Algemene functies
49
worden vrijgegeven. Als u een externe oproep krijgt, waarbij de
beller een ander oproepnummer aangeeft dan daadwerkelijk over-
drachtstechnisch wordt gezonden, ziet u op het display voor het
oproepnummer een "?". Als het aangegeven oproepnummer bij
een telefoonboekinvoer is opgeslagen, wordt zoals gebruikelijk de
naam weergegeven en aangevuld met een vraagteken.
Opmerking: als er een vraagteken "?" wordt weergegven, is dat
de defaultinstelling van het systeem. De systeembeheerder kan
deze defaultinstelling in de webconfigurator met de optie
Ongecontroleerd nummer met ? markeren uitschakelen
(menu: TEL Configuratie: Instellingen).
Dienst CNIP
De afkorting CNIP staat voor "Calling Name Identification Presen-
tation". Naast het telefoonnummer van een beller verschijnt een
door hem gekozen naam op de desbetreffende gesprekstoets. Als
het telefoonnummer van de beller ook opgeslagen is in het tele-
foonboek van de Forum 500 / Forum 5000, geniet deze – lokale –
ingave bij de weergave de voorkeur.
Dienst CLIR
De afkorting CLIR staat voor "Calling Line Identification Restric-
tion". U kan vóór het kiezen van een oproepnummer bepalen of
het doorgeven van uw oproepnummer naar de opgebelde persoon
geblokkeerd moet worden of niet. Kies daarvoor vóór het gesprek
uit de in de volgende paragraaf beschreven MenuCard
.
Nr.ƒonderdrukken
Wordt het eigenschap niet aangeboden, dan wordt al naar gelang
systeeminstelling uw oproepnummer altijd doorgegeven of niet
doorgegeven. Raadpleeg uw systeembeheerder.
MenuCards vóór en tijdens een verbinding
In de rust- of verbindingsstatus krijgt u door kort indrukken van
de MenuCard-toets
van de status afhankelijke MenuCards
aangeboden. U krijgt vaak gebruikte eigenschappen te zien, die u
kan activeren.
Telefoneren