BEDRADE LAN of DRAADLOZE LAN (alleen menu GEAVANCEERD)
* Om de functies van draadloos LAN te gebruiken, sluit een apart verkochte eenheid voor draadloos LAN op de
projector. (→ pagina 148)
PROFIELEN
• Tot twee instellingen voor de LAN-poort of USB-eenheid voor draadloos
LAN kunnen worden opgeslagen in het geheugen van de projector. Er
kunnen in totaal vier instellingen worden opgeslagen.
Er kunnen vijf instellingen worden opgeslagen: twee voor de inge-
bouwde LAN-poort, twee voor het draadloze LAN en een voor WPS.
• Selecteer [PROFIEL 1] of [PROFIEL 2] en voer dan de instellingen uit
voor [DHCP] en de overige opties.
Vervolgens, selecteer [OK] en druk op de knop Enter. Hiermee worden
de instellingen opgeslagen in het geheugen.
• Om de instellingen op te roepen uit het geheugen:
Selecteer [PROFIEL 1] of [PROFIEL 2] van de lijst [PROFIELEN].
Selecteer [OK] en druk op de knop Enter.
• Om de [EENVOUDIGE VERBINDING] te realiseren met behulp van
de Advanced Network Utility of Advanced Network Utility for Mac,
selecteer [DRAADLOZE LAN] → [PROFIELEN] → [EENVOUDIGE
VERBINDING].
• Om het uitzenden van radiogolven door de USB-eenheid voor draadloos
LAN stil te leggen, selecteer [BLOKKEREN] van de lijst van [PROFIE-
LEN].
• Door [EENVOUDIG TOEGANGSPUNT] te selecteren kan de projector
een infrastructuurnetwerk creëren.
Er wordt automatisch een SSID aangelegd.
Wanneer het IP-adres van de projector wordt gewijzigd, wordt het een
of twee minuten daarna automatisch van kracht.
Selecteer "Automatisch een IP-adres laten toewijzen" om het IP-adres
van een verbonden computer in te stellen.
De wijziging van het IP-adres van de computer wordt van kracht na
enkele seconden in Windows 7/Windows Vista en na een of twee
minuten in Window XP.
Als u een verbinding legt met de computer om het profiel op te slaan
en u selecteert "Automatisch verbinden wanneer binnen bereik" van het
tabblad Eigenschappen van het Draadloos netwerk in Windows voor
het gekozen profiel, heeft u onder de volgende voorwaarden toegang
tot het draadloze LAN:
• bij het inschakelen van de computer of de projector
• wanneer de notebook binnen het bereik kan komen van het draadloos
LAN van de projector.
Gegevensoverdracht tussen een draadloos LAN en een bedraad LAN
is niet mogelijk.
Wanneer de modus [EENVOUDIG TOEGANGSPUNT] wordt gebruikt
om afbeeldingen te versturen, valt het aan te raden om met slechts
een enkele computer een verbinding te leggen.
5. Het menu op het scherm gebruiken
118
—