1
Indicator voor signaalsterkte: geeft de
sterkte van de netwerkverbinding aan.
2
EDGE/GPRS-indicator: geeft aan
dat de telefoon gebruikmaakt van
een snelle EDGE- (Enhanced Data
for GSM Evolution)
Packet Radio Service)
netwerkverbinding.
3
Bluetooth-indicator: geeft de
Bluetooth-status weer:
&
(continu blauw) = Bluetooth is
ingeschakeld
&
(continu groen) = Bluetooth heeft
verbinding
&
(knipperend blauw) =
Bluetooth-detectiemodus
4
Indicator voor IM: geeft de status
van IM (Instant Messaging) aan:
0
(groen) = online
Y
= bezet
3
(grijs) = onzichtbaar
voor IM
12
Basisbegrippen
Z
of GPRS- (General
g
2
= offline
4
= discreet
5
IM-indicator: geeft aan dat u een
nieuw bericht hebt ontvangen.
6
Berichtindicator: geeft aan dat u
een nieuw tekst- of spraakbericht
hebt ontvangen. Andere
indicatoren:
V
= e-mailbericht
7
Indicator voor locatie: geeft
aan wanneer uw telefoon
locatie-informatie aan het netwerk
Q
doorgeeft of
locatie-informatie is uitgeschakeld.
8
Profielindicator: geeft de instellingen voor
het meldingsprofiel weer:
N
= alleen beltoon
H
= alleen trilsignaal
9
Indicator voor actieve lijn: geeft
aan als er een actief gesprek is, of
E
als het doorschakelen van gesprekken
is ingeschakeld. Bij SIM-kaarten met een
functie voor een tweede lijn kunnen de
(
= voicemailbericht
P
wanneer de
J
= stil
I
= trilsignaal,
dan beltoon
B