b) Instelling van antiskating-compensatie
• Stel de antiskating-regelaar (17) zo in dat de waarde overeenkomt met die van de naalddruk van de be-
treffende naaldhouder. Wanneer de naalddruk bijvoorbeeld 20 mN is, stelt u de antiskating-regelaar (17)
op de waarde „2" in.
• De aanbevolen instelling voor de meegeleverde houder is „3-4".
c) Instelling van de overhang
De overhang is de afstand tussen de naald en de plateauas (4).
Deze overhang is reeds af fabriek ingesteld. Wanneer de naaldhouder echter eens wordt vervangen, kunt
u de overhang als volgt instellen:
• De overhang van de toonarm (11) dient voor een optimaal bedrijf op 16 mm te worden ingesteld.
• Draai hiervoor de twee schroeven aan de systeemdrager (headshell) van de naaldhouder (8) los en
schuif de naaldhouder in de juiste positie.
• Zorg er bij de instelling voor dat de naaldhouder (8) altijd parallel in de systeemdrager wordt bevestigd.
• Draai de beide schroeven terug vast.
16mm
81