Multi-Screencompensatie gebruiken [MULTISCHERMCOMPENSATIE]
Met deze functie kunt u de tint doen overeenstemmen van beelden die door meerdere naast elkaar geplaatste pro-
jectoren worden vertoond.
MODUS ������������������ UIT: Schakelt deze functie uit om terug te keren naar normale helderheid�
AAN: Schakelt deze functie in om het scherm donkerder te maken� De [HELDERHEID] en het [CONTRAST]
kunnen worden bijgesteld�
CONTRAST ������������ Stelt het heldere deel van het beeld bij�
HELDERHEID ��������� Stelt het donker deel van het beeld bij�
Bijstellen
1. Bereid zwarte en witte beelden voor zodat die kunnen worden weergegeven op het computerscherm.
2. Geef het zwarte beeld weer op het computerscherm en vertoon het beeld met de projector.
3. Selecteer [MULTISCHERMCOMPENSATIE] → [MODUS] → [AAN].
4. Stel het donkere deel van de beelden bij.
Druk op de knop om [HELDERHEID] te selecteren en gebruik de knop of om het met het zwarte deel
van een andere projector te doen overeenstemmen.
5. Geef het witte scherm weer op het computerscherm.
Vertoon de afbeelding vanaf twee of meer projectoren.
6. Stel het heldere deel van de beelden bij.
Druk op de knop om het [CONTRAST] te selecteren en gebruik de knop of om het met het witte deel
van een andere projector te doen overeenstemmen.
Door de schuifbalk te verplaatsen naar [+] (plus) kan het witte deel van het beeld worden veranderd. In dat
geval, beweeg de schuifbalk naar [−] (min) om de helderheid aan te passen.
TIP:
• Wanneer u meerdere projectoren gebruikt, kunt u met de functie [CONTROLE-ID] kiezen om een enkele projector of alle projectoren
samen te bedienen met de afstandsbediening. (→ pagina 103)
• Deze instelling wordt niet gewist door een [RESET] vanaf het menu.
[REF. WITBALANS]
Hiermee kunt u de functie witbalans bijstellen voor alle signalen.
De wit- en zwartniveaus van het signaal worden bijgesteld voor een optimale kleurweergave.
De uniformiteit wordt ook bijgesteld als de roodheid (R) of de blauwheid (B) van de witte kleur in de horizontale (links/
rechts) richting ongelijk zijn.
HELDERHEID R/HELDERHEID G/HELDERHEID B
������������������������������ Hiermee wordt de zwarte kleur van het beeld bijgesteld�
CONTRAST R/CONTRAST G/CONTRAST B
������������������������������ Hiermee wordt de witte kleur van het beeld bijgesteld�
UNIFORMITEIT R ��� Hoe verder naar de kant + dit is ingesteld, des te sterker de roodheid aan de linkerzijde van het beeld
(toenemend naar de linkerzijde toe) en des te zwakker de roodheid aan de rechterzijde van het beeld (afnemend
naar de rechterzijde toe)�
Het omgekeerde geldt bij instelling naar de kant – �
UNIFORMITEIT B ��� Hoe verder naar de kant + dit is ingesteld, des te sterker de blauwheid aan de linker zijde van het beeld
(toenemend naar de linker zijde) en des te zwakker de blauwheid aan de rechterzijde van de afbeelding
(afnemende naar de rechterzijde)�
Het omgekeerde geldt bij instelling naar de kant – �
5. Het menu op het scherm gebruiken
102