6.2 - Waterdebiet platen-warmtewisselaar
61AF
Max. waterdebiet met
hydromodule, l/s*
022
1,8
030
2,4
035
2,8
045
3,8
055
4,6
075
5,9
105
6,1
*
Max. waterdebiet bij een externe statische druk van 20 kPa.
** Max. waterdebiet bij een temperatuurverschil van 3 K in de platen-warmte-
wisselaar.
Opmerking: Bij toepassing voor sanitair warm water (water uittredetemperatuur =
65°C), moet het temperatuurverschil ten minste 8 K bedragen voor bedrijf bij 100%
capaciteit.
6.3 - Minimum waterdebiet platen-warmtewisselaar
Indien de machine in bedrijf is met een debiet dat lager is
dan het minimum debiet van de machine, kan dat een
risico van bevriezing en buitensporige vervuiling van de
condensor met zich meebrengen.
0.75
0.70
0.65
0.60
0.55
0.50
0.45
0.40
0.35
25
35
Wateruittredetemperatuur
1
61AF 022
2
61AF 030
3
61AF 035
1.30
1.25
1.20
1.15
1.10
1.05
1.00
0.95
0.90
0.85
0.80
25
35
Wateruittredetemperatuur
1
61AF 045
2
61AF 055
2.40
2.20
2.00
1.80
1.60
1.40
1.20
1.00
25
35
Wateruittredetemperatuur,
1
61AF 075
2
61AF 105
Max. waterdebiet zonder
hydromodule, l/s**
1,8
2,4
3,1
3,8
4,6
6,4
8,5
45
55
65
, °C
45
55
65
, °C
45
55
65
°C
6.4 - Maximum waterdebiet
Het maximum waterdebiet wordt gelimiteerd door het
maximaal toegestane drukverlies in de platen-warmte-
wisselaar. Het minimum temperatuurverschil is 3 K, hetgeen
overeenkomt met een waterdebiet van 0,09 l/s per kW.
6.5 - Systeeminhoud
6.5.1 - Minimum systeeminhoud
Wanneer de warmtepomp wordt gebruikt voor het verwar-
men van sanitair warm water dan mag deze dit water alleen
indirect verwarmen door middel van een extra warmtewisse-
laar. Regulier onderhoud moet worden uitgevoerd om
kalkvorming te voorkomen. De warmtepomp kan niet en
mag nooit worden gebruikt voor het direct verwarmen van
drinkwater.
De minimale actieve systeeminhoud, in liters, wordt
bepaald door de volgende formule:
Inhoud (l) = Cap (kW) x N, waarbij CAP de nominale
verwarmingscapaciteit is bij nominale bedrijfscondities.
Verwarmen of sanitair warm water
61AF 022-055
61AF 075-105
Deze inhoud is nodig voor een stabiele en nauwkeurig
watertemperatuur.
Het kan dus noodzakelijk zijn een aanvullend buffervat
toe te passen om de benodigde systeeminhoud te verkrijgen.
Het beste is dit buffervat te voorzien van keerschotten om
een goede menging van de vloeistof (water of brijn) te
bereiken. Zie onderstaande voorbeelden.
Fout
Fout
6.5.2 - Grootte van het expansievat
Units met hydromodule hebben geen ingebouwd expansie-
vat. Dit moet separaat in het watersysteem worden opge-
nomen (levering derden).
De tabel hieronder geeft de grootte weer van het expansie-
vat dat moet worden geplaatst, gebaseerd op de inhoud van
het watersysteem, de gebruikte vloeistof en de concentratie.
Grootte van het expansievat
Water
10% ethyleen-glycol
20% ethyleen-glycol
30% ethyleen-glycol
40% ethyleen-glycol
*
Berekening gebaseerd op een vultemperatuur van 10°C.
N
5,0 l
3,0 l
Goed
Goed
% inhoud watersysteem*
3,0
3,0
3,5
3,8
4,2
19