2
2.7 Veiligheidsinrichtingen
14
Onder het achterste isoleerdeksel (9):
11
HOOFDSCHAKELAAR
Voor het uitschakelen van de gehele installatie
❒ Alle componenten zijn stroomloos!
➥ LET OP! Alleen uitschakelen bij uitgebrande brandstof en afgekoelde ketel!
13
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER (STB)
ting)
De STB schakelt de verwarming uit bij een keteltemperatuur van 105°C. De pompen
blijven draaien. Zodra de temperatuur onder ca. 75°C is gedaald, kan de STB mecha‐
nisch ontgrendeld worden:
TA
THERMISCHE PROCESBEVEILIGING
De thermische procesbeveiliging opent bij ca. 100°C een klep en voert koud water
naar de veiligheidswarmtewisselaar, om de keteltemperatuur te laten dalen
SV
VEILIGHEIDSVENTIEL
Wanneer een keteldruk wordt bereikt van max. 3 bar, gaat het veiligheidsventiel open
en blaast het het verwarmingswater af in de vorm van damp.
Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
TA
SV
(uitschakeling van de stroomtoevoer)
(beveiliging bij oververhitting)
(beveiliging bij oververhitting/overdruk)
Veiligheid
Veiligheidsinrichtingen
11
13
(bescherming tegen oververhit‐