dan bij het analoge openbare telefoonnetwerk. Faxen is sterk afhankelijk van de tijd en de kwaliteit
van het signaal, dus een faxzending is gevoeliger voor een VoIP-omgeving.
Hieronder staan enkele suggesties voor wijzigingen in de instellingen voor de HP LaserJet
analoog faxaccessoire 500 wanneer deze wordt aangesloten op een VoIP-service:
Begin met de V.34-modus (Snel) en de ECM-modus ingeschakeld. Het V.34-protocol zorgt voor de
●
eventuele wijzigingen in de transmissiesnelheid die nodig zijn ten behoeve van VoIP-netwerken.
Als er regelmatig fouten optreden wanneer de V.34-modus is ingeschakeld, schakelt u deze uit en
●
stelt u de snelheid in op Gemiddeld (14.400 bps).
Als de fouten en herkiespogingen blijven optreden, stelt u een lagere faxsnelheid in, omdat
●
sommige VoIP-systemen niet overweg kunnen met de hogere signaalsnelheden die gebruikelijk zijn
bij faxen. Stel de maximale baudfrequentie in op 9.600 bps (Langzaam).
Mochten de fouten nog steeds aanhouden, schakel dan de foutcorrectiemodus (ECM) op het
●
product uit. Hierdoor kan wel de beeldkwaliteit afnemen. Controleer of de beeldkwaliteit
acceptabel is wanneer ECM is uitgeschakeld voordat u deze instelling gaat gebruiken.
Als de hierboven beschreven wijzigingen van de instellingen geen verbetering opleveren voor de
●
betrouwbaarheid van faxen via het VoIP-netwerk, neemt u dan contact op met uw VoIP-provider.
NLWW
Fax gebruiken
239