NETWORK SETTINGS
• SETTINGS
WIRED LAN of WIRELESS LAN
SETTING
APPLY
DHCP ON
DHCP OFF
IP ADDRESS
SUBNET MASK
GATEWAY
WINS
AUTO DNS ON
AUTO DNS OFF
Instelling voor WIRED LAN
PROFILE 1/PROFILE 2
DISABLE
Instelling voor WIRELESS LAN (vereist de optionele eenheid voor draadloos LAN)
EASY CONNECTION
SIMPLE ACCESS POINT
WPS
CHANNEL
Ingesteld voor bedraad LAN of draadloos LAN.
De instellingen toepassen op een bedraad LAN of een draadloos LAN.
Automatisch toewijzen van IP-adres, subnetmasker en gateway naar de projector vanaf
uw DHCP-server.
Ingesteld IP-adres, subnetmasker en gateway naar de projector toegewezen door uw
netwerkbeheerder.
Stelt het IP-adres in van het netwerk verbonden aan de projector.
Stelt het nummer in van het subnetmasker van het netwerk verbonden aan de projector.
Stelt de standaard-gateway in van het netwerk verbonden aan de projector.
Stelt het IP-adres in van de WINS-server van het netwerk verbonden aan de projector.
Wanneer [DHCP] ingeschakeld is, is deze optie niet beschikbaar.
De DHCP-server wijst automatisch een IP-adres toe van de DNS-server verbonden
aan de projector.
Stelt het IP-adres in van de DNS-server verbonden aan de projector.
Er zijn twee instellingen mogelijk voor een bedrade LAN-verbinding. Selecteer PROFILE
1 of PROFILE 2.
Schakelt de bedrade LAN-verbinding uit
Realiseer een draadloos LAN met EENVOUDIGE VERBINDING.
Stelt de projector in voor eenvoudig toegangspunt.
Gebruikt WPS (Wi-Fi Protected Setup™) om het draadloos LAN in te richten voor de
projector.
NOTE: Gebruik de menu's van de projector om WPS-verbindingen te maken en het
WPS-profiel in te stellen.
Selecteert een kanaal. De beschikbare kanalen verschillen naar gelang van het land
en het gebied. Als u [INFRASTRUCTUUR] selecteert, verzeker dat de projector en uw
toegangspunt op hetzelfde kanaal werken; als u [AD HOC] selecteert, verzeker dat de
projector en de computer op hetzelfde kanaal werken.
43
3. Praktische functies