Controle van het traagheidsmechanisme
•
Hou de motorzaag, met de motor uit, boven een
boomstronk of een ander stabiel voorwerp. Laat de
voorhandgreep los en laat de motorzaag door zijn
eigen gewicht, draaiend rond de achterhandgreep,
naar de stronk vallen.
Wanneer de punt van het zaagblad de stronk raakt,
moet de rem geactiveerd worden.
Controle rechterhandrem
•
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen
zichtbare beschadigingen vertoont, bijv.
materiaalbarsten.
•
Duw de rechterhandrem naar voren/omhoog om te
controleren of hij makkelijk loopt en of hij stabiel
verankerd is bij zijn verbinding in het koppelingdeksel.
ONDERHOUD
De zaag nooit aan de beugel dragen of ophangen! Dat
kan het mechanisme beschadigen, waardoor de
kettingrem niet langer functioneert.
Remvermogen controleren
•
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele
ondergrond en start ze. Zorg ervoor dat de
zaagketting niet in contact kan komen met de grond of
een ander voorwerp. Zie instructies onder de kop
Starten en stoppen.
•
Hou de motorkettingzaag stevig vast met uw duimen
en vingers stevig om de handvatten.
•
Geef volgas en activeer de kettingrem door uw
linkerpols naar de terugslagbeveiliging te bewegen.
Laat het voorste handvat niet los. De ketting moet
onmiddellijk stoppen.
–
Dutch
117