Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meetinstructies; Isolatieweerstand - METREL MI 2088 Handleiding

Aardingsisolatie
Inhoudsopgave

Advertenties

3. MEETINSTRUCTIES

Isolatieweerstand

3.1.
Er zijn verschillende omstandigheden waarbij de isolatieweerstand moet gemeten
worden teneinde de veiligheid van elektrische installaties en apparaten te
waarborgen. Enkele voorbeelden:
♦ Isolatieweerstand tussen installatiegeleiders L1, L2, L3, N, PE (alle
combinaties).
♦ Isolatieweerstand van niet-geleidende kamers (muren en vloeren).
♦ Isolatieweerstand van aardingskabels.
♦ Weerstand van halfgeleidende (antistatische) vloeren
Voor bijkomende informatie betreffende isolatieweerstandmeting, zie handboek
"Metingen op elektrische installaties in theorie en praktijk".
Waarschuwingen !
Zorg ervoor dat het testobject volledig ontladen is (netspanning
uitgeschakeld) alvorens de meting uit te voeren !
Bij het meten van isolatieweerstand tussen geleiders moeten alle
belastingen uitgeschakeld zijn en alle schakelaars gesloten worden !
Om een elektrische schok te voorkomen, nooit het testobject aanraken !
Sluit de testklemmen niet aan op een externe spanning van meer dan 600 V
a.c. of d.c., dit om schade aan te toestel te voorkomen !
In geval van een capacitief testobject (capacitieve compensatie van het
reactievermogen, lange testkabel enz.), kan de automatische ontlading van
het testobject niet uitgevoerd worden na het beëindigen van de test. De
spanningsval wordt in zulk geval weergegeven – sluit de meetsnoeren niet
aan voordat de spanning gedaald is tot minder dan 50V of ontlaad het
testobject manueel !
Hoe voert men de meting uit ?
Stap 1
♦ Verbind de testkabel (opgesplitste meetsnoeren of teststekker met
bedieningsknop) met de aardingisolatietester.
♦ Zet de functieschakelaar op R
weergegeven:
, VOLTAGE; het volgende menu wordt
INS
- 10 -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave