Gashendelvergrendeling
•
Controleer of de gashendel vergrendeld is in de
stationaire stand wanneer de gashendelvergrendeling
in de oorspronkelijke stand staat.
•
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer of
ze teruggaat naar de oorspronkelijke positie wanneer
u haar loslaat.
•
Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun
terugspringveersystemen werken.
•
Start de motorkettingzaag en geef vol gas. Laat de
gashendel los en controleer of de ketting stopt en stil
blijft staan.
Kettingvanger
•
Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is en
of hij vast zit in de het motorzaaghuis.
118 – Dutch
ONDERHOUD
Rechterhandbescherming
•
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen
zichtbare beschadigingen vertoont, bijv.
materiaalbarsten.
Trillingdempingssysteem
•
Controleer het trillingdempingselement regelmatig op
materiaalbarsten en vervormingen.
•
Controleer of het trillingdempingselement vast
verankerd is tussen de motoreenheid en de
handvateenheid.
Stopschakelaar
•
Start de motor en controleer of de motor wordt
uitgeschakeld wanneer de stopschakelaar in de
stopstand wordt gezet.
NB! De start/stopknop gaat automatisch terug naar
bedrijfsstand. Om een onbedoelde start te voorkomen,
moet daarom altijd het ontstekingsmechanisme van de
bougie worden gehaald bij montage, controle en/of
onderhoud.