5.
Haal de zeskantmoeren (D) goed aan.
11. Montage
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Trek bij alle montagewerkzaamheden
aan de decoupeerzaag altijd de stekker uit het stopcontact.
11.1
Montage/vervanging van het zaagblad
(afb. 1, 8-11)
WAARSCHUWING
Om letsel door onbedoeld starten te voorkomen:
Druk voor het verwijderen of vervangen van het
zaagblad altijd de toets "0" in en trek de stekker
uit het stopcontact.
11.1.1 Tafelinzetstuk verwijderen/plaatsen
1.
Draai de kartelschroef (3) los.
2.
Stel de zaagbladbescherming (5) geheel naar boven.
3.
Reik onder de zaagtafel (6) en duw het tafelinzetstuk
(26) naar boven.
4.
Nu kan het tafelinzetstuk (26) worden verwijderd.
Let bij het plaatsen van het tafelinzetstuk (26) op de positie
van de zaagsnede. Het tafelinzetstuk (26) moet worden ge-
plaatst zoals in afb. 8 weergegeven. Anders kan de machine
bij versteksnedes beschadigd raken.
11.1.2 Verwijderen van het zaagblad zonder
pennen (optioneel)
1.
Om het zaagblad (22) te verwijderen, verwijder het ta-
felinzetstuk (26) naar boven. (zie 11.1.1)
2.
Haal eerst de spanning er af door de spanhendel (11)
omhoog te klappen. Door het draaien van de spanhen-
del (11) rechtsom kan de spanning, indien nodig, verder
worden gereduceerd.
3.
Druk de draagarm (12) iets omlaag (zie afb. 9).
4.
Draai de bovenste zaagbladklemschroef (28) los.
5.
Houd nu het zaagblad vast, omdat deze anders in het
apparaat valt (zie afb. 10).
6.
Draai de onderste zaagbladklemschroef (29) los met de
inbussleutel (23) (zie afb. 11).
7.
Verwijder het zaagblad van bovenaf.
28
NL/BE
11.1.3 Plaatsen van het zaagblad zonder pen-
nen (optioneel)
De tanden van het zaagblad moeten altijd omlaag wijzen.
1.
Bevestig eerst het zaagblad (22) in de onderste zaag-
bladhouder (30). Om het zaagblad (22) vast te zetten,
draai de onderste zaagbladklemschroef (29) met de
inbussleutel (23) vast.
2.
Druk de draagarm (12) iets omlaag. Fixeer het andere
einde van het zaagblad (22) in de bovenste zaagblad-
houder (27) (zie afb. 9).
3.
Fixeer het zaagblad (22) met de bovenste zaagblad-
klemschroef (28) (zie afb. 10).
4.
Span het zaagblad (22) met de spanhendel (11) door
deze weer naar beneden te drukken. Controleer de
spanning van het zaagblad (22). Als de spanning te
gering is, kunt u deze door rechtsom draaien van de
spanhendel (11) verhogen. Ontspan hierbij eerst weer
de spanhendel (11).
5.
Plaats het tafelinzetstuk (26) weer terug. (zie 11.1.1)
11.1.4 Verwijderen van het zaagblad met pennen
1.
Om het zaagblad (22) te verwijderen, verwijder het ta-
felinzetstuk (26) naar boven. (zie 11.1.1)
2.
Haal eerst de spanning er af door de spanhendel (11)
omhoog te klappen. Verminder de spanning verder door
rechtsom te draaien.
3.
Houd het zaagblad goed vast en druk de draagarm (12)
iets omlaag (zie afb. 9).
4.
Trek het zaagblad uit de bovenste en onderste zaag-
bladhouder (27/30).
11.1.5 Plaatsen van het zaagblad met pennen
De tanden van het zaagblad moeten altijd omlaag wijzen.
1.
Breng het einde van het zaagblad (22) door het boorgat
in de tafel. Breng de pennen van het zaagblad (22) in
de overeenkomstige uitsparingen van de bovenste en
onderste zaagbladhouder (27/30).
2.
Plaats eerst het zaagblad (22) in de onderste zaagblad-
houder (30).
3.
Druk de draagarm (12) iets omlaag (zie afb. 9). Plaats eerst
het zaagblad (22) in de onderste zaagbladhouder (27).
4.
Controleer de positie van de zaagbladpinnen in de
zaagbladhouders (27/30).
5.
Span het zaagblad (22) met de spanhendel (11) door
deze weer naar beneden te drukken. Controleer de
spanning van het zaagblad (22). Als de spanning te
gering is, kunt u deze door rechtsom draaien verhogen.
Ontspan hierbij eerst weer de spanhendel (11).
6.
Plaats het tafelinzetstuk (26) weer terug. (zie 11.1.1)