Bediening van de apparaatbesturing
Contextafhankelijke drukknoppen
5.3
Contextafhankelijke drukknoppen
De onderste drukknoppen zijn contextafhankelijke bedieningselementen. De selectiemogelijkheden van
deze knoppen passen zich aan de scherminhoud aan.
Wanneer op het display het symbool
ingedeeld met drukknop [A]).
5.3.1
Basisinstellingen wijzigen (apparaatconfiguratiemenu)
In het apparaatconfiguratiemenu kunnen de basisfuncties van het lassysteem worden aangepast. Alleen
ervaren gebruikers mogen de instellingen wijzigen > zie hoofdstuk 5.4.
5.3.2
Vergrendelfunctie
De vergrendelfunctie dient ter bescherming tegen het onbedoeld verstellen van de apparaatinstellingen.
De gebruiker kan door het lang indrukken van de knop van iedere apparaatbesturing resp. acces-
soirecomponent met het symbool
22
verschijnt, kan de gebruiker een menupunt teruggaan (vaak
de vergrendelfunctie in- of uitschakelen.
099-00L105-EW505
06.12.2023