5. Het menu op het scherm gebruiken
4 Menubeschrijvingen & functies [INVOER]
COMPUTER1, 2 en 3
Selecteert de computer verbonden aan ingangsconnectorsignaal COMPUTER1, 2 of COMPUTER3.
NOOT: Wanneer het componentingangssignaal verbonden is met connector Computer 1 In, Computer 2 In
of Computer 3 In, selecteer overeenkomstig [COMPUTER1], [COMPUTER2] of [COMPUTER3]. De projector bepaalt automatisch of
het ingangssignaal COMPUTER1, 2 of 3 een RGB of een componentsignaal is.
HDMI
Selecteert de HDMI-compatible apparatuur verbonden aan de connector HDMI In.
DisplayPort
Vertoont het beeld van het apparaat dat verbonden is aan de ingangsconnector DisplayPort.
VIDEO
Selecteert wat verbonden is aan de VIDEO-ingang - VCR, DVD-player of documentcamera.
S-VIDEO
Selecteert wat verbonden is aan de S-VIDEO-ingang - VCR of DVD-player.
NOOT: Het beeld kan even bevriezen als een video wordt weergegeven in vooruitspoelen of terugspoelen met een Video of S-Videobron.
VIEWER
Met deze functie kunt u presentaties maken met een USB-geheugen dat dia's bevat.
(→ pagina 56, "4. De viewer gebruiken")
NETWERK
Selecteert een signaal vanaf de LAN-poort (RJ-45) of de optionele USB-eenheid voor draadloos LAN.
INVOERLIJST
Geeft een lijst van signalen. Zie de volgende pagina's.
TESTPATROON
Sluit het menu af en schakelt over naar het testpatroonscherm. Het vorige scherm verschijnt opnieuw wanneer de
knop Back wordt ingedrukt.
84