
❒ Systeemdruk aflezen van de manometer
➥ De waarde moet ongeveer 20% boven de voorspandruk van het expansievat
liggen
AANWIJZING! De informatie van uw installateur met betrekking tot de stand
van de manometer en de nominale druk van het expansievat moet in acht wor‐
den genomen!
Als de systeemdruk daalt:
❒ Water bijvullen
AANWIJZING! Als dit vaak gebeurt, dan is het verwarmingssysteem niet dicht! In‐
stallateur inlichten
Als er grote drukschommelingen worden waargenomen:
❒ expansievat laten controleren door een vakman
❒ Dichtheid van de afvoerklep controleren
➥ De afvoerpijp mag niet druppelen
AANWIJZING! Uitzondering: Keteltemperatuur > 100 °C
Druppelt er water uit de afvoerpijp:
❒ Procesbeveiliging reinigen volgens de instructies van de fabrikant, of eventueel la‐
ten controleren/vervangen door de installateur
❒ Veiligheidsventiel regelmatig controleren op dichtheid en vervuiling
AANWIJZING! De inspectiewerkzaamheden moeten worden verricht volgens de
opgaven van de fabrikant!
4
29