op het rijden kunt concentreren. Ook is in
sommige gebieden het gebruik van draadloze
apparaten en de bijbehorende accessoires
mogelijk verboden of kunt u deze apparaten
slechts beperkt gebruiken. Neem bij het
gebruik van deze producten altijd de wettelijke
voorschriften en bepalingen in acht.
Codes en
wachtwoorden
De ontgrendelcode van uw telefoon bestaat uit
vier cijfers en is in de fabriek ingesteld op 1234.
De beveiligingscode van zes cijfers is in de
fabriek ingesteld op 000000. Als uw
serviceprovider deze codes niet heeft gewijzigd,
moet u de codes zelf wijzigen:
s
Druk op:
@
>
Wijzig wachtwoorden
U kunt ook de pincodes van de SIM-kaart
(SIM-PIN) of het blokkeerwachtwoord wijzigen.
Als u uw ontgrendelcode bent vergeten, kunt
u proberen de telefoon te ontgrendelen door bij
de vraag Controleer de ontgrendelings code: de cijfers 1234
of de laatste vier cijfers van uw telefoonnummer
in te voeren. Als dit niet werkt, drukt u op
Instellingen > Beveiliging >
#
voert u in plaats hiervan de zescijferige
beveiligingscode in.
Als u andere codes bent vergeten: als u uw
beveiligingscode, SIM-PIN, SIM-PIN2 of
blokkeerwachtwoord niet meer weet, moet u
contact opnemen met uw serviceprovider.
Telefoon
vergrendelen en
ontgrendelen
U kunt uw telefoon vergrendelen, zodat anderen
de telefoon niet kunnen gebruiken. Als u de
telefoon wilt vergrendelen of ontgrendelen, hebt
u de ontgrendelcode van vier cijfers nodig.
De telefoon handmatig vergrendelen:
Druk op:
Telefoonslot > Nu vergrendelen
De telefoon automatisch vergrendelen
wanneer u deze uitschakelt:
Druk op:
Telefoonslot > Op slot bij inschakelen > Aan
en
s
@
>
Instellingen > Beveiliging >
s
@
>
Instellingen > Beveiliging >
Basisbegrippen
19