1
Belangrijke informatie
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale vaardigheden of gebrekkige ervaring en kennis,
mits een verantwoordelijk persoon toezicht houdt op of
instructies geeft voor een veilig gebruik van het apparaat
en op de hoogte is van de mogelijke gevaren. De reiniging
en het gebruikersonderhoud mogen niet zonder toezicht
worden uitgevoerd door kinderen.
Houd kinderen in de gaten zodat zij niet met het systeem
spelen.
⚠
De installatie mag alleen worden uitgevoerd door
een erkende installateur en met inachtneming van
geldende regels en verordeningen en de installatie-
handleiding.
⚠
De warmtepomp moet in een vorstvrije omgeving
worden geplaatst.
⚠
De vloer moet het brutogewicht van de warmte-
pomp kunnen dragen als deze is gevuld.
⚠
De verwarmingsinstallatie moet op een stabiele
ondergrond worden geplaatst.
⚠
Voordat de warmtepomp van spanning wordt voor-
zien, moet u controleren of het verwarmings- en bri-
nesysteem is gevuld en ontlucht, omdat anders de
circulatiepompen beschadigd kunnen raken.
⚠
Als de elektricien de aansluitingen wil testen voordat
bovenstaande handelingen zijn verricht, moet eerst
worden gecontroleerd of de cv- en brinepompen
zijn ontkoppeld.
⚠
Bij het vullen van het brinesysteem moet de brinep-
omp draaien. Let echter op dat de compressor en de
CV-pomp niet kunnen starten. De brinepomp kan
handmatig worden bediend met een aparte schake-
laar op de elektriciteitskast.
⚠
Na het vullen moet de brinepomp in de bedrijfs-
modus Auto worden gezet.
⚠
D it apparaat is bestemd voor gebruik door ervaren
of geïnstrueerde gebruikers in winkels, de lichte
industrie en op boerderijen of voor commercieel
gebruik door leken. Er mogen in dit apparaat
uitsluitend reserveonderdelen worden gebruikt die
door ons zijn goedgekeurd.
⚠
De voedingsspanning moet worden uitgeschakeld,
tijdens servicewerkzaamheden en het verwisselen
van onderdelen.
1.1
Koudemiddel
Het koudemiddelsysteem (koudemiddelcircuit) van de
warmtepomp wordt gevuld met het koudemiddel R410A
(afhankelijk van de versie).
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen
alleen worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde
technicus.
Brandgevaar
R410A zijn onder normale omstandigheden niet
ontvlambaar of explosief.
Giftigheid
Bij normaal gebruik en onder normale omstandigheden
heeft het koudemiddel een lage giftigheid. Hoewel het
koudemiddel een lage giftigheid heeft, kan het toch tot
letsel leiden (of extreem gevaarlijk zijn) in bijzondere
omstandigheden of als het opzettelijk verkeerd wordt
gebruikt. Koudemiddeldampen zijn vele malen zwaarder
dan lucht en in afgesloten ruimtes, bijvoorbeeld onder
het deurniveau of bij lekkage, kunnen grote concentra-
ties optreden met verstikkingsgevaar als gevolg door een
gebrek aan zuurstof. Ruimtes met veel dampontwikkeling
moeten daarom goed worden geventileerd op vloerniveau.
Als koudemiddel wordt blootgesteld aan een open
vlam, komt er een giftig en irriterend gas vrij. Dit gas
kan worden herkend aan de geur, ook als de concen-
tratie lager is dan toegestaan. Evacueer het betreffende
gebied totdat het voldoende is geventileerd.
Personen met vergiftigingssymptomen door de damp
moeten direct naar de frisse lucht gaan of ernaartoe
worden gebracht.
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
Bij reparatiewerkzaamheden aan het koudemiddelcircuit
mag er geen koudemiddel uit de warmtepomp ontsnap-
pen. Het koudemiddel moet worden vernietigd bij een
gespecialiseerd bedrijf. Het aftappen en opnieuw vullen
mag alleen worden gedaan met nieuw koudemiddel (zie
voor hoeveelheid koudemiddel het machineplaatje) via
de servicekleppen. Alle garanties van Danfoss AS komen
te vervallen als andere koudemiddelen worden gebruikt
dan R410A, tenzij schriftelijk bevestigd dat het
nieuwe middel in combinatie met andere ingrepen een
volwaardige vervanger is.
Afvoeren
Als de warmtepomp moet worden afgevoerd, moet het
koudemiddel voor vernietiging worden afgetapt. Volg de
lokale bepalingen voor de behandeling van koudemidde-
len.
1.2
Geluid en trillingen
Met het oog op geluid en trillingen is het van belang dat
leidingen in plafonds en wanden worden vastgezet met
trillingsdempende bevestigingen en dat openingen voor
doorvoeren in wanden zo groot bemeten zijn, dat geluid
en trillingen niet verspreiden.
Als het huis een slechte akoestiek heeft moet extra aan-
dacht worden besteed aan het voorkomen van de ver-
spreiding van trillingen door het pand.
In dergelijke gevallen mogen geen bevestigingen in het
huis in de nabijheid van de warmtepomp worden aange-
bracht. Alle bevestigingen moeten worden aangebracht in
vrije constructies die van een trillingsdempend materiaal
zijn.
VMIFI110
5