systeembeheerder wat betreft de gewijzigde functiemogelijkhe-
den als het telefoonslot is ingeschakeld. De toegang tot het tele-
foonslot is beveiligd met uw gebruikers-PIN. Nadat u de PIN
(
) hebt ingevoerd, schakelt u de functie in met de optie
PIN:
Als het telefoonslot is ingeschakeld, brandt de LED van de info-
toets, de info-toets zelf heeft in dat geval geen functie.
: geef de bestemming in onder
4ƒHotline
hotline met
Aan
5ƒPINƒwijzigen
twee keer de nieuwe PIN. Als u uw gebruiker-PIN kwijt bent,
wendt u zich a.u.b. tot uw systeembeheerder. De gebruiker-PIN
kan uit zes tekens bestaan.
6ƒVerwijderen toetsen
zijn alle functies die u op toetsen heeft geprogrammeerd, gewist.
7ƒBereikbaarheid
ring, oproepafleiding, bescherming 2de oproep) die uw bereik-
baarheid beperken, worden gewist.
8ƒBescherm.2de opr.
oproepen niet door de aankloptoon gesignaleerd; de beller hoort
de bezettoon. Activeer de functie met
meerdere lijntoetsen zijn ingesteld, kan u de oproepblokkering
voor elk van die toetsen afzonderlijk programmeren. Kies daar-
voor de gewenste toets uit de weergegeven lijst en druk
op
. Als u de oproepblokkering voor alle ingestelde lijntoet-
sen wilt laten gelden, kiest u het menupunt
op
. Met de plus-/min-toets
scherming weer uit en in.
Opmerking: de bescherming 2de oproep wordt uitsluiten op het
toestel actief waarop de bescherming werd ingesteld. Is uw
interne oproepnummer ook op de lijn- of teamtoetsen van andere
toestellen ingesteld, dan wordt de bescherming 2de oproep daar
niet automatisch ook geactiveerd.
.
: geef uw huidige gebruiker-PIN in en vervolgens
: na ingave van uw gebruiker-PIN (
: alle actieve eigenschappen (oproepblokke-
: terwijl u telefoneert, worden verdere
Het totale menu
in. Activeer de
Naar:
. Als er op uw telefoon
Aan
Toestel
schakelt u de oproepbe-
Eigenschappen en MenuCards
.
Aan
)
PIN
en drukt u
111